Steeds meer Rohingya-vluchtelingen slachtoffer van landmijnen Birmese leger
Bij de explosie van een mogelijk recent geplaatste landmijn bij de grensovergang tussen Birma en Bangladesh is volgens verschillende media ten minste een dode gevallen. Ook zouden vier Rohingya, onder wie drie tieners van 10, 13 en 15 jaar die hun benen verloren, gewond zijn geraakt.
De BBC toonde dinsdag beelden van slachtoffers van landmijnen en van artsen die melden dat er steeds meer gewonden binnenkomen. De Verenigde Naties hebben het over een „schoolvoorbeeld van etnische zuivering” en bevestigden aan CNN dat er inderdaad nieuwe landmijnen zijn geplaatst.
De eerste berichten over Birmese landmijnen werden vorige week door de Birmese regering nog ontkend. „Wie kan met zekerheid zeggen dat ze niet door terroristen zijn geplaatst?” vroeg een regeringswoordvoerder zich af. Ook suggereerde hij dat het zou kunnen gaan om oude landmijnen uit de jaren negentig.
Amnesty International, dat enkele wapenexperts naar Birma stuurde en met ooggetuigen sprak, stelde dit weekend dat de landmijnen wel degelijk van het Birmese leger komen. Een Amnesty-woordvoerder: „Het leger van Birma is een van de weinige in de wereld, naast dat van Noord-Korea en Syrië, dat nog steeds openlijk landmijnen inzet. De Birmese autoriteiten zouden moeten ophouden dit te ontkennen. Al het bewijsmateriaal laat zien dat de eigen troepen landmijnen inzetten die niet alleen illegaal zijn maar die al verschillende burgers hebben verminkt.”
Intussen zijn naar schatting 370.000 Rohingya gevlucht op – 10.000 meer dan vorige week. Ruim duizend vluchtelingen zouden bij hun vlucht zijn omgekomen.
„Boeddha zou de vluchtelingen zeker hebben geholpen”, stelde de Dalai Lama dinsdag in Noord-India. De Birmese regering wees een intussen een voorstel tot wapenstilstand van het Arakan Rohingya Bevrijdingsleger af, omdat „met terroristen niet wordt onderhandeld”.