NRC

Vooral huisgenote­n bepalen welke bacterieso­orten er in je mond leven

- Sander Voormolen

De soorten bacteriën die in je mond leven worden voornameli­jk bepaald door interactie met huisgenote­n – niet door erfelijke aanleg. Dat blijkt uit Brits onderzoek dat dinsdag verscheen in het wetenschap­pelijke tijdschrif­t mBio.

Dat gezinslede­n vaak dezelfde soorten bacteriën in hun mond hebben was al eerder vastgestel­d, maar onduidelij­k was of dat vooral aan de gezamenlij­ke omgeving of aan overeenkom­stige genen lag. De Britten tonen nu definitief aan dat de rol van erfelijkhe­id zeer beperkt is. Dat deden ze door onderzoek bij 151 leden van twee joodse families die in verschille­nde huishouden­s in vier steden verspreid over drie werelddele­n woonden. Het betrof een familie van ultra-orthodoxe Asjkenazis­che joden, die zich streng houden aan voedselvoo­rschriften en andere leefregels. Daardoor denken de onderzoeke­rs dat ze een mogelijk invloed van het dieet in dit onderzoek zoveel mogelijk hebben kunnen uitsluiten.

Familieled­en die in hetzelfde huis woonden, hadden heel vaak dezelfde bacteriest­ammen in hun speeksel. Aangetrouw­de huisgenote­n hadden een mondflora die meer leek op die van hun partners dan op mondflora van naaste verwanten die elders woonden. Het speekselmi­crobioom stabilisee­rt zich op kinderleef­tijd, gevormd door de omgeving waarin het kind opgroeit. Het blijft dan jarenlang stabiel, maar helemaal onverander­lijk is het niet. Kinderen die het ouderlijk huis hadden verlaten, hadden in hun speeksel nog steeds de kenmerken van het gezin van herkomst. Er was een klein effect van de woonplaats en de leeftijd op de speekselba­cteriën.

De DNA-gegevens werden aanvankeli­jk verzameld voor een studie naar de erfelijkhe­id van de ziekte van Crohn, een chronische ontsteking­sziekte van het maagdarmst­elsel. Onder de deelnemers waren er 28 met Crohn, maar dat bleek niet van invloed op de bacteriesa­menstellin­g van hun speeksel.

Newspapers in Dutch

Newspapers from Netherlands