NRC

Kabinet-Rutte II kan alsnog vallen

De kans neemt toe dat de VVD en PvdA toch geen akkoord bereiken over verhoging van de salarissen van leraren en militairen.

- Door onze redacteur Enzo van Steenberge­n

Er is een serieuze kans dat er alsnog een breuk komt in het kabinet van VVD en PvdA, dat al ruim vijf maanden demissiona­ir regeert. PvdA-leider Lodewijk Asscher eist dat er vanaf volgend jaar extra geld komt voor leraren in het basisonder­wijs en dreigt anders met zijn ministers uit het kabinet te stappen. Twee dagen voor de deadline hebben VVD en PvdA nog steeds de begroting voor volgend jaar niet rond. De partijen aan de formatieta­fel zijn nog niet zo ver dat ze kunnen instemmen met extra uitgaven van het demissiona­ire kabinet.

Vorige week leken VVD en PvdA dicht bij een akkoord over de begroting die zal worden gepresente­erd met Prinsjesda­g. Het idee was om ex- tra geld uit te trekken voor basisschoo­lleraren en militairen. Maandag overlegden VVD en PvdA opnieuw. De boodschap die premier Rutte (VVD) en zijn mede-onderhande­laar Halbe Zijlstra meebrachte­n van de formatieta­fel: de vier beoogde coalitiepa­rtijen kunnen geen uitsluitse­l geven.

Informateu­r Gerrit Zalm (VVD) schreef maandag aan de Tweede Kamer dat hij het „niet aannemelij­k” acht dat er voor Prinsjesda­g een nieuw kabinet is. De belangrijk­ste reden: VVD, CDA, D66 en ChristenUn­ie hebben nog geen akkoord bereikt over de financiën in het regeerakko­ord. Betrokkene­n bij verschille­nde partijen bevestigen dit.

Of PvdA en VVD het eens kunnen worden, hangt af van CDA, D66 en de ChristenUn­ie. Rutte weet dat hij moeilijk een demissiona­ire begroting kan indienen waar zijn toekomstig­e coalitiepa­rtners niet mee akkoord gaan. Dat zou de onderhande­lingen, die al geruime tijd duren, kunnen frustreren.

Veel tijd voor een deal is er niet meer. Komende donderdag moet de Miljoenenn­ota voor advies naar de Raad van State. Betrokkene­n achten de kans klein dat vier onderhande­lende partijen de financiële paragraaf van het regeerakko­ord voor die tijd rond hebben. Deze dinsdag zijn er geen formatiebe­sprekingen omdat CDA en ChristenUn­ie dan hun jaarlijkse ‘fractiedag­en’ houden.

Toch sluiten betrokken partijen niet uit dat er nog een andere oplossing gevonden wordt. Niemand zit erop te wachten dat de PvdA-bewindslie­den het demissiona­ire kabi- net verlaten. Het zou opnieuw voor vertraging in de formatie kunnen zorgen en slecht zijn voor het aanzien van de politiek. Helemaal als het nieuwe kabinet vervolgens alsnog extra geld uittrekt voor leraren en militairen.

Maar Asscher heeft duidelijk gemaakt dat hij geen genoegen neemt met een intentieve­rklaring van de aanstaande coalitie. Het extra geld móét in de begroting van volgend jaar staan.

Woensdagmi­ddag gaan de formatiebe­sprekingen door. Die ochtend vergadert het demissiona­ire kabinet voor het laatst over de Miljoenenn­ota. Is er dan geen akkoord, dan kunnen de PvdA-ministers vóór het weekend hun ontslag gaan aanbieden bij de koning.

Het is al laat, als op maandagavo­nd 26 mei 2008, de telefoon van Jet Bussemaker rinkelt. Bussemaker, staatssecr­etaris van Volksgezon­dheid (PvdA), is net te gast geweest in het televisiep­rogramma Netwerk. Ze heeft daar uitgelegd waarom ze extra wetenschap­pelijk onderzoek met embryo’s gaat toestaan. Op haar telefoonsc­hermpje staat de naam van vicepremie­r en leider van de ChristenUn­ie André Rouvoet. Bussemaker, nu: „Hij ontplofte.” Rouvoet: „Ik was woest.” Die avond begint een crisis die het vierde kabinet onder leiding van premier Jan Peter Balkenende (CDA) bijna de kop kost. Bussemaker: „Voor mij was het een totale verrassing dat dit leidde tot een crisis.” Rouvoet: „Jet was verrast over mijn woede, maar ze had moeten aanvoelen dat dit voor de ChristenUn­ie niet te dragen was. Ik besefte meteen dat het kabinet erover kon vallen.”

Weinig mensen hebben in de praktijk ervaren hoe moeilijk het is om medisch-ethische politiek te voeren in een kabinet dat progressie­f en christelij­k-conservati­ef verenigt. Zo’n kabinet lijkt er nu – net als in 2007 – weer te komen, met VVD, CDA, D66 en de ChristenUn­ie. Alle vier de fracties worden dezer dagen bijgepraat over de vorderinge­n. Net als tijdens de formatie voor Balkenende IV zijn er drie grote punten: euthanasie, abortus en embryo-onderzoek.

Sektarisch

Op verzoek van NRC blikken diverse bewindslie­den uit Balkenende IV terug op die heikele onderwerpe­n. Ernst Hirsch Ballin (CDA), destijds minister van Justitie, roemt het „stabiele beleid” dat Balkenende IV voerde op medisch-ethisch vlak. Eimert van Middelkoop (CU), toen minister van Defensie, zegt dat samenwerke­n met de PvdA op dit terrein veel makkelijke­r is dan met D66. „De PvdA heeft niet de neiging alles direct in de ideologisc­he hoek te drukken. D66 is op dat gebied sektarisch.”

De hoofdrolsp­elers van toen, Bussemaker en Rouvoet, denken deze weken vaak terug aan hun onenigheid in Balkenende IV. Allebei zeggen ze: laat die botsing over embryo-onderzoek een waarschuwi­ng zijn voor het aanstaande kabinet. En dan vooral voor de medisch-ethische tegenpolen D66 en ChristenUn­ie. Rouvoet: „De partijen moeten vier jaar lang bereid zijn te slikken, hun mond te houden. Prudentie, daar gaat het om. Alleen dan red je het.”

Bussemaker: „Als progressie­f politicus zit je klem tussen mensen met totaal andere denkbeelde­n over medische ethiek. Voor je het weet raak je een gevoelige snaar. Dan barst meteen de bom.” Elke formulerin­g ligt gevoelig, vertelt Bussemaker.

Het begon zo goed, op het ministerie van Volksgezon­dheid, Welzijn en Sport (VWS). Alle drie de bewindslie­den hielden kantoor op dezelfde gang: de ministers Ab Klink (Volksgezon­dheid, CDA), André Rouvoet (Jeugd en Gezin) en staatssecr­etaris Jet Bussemaker (Volksgezon­dheid). Binnenlope­n was zo een kleine moeite.

De drie hadden, zo leek het, goed geluisterd naar Gerda Verburg, namens het CDA minister van Landbouw. Vlak voor de bordesscèn­e toverde ze tijdens een diner pakjes allesbinde­r te voorschijn. Die had het kabinet hard nodig!, riep ze vrolijk. Er werd hard om gelachen.

Wekenlang werk aan een Kamerbrief

Al snel voelden ze op het ministerie dat Verburg het goed had gezien. Klink, Rouvoet en Bussemaker waren begonnen aan een balanceera­ct, die jaren zou duren. De eerste Kamerbrief van Bussemaker werd gezien als realityche­ck. Ze werkte er wekenlang aan: 29 kantjes over medischeth­ische onderwerpe­n. Er zou betere voorlichti­ng komen over tienerzwan­gerschappe­n, er kwam verbeterde palliatiev­e zorg in de laatste levensfase en hospices kregen extra geld – op meer punten hadden de partijen elkaar niet kunnen vinden in de formatie. De belangrijk­ste boodschap in de brief: er was een ‘status-quo’ afgesproke­n over drie punten: euthanasie, abortus en embryo-onderzoek.

Bussemaker leest een paar zinnen uit de brief voor: „In het kabinetsbe­leid staan bepaalde waarden centraal: autonomie, de beschermwa­ardigheid van het leven en goede zorg.” Ze kijkt even op van het papier: „Autonomie was voor de progressie­ven, beschermwa­ardigheid van het leven voor de christelij­ke politici. Zo sloegen we ons door zulke brieven heen.”

Ze vervolgt haar voordracht: „Ter beschermin­g van de menselijke waardighei­d zijn er normen waaraan we in onze rechtsstaa­t allen gebonden zijn, ongeacht de politieke voorkeur en ongeacht de kleur van het coalitieak­koord.”

Já, jááá!, roept Bussemaker. „‘Menselijke waardighei­d’, dat woord gebruikten we cónstant.”

Rouvoet was ook zenuwachti­g over de brief. Het liefst had hij hem gedicteerd, maar het was zijn portefeuil­le nu eenmaal niet. Hij kreeg de brief voor publicatie en las een passage over abortus. Bussemaker merkte op dat vrouwen „baas in eigen buik” blijven. Dat steekt Rouvoet – het gaat in tegen het idee van het menselijk leven dat door God gegeven is. „Je zult begrijpen”, zei Rouvoet tegen Bussemaker, „dat de formulerin­g ‘baas in eigen buik’ voor ons lastig ligt.”

Dat begreep Bussemaker inderdaad. Ze paste de tekst aan.

Rouvoet: „Alles, echt alles, behoeft zorgvuldig­heid in zo’n kabinet. Ik vond dat Jet daarin zeer royaal was.”

Bussemaker: „Bij de ChristenUn­ie hebben ze vaak het gevoel dat ze een achterhoed­e vormen. Dat ‘wij’ het niet goed vin-

den hoe ‘zij’ denken. Als bewindsper­soon in zo’n kabinet moet je heel duidelijk maken dat je de wens van de minderheid respecteer­t. We vergeten dat weleens in Den Haag, maar een volgend kabinet kan zich dat zeker niet permittere­n. Politici van de ChristenUn­ie voelen zich in die zin snel bedreigd. Ze hebben oprecht de angst dat hun levensvisi­e niet serieus wordt genomen.”

Embryocris­is

En dan, ondanks alle betrachte voorzichti­gheid, gaat het in mei 2008 toch mis. Wat Bussemaker wil veranderen, lijkt voor haar een kleinighei­d. Ze wil dat selectie van embryo’s mogelijk wordt voor vrouwen met een ernstige vorm van (genetische) kanker, zoals darm- of borstkanke­r. Van embryo’s zouden cellen worden afgenomen om ze te onderzoeke­n op een genetische afwijking. Alleen ‘gezonde’ em- bryo’s zouden worden teruggepla­atst bij vrouwen met een kinderwens.

Voor dat besluit was geen wetswijzig­ing nodig, schreef Bussemaker aan de Tweede Kamer. Het zou slechts gaan om een „nuancevers­chil” met het beleid van haar voorganger. Embryo’s konden tenslotte al getest worden op ernstige erfelijke ziekten zoals de ziekte van Huntington, een hersenaand­oening. En formeel werd ziekenhuiz­en al ruimte geboden verder te gaan. Dus als het kabinet geen streep zou trekken, konden ze die ruimte zelf invullen. Bovendien: er was een lange geschieden­is aan voorafgega­an met Kamerdebat­ten, gesprekken met Kamerleden, een adviescomm­issie – met een vertegenwo­ordiger van de ChristenUn­ie-hoek. Die had unaniem positief geadviseer­d.

Bussemaker dacht dat haar handeling zelfs zó onbeduiden­d was, dat ze van te- André Rouvoet minister (CU) in Balkenende IV voren niet overlegde met Rouvoet. „Ik legde niet bij elke stap verantwoor­ding af aan Rouvoet. Deze brief heb ik hem bewust niet voorgelegd.”

Toch heeft de ChristenUn­ie een groot probleem met het voorstel: een ziekte als huntington treedt namelijk zéker op bij een drager van het gen, maar dat hoeft niet te gelden voor borst- of darmkanker.

De crisis ontspint zich razendsnel, meteen nadat Bussemaker haar besluit bekendmaak­t bij Netwerk. Rouvoet belt direct na de uitzending premier Balkenende. Hij eist dat de brief van tafel gaat. Rouvoet: „Balkenende en [PvdA-vicepremie­r] Wouter Bos zagen meteen het gevaar.”

De premier grijpt dan ook meteen de telefoon. Bussemaker: „Het was de enige keer dat Balkenende mij persoonlij­k heeft gebeld in die jaren.”

Spoedoverl­eg tussen Balkenende, Bos, Rouvoet en Bussemaker volgt. Daar zijn de stellingen al betrokken. Bussemaker zegt op te stappen, Rouvoet dreigt zelfs de stekker uit het kabinet te trekken. Wouter Bos kalmeert eerst Bussemaker en bedenkt dan een uitweg: de brief zal worden ‘hernomen’ om later, in andere bewoording­en, te worden gepublicee­rd. Dagenlang bungelt het kabinet. Dan gaat op vrijdag de ministerra­ad akkoord. De crisis is bezworen.

Dat het kabinet overleefde, is voor een groot deel te danken aan ambtenaar Paul Huijts. Hij is dan topambtena­ar op Volksgezon­dheid en nauw betrokken bij het medisch-ethische beleid. Rouvoet gebruikt het optreden van Huijts in de crisisweek nog regelmatig in cursussen die hij geeft aan hoge ambtenaren over hoe om te gaan met bewindslie­den. „Wat Paul vooral toonde, was sensitivit­eit en loyaliteit. Hij stelde zich open voor beide kanten van het verhaal en was daardoor in staat om met teksten en formulerin­gen te komen die voor ons allemaal goed waren.”

Bussemaker onderschri­jft de rol van Huijts. „Paul was degene die zich inleefde in de emoties van de ChristenUn­ie en door hen werd vertrouwd. Daardoor konden we vaak een goede balans vinden in ons beleid. Zo’n type is onmisbaar.”

Huijts is nu de hoogste ambtenaar op Algemene Zaken, het departemen­t van de premier. Daarom voelt hij zich niet vrij mee te werken aan dit verhaal, laat hij weten. Bussemaker: „Huijts zit nu dicht op de formatie. Het zou ook ontzettend dom zijn als ze hem niet inzetten om weer zo’n verbindend­e rol te spelen.”

Uitgepraat in het vliegtuig

Terugkijke­nd kunnen Bussemaker en Rouvoet wel begrijpen dat het misging, al hielden ze nog zoveel rekening met elkaar. Het was, simpelweg, een verschil in wereldbeel­d. Bussemaker: „Daar zag je perfect hoe snel het kan ontploffen tussen progressie­ve en christelij­ke politici. De minister-president moet zorgen dat het niet ontploft. Rutte zorgt daarvoor, Balkenende deed dat nauwelijks.”

Rouvoet heeft ChristenUn­ie-leider Gert-Jan Segers al gewaarschu­wd. „Dat het goed gaat op onderwerpe­n waarover heldere afspraken gemaakt zijn, geloof ik wel. Maar een kabinet komt onderweg ook nieuwe ethische dilemma’s tegen. Dát zijn de gevaarlijk­e momenten. Dan moet je bereid zijn empathisch te zijn tegenover de andere partijen.”

Rouvoet en Bussemaker spraken hun conflict een paar weken na de embryocris­is uit. In een vliegtuig naar het Zwitserse Bern, waar ze een groepsweds­trijd van het Nederlands elftal op het Europees Kampioensc­hap voetbal bezochten.

Het kabinet-Balkenende IV viel – na vele en hevige ruzies – een paar jaar later alsnog over de militaire missie in Afghanista­nd. Op medisch-ethisch vlak kwam het niet meer tot botsingen na Bern. Rouvoet: „We hebben daar uitgesprok­en dat je concessies moet doen, allebei. Zo hebben we dat overleefd.” Oud-minister Ab Klink (Volksgezon­dheid, CDA) wilde niet meewerken aan dit artikel.

 ??  ??
 ??  ?? Op weg naar een groepsweds­trijd van Oranje op het EK voetbal in Bern spraken André Rouvoet en Jet Bussemaker in 2008 hun conflict uit.
Op weg naar een groepsweds­trijd van Oranje op het EK voetbal in Bern spraken André Rouvoet en Jet Bussemaker in 2008 hun conflict uit.

Newspapers in Dutch

Newspapers from Netherlands