Ze weigert te oordelen. Weet zij veel wat hen drijft
Lamyae Aharouay zoekt de Gewone Nederlander. In deel 2 vindt ze in Arnhem een zzp’er.
De Gewone Nederlander staat me al op te wachten in de voortuin van haar gewone rijtjeshuis in Arnhem. Ze heeft een ongewone bos roodoranje krullen. Daar had ze me al voor gewaarschuwd in haar mail. Daarin schreef ze dat ze na lang nadenken tot de conclusie was gekomen dat ze een ECHTE Gewone Nederlander is. Ze heeft een man en twee kinderen, een jongen en een meisje, heel gewoon. Ze woont in een doorzonwoning met een hypotheek van 250.000 euro. De gemiddelde hypotheek in Nederland bedraagt 281.000 euro, dus dat is heel gewoon. Achter het huis een tuintje en een schuurtje voor de fietsen. Een gezinsauto, een gewone Toyota. In de zomer gaat de Gewone Nederlander kamperen in Frankrijk. Zij is ontslagen tijdens de crisis en nu zzp’er, maar ook aan het solliciteren naar een vaste baan. In deze tijden ook heel gewoon. Haar man werkt gewoon fulltime bij een non-gouvernementele organisatie.
We lopen naar binnen. Halletje door, woonkamer in. Een gewoon interieur, eethoek, open keuken, groot bankstel vol kussens. Op de bank zitten de ouders van de Gewone Nederlander. In fietskleding, want ze zijn komen fietsen vanuit hun vakantiehuisje. Zoals vaker als onbekenden elkaar treffen is het even ongemakkelijk stil. Haar ouders vertellen dat ze heel veel fietsen, of ze reizen met het openbaar vervoer. Ze bezitten namelijk geen auto, al niet sinds pa ma ontmoette. Een auto is slecht voor het milieu en alle kleine beetjes helpen. Ik hoop vurig dat ze mijn stinkende, lekkende diesel niet hebben zien staan. Ma heeft last van haar knie. Pa begint over de indeling van steden, en dat fietspaden het verliezen van autowegen. De Gewone Nederlander rolt op de achtergrond met haar ogen.
Dan is het tijd om naar de dansles van de dochter te gaan. Ze zit op streetdance in het buurthuis dat best nieuw en vooral erg groot is. De Gewone Nederlander en haar kinderen gaan op de fiets, want de kinderen zijn autoziek. Ik overweeg ongezien naar mijn auto te tijgeren na het milieuverhaal van haar ouders.
Het buurthuis heet Rozet en huisvest ook een bibliotheek, een café en studieruimtes. Terwijl de dochter aan het dansen is, zit ik in het café met de Gewone Nederlander en haar echtgenoot, die we tegen zijn gekomen in het buurthuis waar hij achter zijn laptop zat te werken. De zoon speelt een spelletje op de telefoon van zijn vader en heeft trek.
De Gewone Nederlander zegt dat ze zich bevoorrecht voelt. Ze heeft een sociaal en financieel vangnet. Toen ze een burn-out kreeg na de geboorte van haar zoon lag ze er even uit. Er kwam geen geld binnen, er ging wel geld uit om behandeld te worden. Ze kon de zorg van de kinderen even niet aan. Haar ouders en schoonouders stonden klaar. De Gewone Nederlander beseft dat niet iedereen dat heeft.
Toen het aantal vluchtelingen in Nederland in rap tempo toenam en een aantal geplaatst werd in de koepelgevangenis in Arnhem, was ze er meteen bij om te helpen. Ze heeft nog steeds contact met een van de Syrische gezinnen, daar gaat ze maandelijks langs. De zoon heeft nog steeds trek. De Gewone Nederlander tovert een banaan uit haar tas. De Gewone Nederlander en haar Gewone Echtgenoot weten ook niet wat de criteria zijn om Gewoon te zijn. Ik vraag of het een materialistische checklist is, gezien de opsomming die ze mailde. Of is het juist een combinatie van eigenschappen? Doorzettingsvermogen, kansen grijpen, optimisme. We komen er niet uit.
De Gewone Nederlander is gewoon heel aardig en empatisch. Zo aardig en empatisch dat ik haar probeer uit te lokken. Wat vindt ze van mensen die onnodig thuis zitten en een uitkering trekken? Wat vindt ze van jeugd die op straat hangt en anderen lastig valt? De Gewone Nederlander weigert te oordelen. Weten wij veel wat die mensen daartoe drijft. Chocolademelk, latte macchiato’s en water. Haar echtgenoot rekent af. Als ik Arnhem weer uitrijd in mijn stinkende, lekkende auto moet ik even nadenken of de Gewone Nederlander eigenlijk niet gewoon veel te naïef is. Ik denk het niet. We mogen in onze handen knijpen als deze Gewone Nederlander, die niet boos is maar probeert te begrijpen, definieert wie wij zijn.
Zij heeft een sociaal en financieel vangnet. Dat heeft niet iedereen, weet ze