Hoe maak je huizen bestand tegen een orkaan? Een paar do’s en dont’s
Orkaan Irma verwoestte op Sint-Maarten vele huizen. Hoe maak je een orkaanbestendig huis? Gebruik staal. Vermijd de hoogte.
Als hoogleraar Rob Nijsse de ingestorte huizen op Sint-Maarten opnieuw mocht opbouwen, wat zou hij doen? En wat zou hij niet doen?
De eerste do: zo snel mogelijk beginnen met een groot plan. „Anders gaat iedereen z’n eigen provisorische optrekje weer in elkaar timmeren en schroeven en dan ben je te laat. De wederopbouw móét nu goed gebeuren. Anders heb je deze ramp bij de volgende orkaan weer.”
Nijsse is hoogleraar building engineering en structural design bij de faculteit civiele techniek aan de Technische Universiteit Delft. Zijn kantoor kijkt hoog uit op een enorme hal, het Stevin II-lab waar de sterkte en stevigheid van gebouwen wordt onderzocht. Beneden knort een betonmolentje, een paar mannen staan muurtjes te metselen.
In dit lab onderzoekt de universiteit onder meer de gevolgen van de aardbevingen in Groningen. De hoogleraar loodst het bezoek langs een rijtje gemetselde muurtjes van een paar meter hoog. Door het voegwerk lopen imposante scheuren. Die zijn veroorzaakt door de installatie die de muurtjes – bij wijze van seismic loading – heen en weer schudt. Slimme software berekent welke breukpatronen het gebouw echt kwetsbaar maken en wanneer de breuken nog wel dichtgesmeerd kunnen worden. „We weten prima wat de draagkracht van baksteen is. Maar wat is de reststerkte van een muur als er een scheur is zit? Dat zoeken we hier uit.”
Meer mensen in zijn vakgroep zijn bezig met ‘resilient’ bouwen, nu het klimaat onbestendiger wordt. Diezelfde middag organiseert zijn promovendus Pieter Ham bijvoorbeeld een symposium over overstromingsbestendig bouwen, met drijvende modulaire woningen en landbouw op het water.
Er is grote overlap tussen orkaanbestendig en aardbevingsbestendig bouwen, legt Nijsse al schetsend uit. „Huizen zijn gebouwd om weerstand te bieden tegen zwaartekracht. Maar wind en bevingen geven horizontale krachten, daar kunnen huizen slecht tegen.” Een grote orkaan als Irma is ruwweg te vergelijken met een beving van 4,5 op de schaal van Richter, zegt hij.
Hoe maak je een huis daartegen bestand? Een paar do’s en dont’s.
Do: bouw met staal
Nijsse zou zo snel mogelijk stalen balken en kolommen naar Sint-Maarten verschepen. Daar moet het skelet van de nieuwe huizen van worden gemaakt. Nijsse: „Staal is vele malen sterker dan hout. Je kunt het snel maken en goed verplaatsen.”
Nog beter is natuurlijk om op het eiland zelf een staalfabriekje te bouwen. „Dan kan Sint-Maarten misschien ook voor de buureilanden bouwmaterialen gaan maken en zo biedt het fabriekje ook werkgelegenheid.”
Do: bouw met prefab onderdelen
Voor de vloeren zou Nijsse prefab (kant-en-klare) betonplaten of houten platen laten aanrukken: dat werkt lekker snel. Of maak ze ter plekke zelf. Beton ligt meer voor de hand, want waar haal je op zo’n eiland al dat hout vandaan. En voor de muren? „Metselwerk, houten panelen, het maakt niet zo veel uit. Als het maar stevig in elkaar zit.” Wat je niet moet doen, is complete standaard prefabhuizen aanbieden. „Je moet niemand in een keurslijf passen. Mensen moeten hun huizen kunnen customizen. Er moeten verschillende formaten en prijsklassen komen.”
Do: gebruik structuurelementen.
De wanden zijn het kwetsbare punt bij veel goedkope huizen, zegt Nijsse. De buitenwanden krijgen tijdens een orkaan grote stoten wind te verduren, die van alle kanten kan komen. Daar kunnen ze alleen weerstand tegen bieden met ‘structuurelementen’: schuine palen of stevige tussenwandjes die haaks op de buitenwanden staan. In veel slecht gebouwde huizen ontbreken die wandjes helemaal, of zijn ze van bordkarton gemaakt. Daardoor vallen de buitenmuren gemakkelijk om.
Don’t: plat dak
De daken van de nieuwe huizen moeten absoluut schuin zijn. Nijsse: „Ik hou niet van platte daken met al die regen. Leuk hoor, een dakterras. Maar water duwt de balken naar beneden. De plas water op je dak wordt zo groter, en dat is al gauw een enorme belasting.” Bamboe kan een prima dakbedekking zijn die goed lokaal is te kweken en snel groeit, zegt hij. „Weer een duurzame bron van werkgelegenheid.”
Don’t: karige afwerking
Het hoofdskelet van een huis is één ding, ook de afwerking moet stevig zijn, zegt Nijsse. Bij een beving of orkaan moeten niet opeens deuren kapot gaan of ramen breken. „Het skelet kan wel stevig genoeg zijn, maar als de wind in het gebouw kan komen, dan” – hij zwaait zijn armen in de lucht – „tilt die het hele huis op”.
Don’t: de hoogte in
Dit is een zwaktebod, vindt Nijsse eigenlijk. Hoogbouw is namelijk prima stormbestendig te krijgen. Het is alleen veel en veel duurder. „Laagbouw kun je met minieme middelen stevig maken, dat kost tussen de 20 en 30 procent extra. Voor hoogbouw is het zo’n 100 procent duurder.” In een arm gebied ligt het zeker voor woningen voor de hand om lager bij de grond te blijven. Orkaanbestendig bouwen is helemaal niet zo moeilijk, zegt Nijsse. Er zijn wel innovaties, zoals hogesterktebeton en kunststof strips die de muur ‘bij elkaar trekken’. Maar het kan ook al goed met bestaande middelen. „De mogelijkheden zijn allemaal bekend.” Het kost alleen geld. Maar Nijsse is daar stellig over. „Dit moet gewoon betaald worden. Er mogen niet van die armoedige huisjes terug komen.”