Juncker hoopt euro in alle EU-landen in te voeren
In zijn ‘State of the Union’ is voorzitter Juncker van de Europese Commissie erg ambitieus. „De kansen liggen voor het oprapen.” EU moet ademen met een Oost-long en een West-long
De Europese Unie heeft economisch de wind mee en moet nu haar ambities waarmaken. Dat is de boodschap van Europees Commissievoorzitter Jean-Claude Juncker in zijn jaarlijkse ‘State of the Union’-toespraak woensdag in het Europees parlement in Straatsburg.
Hij had voor de Europarlementariërs veel verrassingen in petto. „In alle EU-landen de euro invoeren en méér democratie en transparantie”, zei Juncker. Zweden en diverse OostEuropese lidstaten betalen nu nog niet met de euro. Op termijn, als ze allemaal aan de eisen voldoen, moeten ze die volgens Europese afspraken invoeren. Denemarken heeft een uitzonderingspositie bedongen, Zweden en Polen willen vooralsnog niet. Juncker belooft extra geld voor lidstaten om invoering van de euro mogelijk te maken. Het is maar een greep uit Junckers lijst met Europese ambities. Duidelijk is: hier spreekt een Com- missievoorzitter vol vertrouwen in de toekomst van de EU. Dat de Unie afgelopen jaren juist zo onder vuur werd genomen door eurokritische partijen lijkt voor Juncker al verleden tijd.
Met die positieve boodschap oogstte hij overwegend applaus. Juncker wil dat de EU gaat werken aan legale routes voor vluchtelingen en hij deed een opvallende oproep om het bestuur van de EU zélf te hervormen. De huidige situatie van twee ‘gezichten’ namens de EU – een Commissie- Commissievoorzitter Juncker voorzitter (Juncker zelf) én een voorzitter namens de Europese Raad (Donald Tusk) – acht hij niet langer werkbaar. Die twee functies moeten „fuseren”. Daarnaast wenst Juncker een aparte Europese minister van Financiën die garant moet staan voor steviger bestuur van de groep eurolanden.
De verbazing was bij veel Europarlementariërs zichtbaar. Was dit dezelfde man die een jaar geleden nog zei dat de EU „in een existentiële crisis” verkeert? Maar Juncker legde ook de nadruk op verzoening – vooral tussen Oost- en West-Europa. Indirect verwees hij daarbij naar de spanningen tussen zijn Commissie en de regeringen in Polen en Hongarije. Volgens ‘Brussel’ ondermijnen de Polen en Hongaren de rechtsstaat en nemen ze het niet zo nauw met gezamenlijke Europese afspraken over democratie.
Maar Juncker ontweek harde uitspraken over de kwestie. „De EU moet ademen met een Oost-long en een West-long”, zei hij. En Roemenië en Bulgarije, die wel EU-leden zijn maar niet in ‘Schengen’ zitten, moeten wat hem betreft snel worden opgenomen in die douanevrije zone.
Juncker wil dus veel. Té veel? Zijn Commissie zou „de Commissie van de laatste kans” zijn om de Europese burger te overtuigen, zei Juncker bij zijn aantreden in 2014. Daarna volgde de ene crisis op de andere en werd Juncker geconfronteerd met steeds luidere euroscepsis in de Unie.
Vandaag is het tij volgens Juncker gekeerd en liggen de kansen in de EU „voor íedereen” voor het oprapen. „In deze EU bestaan geen eerste en tweederangs burgers. Overal in Europa, van Spanje tot Roemenië, moeten de kansen gelijk zijn. In een Unie van vrijheid.” Een vrijheid, zei Juncker, die we soms als iets te vanzelfsprekend beschouwen. „Voor die vrijheid moeten we blíjven strijden.”