Moet je voor de sleepwet wel dat botte ja-nee-kanon in stelling brengen?
Voor een realistischer beeld moest je woensdagavond naar De Balie. Daar vond een lange en opmerkelijk diepgravende discussie plaats tussen tegenstanders van de nieuwe wet, zoals Amnesty, en voorstanders, zoals hoogleraar Paul Abels. Ze bleken het op grote lijnen juist eens te zijn. Ja, die wet uit de tijd van de satellietcommunicatie moet worden aangepast aan de glasvezelkabel.
Abels legde de procedure nog eens helder uit: geen „massasurveillance”, maar bundels data die „in een bak” gaan, die computers vervolgens filteren op specifieke termen. Alleen die vangst wordt echt uitgelezen, de rest vernietigd. En zelfs dan kan er alleen rechtsvervolging komen na de „normale bewijsvoeringsprocedure”.
Uiteindelijk is het twistpunt terug te brengen tot de waarborgen in het toezicht. Abels vertrouwt op het „sociaal contract” en op de toezichthoudende rechters. Zelfs als die per vergissing gesprekken van onverdachte burgers laat uitlezen „heeft dat geen rechtsgevolgen”.
Stelt dat gerust? Allerlei instanties als de Raad van State en WRR hebben genuanceerde kritiek op dit toezichtmechanisme. Goed dus als daar nog eens grondig naar gekeken wordt.
Voorbij alle retorische pret lijkt dat ook Lubachs inzet te zijn, maar moet je hier dat enorm botte ja-nee-kanon van het referendum voor in stelling brengen? Dat kweekt vooral irreële verwachtingen en wrevel omdat straks de vermeende ‘volkswil’ weer eens niet is opgevolgd.
Verstandiger zijn de initiatieven die de wet door rechters willen laten beoordelen, zoals het Europese Hof en het EHRM. Die kunnen veel zinvollere wetsaanpassingen afdwingen dan zo’n raadgevend referendum. Genuanceerder, gedegener en ook saaier. Maar liever dat, dan onze farao die zich opwerpt als de Jan Roos van progressief Nederland.