NPO: meer geld voor online producties, Facebook en Google moeten meebetalen
Wilfred Takken
De publieke omroep NPO gaat zijn online budget verdrievoudigen, van 20 miljoen naar 60 miljoen euro per jaar. Dit om beter in te spelen op de trend dat steeds meer mensen online video kijken, in plaats van gewone tv. De verhoging gaat ten koste van het budget voor lineaire tv en radio. Ter vergelijking: de NPO besteedt jaarlijks 400 miljoen aan televisie.
Dit zei bestuursvoorzitter Shula Rijxman maandag in Hilversum op de seizoenspresentatie van de NPO. Het geld is bedoeld voor het uitbouwen van de video-on-demand-platforms als NPO Plus en het maken van online only programma’s.
Volgens tv-directeur Frans Klein van de NPO moet televisie zich vooral richten op „ must see”: nieuws, sport en live-programma’s waar je met vrienden of het gezin naar kijkt. Volgens Klein zijn de tijden rijp voor samen kijken. Als voorbeeld noemt hij de hoge kijkcijfers van het EK voetbal voor vrouwen. Series en andere vooraf opgenomen video zijn volgens hem geschikter voor online.
De NPO zoekt verder naar een nieuw dagelijks programma in de vooravond, op NPO 1, in de plaats van De Wereld Draait Door, wanneer die talkshow op vakantie is. Het ritme wordt: half jaar op, half jaar af; ongeveer zoals Jeroen Pauw en Eva Jinek hun talkshows afwisselen.
De publieke omroep zoekt nog naar een presentator die dat dagelijkse programma kan presenteren. Rijxman heeft bij voorkeur een vrouw. Klein zoekt een gezicht waar je iedere dag naar kunt kijken.
Rijxman zei in haar toespraak dat grote tech-bedrijven als Facebook en Google voortaan mee zouden moeten betalen aan de publieke omroep, omdat die ook veel zouden verdienen aan het doorgeven van NPO-programma’s. Zij doelde op een nog te ontwikkelen extra belasting voor online-mediaconcerns. Geld van Facebook en Google zou volgens Rijxman in het NPO Fonds moeten, waarin extra geld voor drama en documentaires wordt gereserveerd. „Laat ze iets terugdoen.”