Hollandse invasie in Toronto
Het filmfestival van Toronto is belangrijk voor de lancering van Nederlandse films. Maar films verdwijnen er ook snel in het overstelpende aanbod.
Mike van Diem vat het kort en bondig samen. Tulipani. Love, Honour and a Bicycle, die afgelopen weekend zijn wereldpremière beleefde op het filmfestival van Toronto, is een ‘immigration story’. En daar houden ze van in Canada: „Het is er zelfs een heel eigen genre.” Tulipani vertelt in een kleurrijke stijl het verhaal van een Zeeuwse boer die na de Watersnoodramp van 1953 op de fiets naar Italië vertrekt om daar tulpen te gaan kweken.
Misschien zou je de film zelfs een ‘double immigration drama’ moeten noemen, want de avonturen van de boer worden door verschillende personages verteld aan zijn dochter, die als klein meisje naar Canada kwam en nu terugkeert om de as van haar moeder te verstrooien. In de ogen van de een was hij een kungfuheld die het opnam tegen de lokale maffia, in de ogen van de ander een romantische dromer die niet eens wist hoe je spaghetti moet eten.
Van Diem nam het project over van Marleen Gorris, „als een soort crisismanager”, en voltooide de film met veel plezier. „Met mijn vorige film De surprise had ik weer ervaren hoezeer ik het op de set staan had gemist, dat familiegevoel van samen iets maken, dus dit project kwam als geroepen. Het is een film geworden over de kunst van het verhalen vertellen.”
Immigratieverhalen en geëngageerde verhalen in het algemeen doen het goed in alle programma-onderdelen van het Toronto International Film Festival (TIFF), al zal dat niet de enige reden zijn dat Tulipani werd geselecteerd. Van Diem is geen onbekende, ook zijn debuutfilm Karakter was in Toronto te zien. Hij heeft wel gemengde gevoelens over het festival: „Er draaien zo veel films. Maar het is ook het beste publiek ter wereld. Als zij je film mooi vinden, wordt er nergens anders ter wereld hartelijker geapplaudisseerd.”
Ook het feit dat het een Canadese coproductie is maakt Toronto het ideale lanceerplatform voor een internationale carrière voordat de film later deze maand het Nederlands Film Festival zal openen. Die functie vervult het festival al zeker tien jaar voor Nederlandse films. Paula van der Oests Woody Allen-hommage Zus & Zo begon hier haar weg naar de Oscars, tijdens de door 9/11 overschaduwde editie van 2001. Net als vorig jaar Mijke de Jongs radicaliseringsdrama Layla M., dat dit jaar de Nederlandse inzending voor de Oscars is.
Naast Tulipani zijn er nog drie Nederlandse speelfilms geselecteerd, waaronder de wereldpremière van Urszula Antoniaks
Beyond Words. Deze prikkelende, gestileerde zwart-witfilm gaat over de grijs- en grauwtinten in het leven van een succesvolle jonge Poolse advocaat in Berlijn, die zo sterk is geassimileerd dat hij zijn eigen identiteit bijna helemaal is kwijtgeraakt. Het geïnverteerde immigratiethema werd positief gewaardeerd in recensies in vakblad
Screen International en webmagazine The Film Stage. Een festivalleven lijkt al verzekerd: na Toronto doet de film mee in de competitie van San Sebastian.
Regisseur Marleen Jonkman is met haar speelfilmdebuut La Holandesa een van de ‘Directors to Watch’ van het Discovery-programma, en haar film maakt met die van Antoniak deel uit van het eenderde deel van het festival dat uit films van vrouwen bestaat, waarmee TIFF een enorme voorsprong op andere festivals heeft. Roadmovie La Holandesa volgt een Nederlandse vrouw van een jaar of dertig na een miskraam door Chili.
Verder wordt ook Boudewijn Kooles moeder-dochterdrama Verdwijnen getoond, die eerder al in Nederland uitkwam. Actrice Rifka Lodeizen, die in die laatste twee films de hoofdrol speelt, is wel in Toronto, maar zit op haar hotelkamer een scenario te schrijven, vertelt regisseur Jonkman.
Tussen de internationale gasten door is goed te zien hoe belangrijk TIFF voor de Nederlandse film is. Programmeurs van filmtheaters nemen het nieuwe aanbod door. Distributeurs houden hun kaarten nog even voor de borst. Producenten leggen contacten. En filmmakers wachten met spanning op de eerste recensies. Die laten nog op zich wachten. Toronto is met z’n 400 films niet zo overzichtelijk als Cannes en Venetië. Er zijn hier meer Hollywoodfilms en -sterren dan in Cannes en Venetië bij elkaar, maar ze hoeven niet elke avond allemaal over de rode loper zoals op de Europese prestigefestivals die veel meer glamour hebben dan het ontspannen Toronto. Maar hier geldt net zo goed als daar: als er niet over je wordt geschreven, dan bestaat je film nog niet.
Ook de korte film Catastrophe van Jamille van Wijngaarden is geselecteerd voor de 42ste editie van het festival. Van Wijngaarden en producenten Derk-Jan Warrink en Koji Nelissen vertellen hoe zelfs een animatie van twee minuten je tientallen ‘business meetings’ met festivals, distributeurs en programmeurs van onlineplatforms kan opleveren. Catastrophe is ongetwijfeld een van de bestbezochte Nederlandse films van het afgelopen jaar. De film over een goedwillende kat, een bewusteloos vogeltje en een desastreuze kettingreactie draaide afgelopen maanden in Pathé als voorfilm bij Spider-Man: Homecoming.