De nieuwe Luiten dient zich nog niet één, twee, drie aan
De spoeling van Nederlands golftalent is dun en de bond zoekt naar oplossingen. „We moeten jonge spelers proberen te beschermen.” Nederland heeft 370.000 golfers, maar het jeugdaandeel daalt flink
Frank Huiskamp
Natuurlijk had hij al even naar de twee golfers gekeken met wie hij zijn eerste ronde ooit op de KLM Open samen over de baan zou lopen. Nordin van Tilburg glimlacht. Het 17-jarige golftalent uit Nederland loopt donderdag met de drie jaar oudere Canadees Austin Connelly. Met zijn veertiende plek op het Brits Open dit jaar kreeg Connelly al complimenten van winnaar Jordan Spieth, die dezelfde swingcoach heeft. De ander, de 26-jarige Engelsman Tom Lewis, werd in zijn eerste jaar op de Europese Tour in 2011 verkozen tot beste debutant.
„Het is belangrijk dat ik het niet te belangrijk maak voor mezelf”, zegt Van Tilburg. „Ik wil kijken hoe die twee anderen het aanpakken, van ze leren.” Naast hem op een stoel vult Jerry Ji – ook 17, ook debutant – hem aan. „Eigenlijk maakt het niet uit. Iedereen is hier een niveautje hoger.”
Aan een statige tafel in een even zo statige kamer van het clubhuis van The Dutch zitten twee jonge Nederlandse golftalenten, beiden amateurs. Van Tilburg won dit jaar het NK onder de 18, Jerry Ji dat onder de 21. Ze kregen van de organisatie een wildcard voor wat, in het beste geval, een leermoment is dat niet twee, maar vier dagen duurt. Ze maken deel uit van een spoeling die in ieder geval bij de mannen heel dun is. Joost Luiten, titelverdediger op de KLM Open deze week, is de enige Nederlandse man op de Europese Tour en achter hem is er een flink gat.
Zorgwekkend
Er moeten dingen veranderen bij de jonge golfers die er al zijn, zeggen de mensen die dagelijks met de toekomst van het Nederlandse golf worstelen. Maar het is om te beginnen zorgwekkend dat de instroom steeds beperkter wordt. Nederland heeft 370.000 geregistreerde golfers, in Europa aanzienlijk voor zo’n klein land, maar het jeugdaandeel is klein en daalt flink. „Het is in de afgelopen tien jaar gehalveerd, naar 6.000. Er gaat daar veel mis. Ligt dat aan slecht beleid van ons? Nou ja, deels”, zegt Jeroen Stevens, directeur van golfbond NGF. „Veel verantwoordelijkheid ligt ook bij clubs. Het is geen populaire sport onder de jeugd; we willen golf weer naar scholen brengen.”
Het talent dat er al wel is, moet intensiever gaan trainen, beter begeleid worden, selecties moeten hechter en competitiever onderling. En nog belangrijker: Nederland moet complete spelers gaan leveren, geen ‘drivingrangegolfers’, zoals Maarten Lafeber, oud-winnaar van de KLM Open in 2003 en sinds begin vorig jaar bondscoach, ze noemt. Complete spelers, niet jongens en meiden die een bal hard weg kunnen rammen. Joost Luiten verdedigt bij de KLM zijn titel van vorig jaar. „We zijn van toonaangevend amateurland naar middenmoot gegaan”, zegt Stevens. Als het aan hem ligt, maakt een succesvolle amateur je ook makkelijker succesvol prof. „De stap is dan kleiner. Eerst eens als amateur internationaal winnen, zoals Joost [Luiten], Robert-Jan [Derksen] en ik dat deden en dan pas die stap maken”, zegt Lafeber. Wat vooral gebeurt, is dat die stap te snel wordt genomen. „We moeten die jonge spelers proberen te beschermen. Dan worden ze pro, betalen ze overal inschrijfgeld en zijn ze binnen een paar jaar failliet en staan ze in de verkoop in de golfwinkel”, zegt Lafeber.
De NGF wil de begeleiding beter verzorgen. Want de concurrentie is moordend en je bent aan jezelf overgeleverd. Alleen tennis is misschien nog meedogenlozer. „Maar je kunt ze niets verplichten”, zegt Lafeber. „Je krijgt met school te maken, ouders.”
De rol van ouders is anders dan vroeger, merken ze. Er gaat nu geen dag voorbij zonder telefoontje van een vader of moeder voor wie het niet snel genoeg gaat met hun kind. „Ik had een keer een vader aan de telefoon die me vertelde dat hij op een toernooi in Amerika Jason Day [ex-nummer één van de wereld] had zien spelen en dat het niveau echt niet veel beter was dan de amateurs. Tja, dan ben ik er al klaar mee.”
Nieuwe Joost
Ji en Van Tilburg hebben zulke ouders niet, zeggen ze even later. Ze hebben geen enkele haast, willen eerst écht goed worden. Van Tilburg gaat na zijn vwo een tussenjaar nemen en kijken of hij alleen met golf verder kan, Ji wil naar een college in de VS en daar spelen. „Natuurlijk hoor ik ook weleens: word jij de nieuwe Joost?” zegt Van Tilburg. „Ik wil de beste golfer worden die ik kan zijn. En of dat dan zo goed is als, of beter dan hij, ach.”