Mensen die op de rails lopen zorgen voor veel vertraging. ProRail pakt ze op een nieuwe manier aan.
Sinds deze maand hebben de incidentenbestrijders een app waarop ze de hotspots kunnen zien
Marije Willems
Ze zorgen elke dag voor drieënhalf uur vertraging op het spoor, „maar eigenlijk pakken we ze bijna nooit”, zegt Joëlle Steenstra (22) – zwart ProRail-pak, geel veiligheidshesje, donkerblonde krullen – terwijl ze een inspectieronde maakt bij een spoorwegovergang in Zwolle. Ze doelt op spoorlopers, mensen die onbevoegd op en langs het spoor lopen. Probleem is dat het er elk jaar meer worden.
Wie zijn het? Bramenplukkers, spelende kinderen, mensen die hun hond uitlaten, graffitispuiters. Of wandelaars die het hek naast het spoor openknippen, zodat ze de route uit hun wandelgids kunnen vervolgen, vertelt Steenstra, buitengewoon opsporingsambtenaar bij ProRail. „En laatst werden we opgepiept omdat er een bruidje op het spoor stond in Heiloo, poserend voor haar bruidsreportage.” Ze lacht, maar tegelijkertijd is ze gefrustreerd. Want die boete van 140 euro die staat op spoorlopen, deelt ze lang niet zo vaak uit als ze zou willen. „We lopen vaak achter de feiten aan. Als we nu gebeld worden omdat twee kilometer verderop iemand over het spoor loopt, dan zijn we te laat. Je moet iemand op he- terdaad betrappen.” De meeste spoorlopers zijn na 10 minuten alweer verdwenen.
Met big data hoopt ProRail nu de pakkans te vergroten. Sinds deze maand hebben alle incidentenbestrijders een app waarop te zien is waar de kans op spoorlopers het grootst is. Door eerdere gevallen van spoorlopen, weersverwachting en informatie over de omgeving aan elkaar te koppelen, heeft ProRail nu zicht op de „hotspots”.
En zo komt het dat Joëlle Steenstra en collega Johan Brinkman (46) deze maandagochtend tussen de bosschages staan bij een bewaakte spoorwegovergang in Herfte, ten oosten van Zwolle. Ze zijn allebei incidentenbestrijder bij ProRail; de mensen die in actie komen bij defecte treinen, giflekken, aanrijdingen en suïcides (gemiddeld elke werkdag één). Tussendoor maken ze jacht op spoorlopers.
„Precies een jaar geleden werd hier op dit tijdstip een spoorloper gesignaleerd, tegenover die school.” Brinkman wijst naar De Ambelt, een school voor speciaal onderwijs. „Dit is ook een hotspot wat betreft suïcide, lekker afgelegen.”
Steenstra en Brinkman rijden dagelijks zo’n 300 kilometer. Surveilleren, hekken controleren en mensen aanspreken helpt om overtredingen te voorkomen, zeggen ze. ProRail heeft een paar honderd camera’s langs het spoor hangen, onder meer om de impact van spoorlopen te verkleinen en aanrijdingen te voorkomen.
Spoorlopers duiken vooral op als het lekker weer is, bij campings of natuurgebieden. Machinisten schrikken, remmen en krijgen van de verkeersleiding opdracht stapvoets verder te rijden om ongevallen te voorkomen. Dat lukt niet altijd. In juli kwamen nog twee 17-jarige jongens om bij station Elst.
Spoorlopen zorgt voor bijna 30 procent van alle treinvertragingen: zo’n drieënhalf uur per dag, aldus ProRail. Waar in 2012 nog 2.300 vertragingen als gevolg hiervan werden geregistreerd, waren dit er in 2016 al ruim 3.000. In de eerste zes maanden van 2017 werden ruim 1.700 vertragingen veroorzaakt door spoorlopers. Vorig jaar werden er 589 mensen voor betrapt en bekeurd.
In Herfte gaat het deze ochtend niet gebeuren. De speeltuin naast de school oogt uitgestorven, af en toe komen wat fietsers voorbij. „De ‘voorspellende app’ helpt ons, maar het blijft toch vaak een toevalstreffer”, zegt Steenstra. Ze doet haar gele hesje uit en stapt het ProRailbusje in. „Op naar de volgende overweg.”