Kuiterts pleidooi voor seculiere politiek is nog steeds actueel
ls theoloog liep Harry Kuitert, die afgelopen weekeinde op 92-jarige leeftijd overleed, altijd uit voor de troep. Die zin keert in alle necrologieën die nu over hem verschijnen steeds terug. Kuitert, die begon als predikant na de oorlog, in Zeeland, die christelijke dogmatiek doceerde aan de Vrije Universiteit, en die vooral na zijn emeritaat bestsellers schreef over zijn afscheid van het geloof der vaderen, belichaamde de secularisatie van een hele generatie. Het verschil was: hij bedacht het eerder én hij wist zijn gedachten trefzeker onder woorden te brengen. Een klassieke voordenker die anderen tot nadenken bracht.
De teneur van de stukken over Kuitert in christelijk Nederland, waar hij velen op de ziel heeft getrapt, is dat hij nu al tot het verleden behoort. Een ‘afrekentheoloog’ zo wordt hij genoemd in Trouw. Kuiterts woorden zouden alleen voor zijn eigen generatie waardevol zijn geweest, „zo snel is de echo ervan weggestorven”. Ook dat klinkt als een afrekening – in eigen milieu.
Vermoedelijk overstijgt Kuiterts stem echter de draagwijdte van de eigen kring. De honderdduizenden boeken van zijn hand die de afgelopen decennia zijn verkocht, werden gelezen door een breed geschakeerd publiek.
De reden hiervoor is niet alleen omdat hij toegankelijk schreef over een complexe materie, maar ook omdat hij zich over meer uitsprak dan iets als de menswording van Christus.
Kuitert bemoeide zich met praktische ethische kwesties, rond abortus of de zelfgekozen dood. Kwesties die iedereen aangingen. En hij deinsde er niet voor terug om zich over het politiek domein uit te spreken. Overigens, ook hier is zijn ontwikkeling goed te zien. In 1985 wilde hij in Alles is politiek, maar politiek is niet alles christenen er nog voor behoeden dat ze op het verkeerde paard (politiek) zouden wedden en de christelijke inzet zouden vergokken. Twintig jaar later, in 2008, waarschuwde hij juist politici tegen de religie in Dat moet ik van mijn geloof. Godsdienst als troublemaker in het politiek domein. Kuitert was intussen tot de conclusie gekomen dat „alle spreken over Boven, (...) van beneden (komt)”. Iemand die deelneemt aan de inrichting van de samenleving, zei hij tegen deze krant, moet zijn standpunten ontdoen van „het absolute dat met het geloof meekomt”. Hij beschouwde religie inmiddels als een potentieel gevaarlijke ideologie, niet alleen de islam ook het christendom. Het publieke domein zag hij als bufferzone tussen de verschillende overtuigingen. En dat is een stelling die nog altijd geldig is. Zeker nu zich weer een kabinet met een confessionele rand aandient.