Met het eindexamen Frans kan de rechter niet uit de voeten
r zijn dingen die niet onder de rechter horen. Neem de zaak van de 18-jarige scholier uit Breda. Zij deed eindexamen vwo en zakte doordat ze voor het onderdeel Frans 0,05 punt tekortkwam. Pech, kun je zeggen. Er zal altijd iemand zijn die met een fractie verschil zakt. Alleen, in dit geval was die grens poreus. En dat leidde tot een kort geding.
Er waren al klachten uit het veld over onduidelijkheid van, en zelfs fouten in de opgaven van het eindexamen Frans. Een lerares becijferde dat het examen voor minimaal 16 procent uit de bocht was gevlogen. En er waren docenten die bekenden zich genoopt te hebben gevoeld om af te wijken van het officiële correctiemodel, omdat zij hun leerlingen niet wilden benadelen.
De klachten troffen doel. Het College voor Toetsen en Examens (CvTE) stelde de honorering van het vwo-eindexamen Frans naar boven bij.
De zaak van de Bredase scholier draaide om een examenvraag met welbeschouwd twee goede antwoorden. Zij koos voor het verkeerde goede antwoord. Maar achteraf kon niet meer onderscheiden worden wie het alternatieve goede antwoord gaf, daarom werd voorzien in een algemene compensatie voor deze vraag. Wie de opgave fout maakte, was dus in het voordeel. Wie het goede antwoord gaf was in het nadeel, want die kreeg niet het volle pond.
Echter, oordeelt de Utrechtse kortgedingrechter, het is niet meer ondubbelzinnig vast te stellen of deze leerling inderdaad werd benadeeld. Vandaar dat het CvTE geen onrechtmatig handelen kan worden aangewreven. Ook al heeft deze rechter vorige week bij de zitting bevestigd dat de leerling „het goede antwoord” gaf, hij moet nu toch oordelen dat ze geen recht heeft op een diploma. Waarmee een gammele examenopgave en een wankele herberekening, beide van het CvTE, deze scholier haar examen kosten.
Ja, grenzen moeten getrokken worden. Maar hoe staat het met het veelgeroemde onderwijs op maat? Past daar niet een cijfer op maat bij? Als een leerling vijfhonderdste punt tekortkomt én eigenlijk een goed antwoord gaf, dan kies je toch voor die leerling, daar hoor je de rechter niet mee op te zadelen. Inderdaad, dat kan weleens niet eerlijk zijn voor de amorfe groep die „de anderen” heet. Maar het is fijn voor de dan geslaagde leerling, want die kan nu verder. Dat is de andere kant van die medaille en die had de voorkeur verdiend.
Al met al moet het CvTE zich dit onverkwikkelijke geharrewar zwaar aanrekenen. Het heeft slechts bestaansrecht als het garant staat voor de best mogelijke eindexamens. Het blaast zichzelf op als het moddert met examens en examinandi.