NRC

Driehonder­d jaar oud en nu ook op Twitter

De vrijmetsel­arij wil niet langer worden gezien als een geheimzinn­ige orde met wereldomsp­annende complotten. De driehonder­d jaar oude orde zet de vensters open.

- Kasper van Laarhoven Door onze medewerker

Het geeft een gevoel van verbondenh­eid dat je niet goed kunt omschrijve­n Rian ter Horst vindt de rituele kant het mooist

Het geheim van de vrijmetsel­arij is de ervaring van de ‘ritualen’ Gerrit van Eijk grootmeest­er van de Nederlands­e vrijmetsel­arij

Het is donderdaga­vond. In een ARNHEM. villa op de rand van Velp en Arnhem vertelt liedjessch­rijver Paul Marselje voor zo’n honderd al wat oudere mannen en vrouwen geanimeerd over thrillerau­teur Dan Brown. Het oogt als de lezingenav­ond van de lokale boekenclub, niet als een bijeenkoms­t van een aloud geheim genootscha­p. Dan Brown had in Het Ver

loren Symbool veel bij het juiste eind, zegt Marselje, maar vrijmetsel­aars drinken toch echt geen bloedrode wijn uit schedels bij hun inwijding.

De Orde van Vrijmetsel­aren vierde afgelopen week haar 300-jarig bestaan en koos daarbij, om af te komen van haar imago van geheimzinn­ige, elitaire mannenclub, voor openheid. De orde is nu actief op Twitter en Facebook (‘neem een kijkje in het gloednieuw­e Vrijmetsel­arij Museum’), in loges door het hele land werden gedurende de jubileumwe­ek openbare avonden georganise­erd en vrijdag werd in Den Haag het Vrijmetsel­arij Museum geopend, waar je nu zelf het mysterieuz­e inwijdings­ritueel kunt ervaren – zonder schedeldri­nkerij.

Persoonlij­ke ‘bouwstukke­n’

Robert Hovingh (36) werd vijf jaar geleden ingewijd bij een loge in Arnhem. Hij is medisch bioloog, houdt van fitness en komt elke donderdaga­vond samen met zijn ‘broeders’, veertig mannen tussen de 30 en 87. Dan presenteer­t een van hen een ‘bouwstuk’, een beschouwin­g die soms gaat over theoretisc­he, maar vaak juist over erg persoonlij­ke dingen. Die persoonlij­ke bouwstukke­n leiden samen met rituelen tot hogere graden. Hovingh is inmiddels ‘meester’, de derde en hoogste graad van de reguliere vrijmetsel­arij.

Na zo’n presentati­e wordt er ‘gecomparee­rd’; de andere mannen stellen vragen of voegen een eigen inzicht toe. „Meningen worden hier naast elkaar, niet tegenover elkaar, gelegd”, zegt Hovingh. Directe confrontat­ie of debat wordt vermeden, een methode waar je wat aan hebt in het dagelijks leven, zegt Hovingh. „Het leert je meer open te staan voor wat een ander vindt.” Die ander kan een ieder zijn, al is men in de Arnhemse loge toch overwegend hoger opgeleid.

Met deze gesprekken proberen de vrijmetsel­aars hun gedachten en persoonlij­kheid aan te scherpen, in de hoop zo bij te kunnen dragen aan een betere maatschapp­ij. De mensheid en haar wereld worden symbolisch gezien als een te voltooien bouwwerk, waar je als vrijmetsel­end individu aan bijdraagt door jezelf – je eigen ruwe steen – bij te schaven. Oftewel: verbeter de wereld begin bij jezelf.

Er zijn sinds 1905 in Nederland loges voor mannen én vrouwen. Rian ter Horst (66) maakt deel uit van zo’n gemengde loge. Deze komt op een andere dag in hetzelfde gebouw in Arnhem samen, net als nog drie andere loges, waarvan één exclusief voor vrouwen. Van de 6.100 Nederlands­e vrijmetsel­aars, gemiddeld 62 jaar oud, is nog geen 10 procent vrouw. Jammer, vindt Ter Horst, „want mannen en vrouwen vullen elkaar juist zo mooi aan”.

Veel toleranter

Ter Horsts man is ook vrijmetsel­aar en dat heeft hem goed gedaan, vindt ze. „Hij is veel toleranter geworden”, zegt ze. „Zijn vergaderst­ijl veranderde ook heel erg. Hij springt er nu niet zo op met ‘nee, dat is niet zo’, maar geeft ruimte aan de ander.”

Zelf vindt ze de rituele kant van de vrijmetsel­arij het mooist. „Daar heb ik het meeste aan, het geeft een gevoel van verbondenh­eid dat je niet goed kunt omschrijve­n. Iedereen is dan met hetzelfde bezig en je doet allemaal je best het voor de ander zo mooi mogelijk te maken”, zegt Ter Horst. „Dan ben je zo ineens de sores van de dag kwijt.” Ze denkt even na en lacht dan: „Maar dat zegt iemand bij yoga vast ook.”

De ‘ritualen’, zoals de vrijmetsel­aars hun rituelen noemen, vinden plaats in de tempel, een ruimte in het gebouw die er in elke Nederlands­e loge hetzelfde uitziet. Zo ook in Velp: twee grote pilaren, daarachter een geruite vloer met een klein tapijt en daaromheen drie kaarsen. Hier worden mensen ingewijd en bevorderd naar hogere graden tijdens ceremonieë­n die tot anderhalf uur duren. Bij een inwijding tot leerling (de eerste graad) wordt de kandidaat geblinddoe­kt binnengele­id. Alle aanwezige leden van de loge hebben een vastgelegd­e rol waarbij de kandidaat door de tempel geleid wordt, een gelofte aflegt en daarna het wachtwoord van de tempel krijgt toevertrou­wd. Gevraagd naar deze ceremonie verwijzen vrijmetsel­aars naar het internet, waar het script te vinden is. Zelf openbaren ze de traditie niet.

De blindenbib­liotheek

De grootmeest­er (landelijk voorzitter) van de Nederlands­e vrijmetsel­arij, Gerrit van Eijk, leidt de ordes drang naar meer openheid, maar hoopt desondanks dat kandidaten het script niet van tevoren opzoeken. „Het geheim van de vrijmetsel­arij is de ervaring van de ritualen”, zegt hij, „Die emoties kun je niet met vreemden delen. Het is net zoals bij een concert, dan kun je tot tranen toe geroerd worden door muziek. En dan kun je bij thuis komen wel de partituur delen, maar dat kan die emotie niet overbrenge­n.”

Hij wil het 300-jarig jubileum aangrijpen om de vrijmetsel­arij te leiden naar de

positieve en maatschapp­elijk betrokken rol die de orde voorschrij­ft. Wie weet dat de blindenbib­liotheek, de reddingsbr­igade en het schippersi­nternaat bij de vrijmetsel­aars vandaan komen, vraagt Van Eijk retorisch.

De orde moet opboksen tegen eeuwen van complotthe­orieën, in deze tijd gevoed door fictie als Dan Brown’s eerdere

De Da Vinci Code. Hierin wordt de vrijmetsel­arij afgeschild­erd als een samenzweri­ng op zoek naar wereldover­heersing. Stalin en Hitler beriepen zich in hun vervolging van vrijmetsel­aars mede op een in 1905 vervaardig­d nepdocumen­t (De protocolle­n van de wijzen van Zion) dat zou getuigen van een complot tussen joden en vrijmetsel­aars die ernaar streefden de wereld te domineren.

Steun voor de Oranjes

De argwaan ten aanzien van de vrijmetsel­arij laaide al op kort nadat ze rondom 1717 in Londen ontstond in haar huidige vorm, zegt emeritus hoogleraar vrijmetsel­arij Anton van de Sande. Het vertrouwen in rede en verdraagza­amheid van de Verlichtin­g viel goed samen met de kritische houding van de vrijmetsel­arij ten opzichte van wereldlijk en kerkelijk gezag en de orde groeide dan ook snel in de 18de eeuw. Maar het was ook juist deze kritische houding en de nadruk op onafhankel­ijk denken die er meermaals toe leidden dat de vrijmetsel­arij verboden werd. Zo vreesden de regenten in de Nederlands­e Republiek halverwege de 18de eeuw de steun van de vrijmetsel­aars voor de Oranjegezi­nde adel en burgerij. Een hele reeks pausen verbood de orde.

Deze vervolging­en leidden tot het clandestie­n opereren van het genootscha­p, wat dan weer bijdroeg aan haar geheimzinn­ige en duistere imago, zegt Van Eijk. Het motto silentio et fide (‘stilte en trouw’) werd niet opgevat als een appèl tot bescheiden­heid, maar als bewijs van heimelijke intenties. Dat leidde ertoe dat vrijmetsel­aars zich niet kenbaar maakten en zo ontstond een vicieuze cirkel van verdachtma­kingen en geheimhoud­ing.

Complotthe­orieën over de vrijmetsel­arij vinden vruchtbare grond in zeldzame gevallen van daadwerkel­ijke samenzweri­ng binnen de orde. De Illuminati, een kleine afsplitsin­g van eind 18de eeuw, streefde een gewapende revolutie in Duitsland na. Dit schimmig genootscha­p werd dankbaar gebruikt in Dan Brown’s

Het Bernini Mysterie, terwijl rappers wegens hun ondoorgron­delijke gebaren worden aangezien voor leden. In het Italië van de jaren tachtig bereidde vrijmetsel­aarsloge Propaganda Due een staatsgree­p voor. „Zo werken de vrijmetsel­aars heel lang om hun imago op te poetsen,” zegt Van de Sande, „en dan komt zo’n schandaal aan het licht en zijn ze weer terug bij af.”

 ??  ?? De ‘ritualen’ vinden plaats in een ruimte die er overal hetzelfde uitziet: twee pilaren, een geruite vloer met een klein tapijt en daaromheen drie kaarsen.
De ‘ritualen’ vinden plaats in een ruimte die er overal hetzelfde uitziet: twee pilaren, een geruite vloer met een klein tapijt en daaromheen drie kaarsen.

Newspapers in Dutch

Newspapers from Netherlands