Kinderen als zoutpilaren
Mevrouw Van Nus: ik wil uw artikel inlijsten, het in vrolijke kleuren borduren op een flink stuk linnen, of de tekst in hoofdletters schilderen op muren van gebouwen: u slaat de spijker op zijn kop ( Krachttraining? Belachelijk!, 26/8). Tientallen jaren heb ik tijdens mijn werk al mijn energie gestoken in het overtuigen van mensen in woord en daad van het belang en het plezier in bewegen op eigen kracht. Mijn (gepensioneerd) fysiotherapeutenhart breekt dagelijks als de horden ‘bejaardenbrommers’ mij inhalen; kinderen als zoutpilaren voortbewogen worden op hun elektrische plankjes met wieltjes en de buurtbewoners de tien meter naar de ondergrondse vuilcontainers afleggen met hun afvalzakjes op een karretje! Graag vaker zo’n mooi betoog. Monique Hermans Venlo 95 procent van hen heeft geen uitzicht op een reguliere baan. Ook is bekend dat de bevolking in de meeste Afrikaanse landen de komende 20-25 jaar verdubbelt. De gevolgen van die verborgen humanitaire ramp zijn niet te overzien. Nu al ontvluchten tienduizenden Afrikanen de uitzichtloosheid. Niemand wil in armoede leven, iedereen hoopt op werk en inko- men om een toekomst op te bouwen. De jongeren, die achter blijven, zullen voor de rest van hun leven in eigen land genoegen moeten nemen met een marginaal bestaan. Óf ze besluiten alsnog om weg te trekken naar de grote stad, Zuid-Afrika of West-Europa. Met die migratieproblematiek zal West-Europa geconfronteerd worden, omdat miljoenen Afrikanen naar West-Europa zullen proberen te komen; dat aantal zal alleen maar toenemen, tenzij er voldoende werk en inkomen wordt gecreëerd. Ethisch gezien kan en mag nie- mand hun die hoop op een betere toekomst ontzeggen. Om die reden moet er meer gedaan worden dan alleen het tegengaan van migratiestromen. Er moet in internationaal verband over nieuwe samenwerkingsmodellen worden nagedacht. De doelstellingen van armoedebestrijding en economische ontwikkeling hebben niet het beoogde succes gebracht. Het is een uitdaging om nieuwe modellen te ontwikkelen en dan is het misschien nét niet te laat om die ‘verborgen’ humanitaire ramp te voorkomen. Leo van der Zwan Bunia, DRC