Wat je moet weten van wifi
Geen bereik? Traag internet? Als je weet hoe wifi je in huis komt, snap je direct de knelpunten.
Voor veel mensen is wifi synoniem aan internet. Dat mag in de praktijk wel vaak zo lijken, maar de waarheid ligt iets genuanceerder. Daarom geven we je eerst een spoedcursus. Wanneer je bij je provider een internetabonnement afsluit, dan is het zijn taak om tot aan je gewenste aansluiting het internetsignaal af te leveren. Dat gebeurt doorgaans via een speciale telefoonlijn (ADSL), via de kabel of via glasvezel. Maar alleen dat internetsignaal is nog niet genoeg, je moet nog twee extra apparaten hebben die enerzijds het internet echt binnenhalen (de modem) en anderzijds het internet verspreiden in je huis (de router). Vaak zijn deze twee apparaten ook gecombineerd in een kastje. Waar kun je nu precies wat verbeteren?
Waar verbeteren?
De eerste vraag die je je moet stellen is of je tevreden bent met de gekozen snelheid van je internet. Het ligt natuurlijk allemaal aan je behoeftes qua downloaden, maar een snelheid van zo’n 50 Mbps vinden wij tegenwoordig het minimum wat je moet hebben. Via alle genoemde technieken (dus ADSL, kabel of glasvezel) is deze snelheid een optie. Heb je minder? Neem dan contact op met je provider. Vaak zijn de snellere abonnementen niet eens veel duurder. Voor de rest kun je weinig aan je internetverbinding doen.
Het eerste apparaatje is je modem. Die staat in direct contact met je provider. Hierin staan bijvoorbeeld de inloggegevens voor je internetverbinding. In veel andere Europese landen is er een vrije modemkeuze, daar mag je zelf je eigen modem kiezen. Dit ziet het merendeel van de Nederlandse en Belgische providers (nog) niet zitten, dus op modemvlak kun je ook nauwelijks iets verbeteren. Gelukkig hoeft dat in de meeste gevallen ook niet – want de modem is voor je internetsnelheid nauwelijks van belang. Deze haalt wel de verbinding binnen, maar daarbij kan bijna niets misgaan. Pas wanneer je echte internetstoringen hebt kan het nuttig zijn om naar de modem te kijken en eventueel je provider te bellen. Belangrijker voor goed internet is het volgende onderdeel van je internetopstelling.
De router!
Je raadt het al. Je router verspreidt het binnengekomen internet in je hele huis. Dat is ook de plek waar het meeste mis kan gaan, vooral als dat verspreiden alleen maar draadloos – via wifi – gebeurt. Onze eerste tip is dan ook: gebruik, waar mogelijk, een bekabelde verbinding. Een directe verbinding met je router via een ethernetkabel is het minst foutgevoelig en garandeert een stabiele internetverbinding. Maar we snappen dat dit niet overal mogelijk is. Tenzij je in een nieuwbouwhuis woont met in elke kamer netwerkaansluitingen, zou dat namelijk betekenen dat je met je Mac altijd in de buurt van de router moet zitten. En dan hebben we het niet eens gehad over iPhones en iPads die je sowieso niet bekabeld wilt gebruiken (dat kan wel, maar het is omslachtig), en al die andere apparaten in huis (televisie,
slimme stopcontacten, thermostaten, slimme lampen) die helemaal niet bekabeld werken.
Om ook die apparaten van internet te voorzien, heb je wifi nodig. Wifi bestaat uit radiogolven met een bepaalde frequentie die informatie kunnen overdragen. Je apparaten vangen die radiogolven op en ontcijferen deze met behulp van het wifi- wachtwoord. Uiteraard kunnen je apparaten ook zelf radiogolven naar de router sturen, bijvoorbeeld om aan te geven dat ze een website willen bezoeken.
Wifi-golven
Het fijne van de wifi- golven is dus dat je draadloos internet kunt hebben. Sta je in de buurt van je wifi- router, dan is er weinig aan de hand. Je krijgt de volle lading radiogolven en dus heeft je internet een prima snelheid. Het probleem van de wifi- golven is echter dat deze geen onbeperkte reikwijdte hebben. Bovendien kunnen ze moeite hebben met obstakels als muren en andere voorwerpen. Dus moet je in je huis op zoek naar elementen die je wifi mogelijk verstoren. Weet je daar omheen te werken of alternatieven voor te verzinnen, dan heb je dus overal fatsoenlijk wifi- bereik én goed internet. Zo kan je router bijvoorbeeld op twee frequenties zijn signaal versturen – hiermee kun je je bereik enorm vergroten.
En zo zijn er nog veel meer handige tips die je helpen om je wifi te verbeteren. We beginnen met algemene tips voor je router en Apple-apparaten, testen je internetverbinding, maken een wifi- plattegrond en geven advies voor de plaatsing van je router. We sluiten af met tips voor betere netwerkapparatuur. Na het lezen van deze feature heb je dus overal internet, van kelder tot zolder.