Nederlands record op de marathon
Op een bakje yoghurt en twee witte boterhammen stijgt Abdi Nageeye boven zichzelf uit. „Ik maakte me druk om het lage tempo.”
Pas bij het uitkomen van de allerlaatste bocht, in het zonovergoten Olympisch Stadion van Amsterdam, heeft Abdi Nageeye door dat hij boven zichzelf is uitgestegen. Het publiek op de hoofdtribune wordt opgezweept door de stadionspeaker en produceert een alles verdovende muur van geluid. De man om wie het gaat hoort niets meer, is doof geworden voor de pijn in zijn benen. Zijn ogen spert hij wijdopen, zijn handen heft hij ten hemel. De klok stopt op 2.08,16 en dat is een nieuw Nederlands record. De tien jaar oude toptijd van Kamiel Maase behoort tot het verleden.
Na de finish kan Nageeye – die kleine man die 28 jaar geleden werd geboren in Somalië maar dat land in de Hoorn van Afrika na vier jaar ontvluchtte en via Den Helder, Oldebroek en later Cuijk in veiligheid opgroeide – niet geloven wat hij zojuist geflikt heeft. Aan een cameraman vraagt hij of het echt waar is. Die knikt. Dan gaan zijn handen over zijn mond en neus. Dit had hij niet voor mogelijk gehouden. Zelfs niet stiekem.
Donderdag was hij tijdens de persconferentie voorzichtig gebleven. In zijn hoofd heette dat realistisch: „Mijn groep gaat weg op een tijd halverwege van 1.03,45. Dat zou goed moeten zijn voor iets onder de 2.09, want ik verlies eigenlijk altijd wel dertig seconden tot een minuut in de tweede helft van de marathon.”
Het is Abdi Nageeye ten voeten uit, zegt Valentijn Trouw, van het befaamde atletenbureau Global Sport Communications, verantwoordelijk voor de topatleten op deze marathon. Hij kwam op dermate jonge leeftijd naar Nederland dat hij de voorzichtigheid en de bescheidenheid van de mensen hier heeft aangeleerd. Doe maar gewoon, dan doe je al gek genoeg. „Terwijl zijn trainingsmaatjes in Kenia en Ethiopië onbegrensd denken. Die lopen gewoon met de eerste groep in de wedstrijd mee terwijl ze weten dat ze zichzelf waarschijnlijk opblazen. Maar wat wil je? In Afrika kom je er niet als je in de tweede groep blijft lopen.”
Behouden van start
Op deze zondag combineert Nageeye het beste van twee werelden. Hij gaat behouden van start, maar als hij op de halve marathon doorkomt in 64 minuten vindt hij dat het te langzaam gaat en begint hij te schreeuwen tegen zijn tempomakers dat het echt harder moet. Hij voelt dat hij in goede doen is. Bovendien roepen zijn collega’s in Kenia en Ethiopië, jongens die al marathons in 2.06 hebben gelopen, al maanden dat hij daartoe ook in staat is. Op trainingen kan hij hen namelijk bijhouden. Waarom zou dat in de wedstrijd dan niet kunnen? Ken- nelijk is dat besef bij Nageeye in zijn zevende marathon ook gaan binnensijpelen, want in de tweede helft van de race verliest hij nu maar een paar seconden. En dat terwijl de weersomstandigheden alles behalve ideaal zijn: de marathon begon met een luchtvochtigheid van boven de 90 procent en de temperatuur liep op tot twintig graden. Nageeye, aan de finish: „Ik maakte me alleen maar druk om dat lage tempo, misschien heb ik daarom wel zo hard gelopen. Van het weer heb ik helemaal niets gemerkt.”
Externe omstandigheden kregen geen vat op een lichaam en een geest die in harmonie samenwerkten. Alles klopte.
In retrospectief kon je de topprestatie van Nageeye al zien aankomen. ’s Ochtends om zes uur bij het ontbijt in het Fashion Hotel te Amsterdam stond de concentratie als op zijn gezicht gebeiteld terwijl hij twee witte boterhammen met kipfilet en een bakje yoghurt naar binnen werkte. Zijn conversaties beperkte hij tot staccato zinnen. Hij zat al in zijn eigen wereld. Aan de grappen en grol- len van collega-lopers Zane Robertson en Khalid Choukoud had hij geen boodschap. Wel verbaasde hij zich over de plukjes Afrikaanse hardlopers die zich tegoed deden aan croissants. Begreep hij niets van. Toen er even na zeven uur twee bussen voor werden gereden, zonderde Nageeye zich met een blauwe koptelefoon op zijn hoofd af van de rest van de topatleten. Zoveel beroepsernst bij een anders zo ontspannen jonge kerel verried geloof in de eigen mogelijkheden.
Mentale gesteldheid
In de laatste kilometers van de Amsterdam Marathon kwam Abdi Nageeye alleen te lopen. Een moment waarop toch vooral de mentale gesteldheid van een atleet op de proef wordt gesteld: heeft hij de voorbije maanden zo goed getraind dat hij nu in staat is die opgebouwde zelfverzekerdheid om te zetten in een pijnstillende vorm van superconcentratie? Ja, alles in Nageeye was klaar voor de volgende stap in zijn ontwikkeling: „Kom op Abdi, zei ik tegen mezelf. Het is nog maar zes of zeven minuten. Blijf bij elke stap, blijf in het moment.”
De man die Somalië ontvluchtte en in Nederland leerde dat hij de sterren van de hemel kan lopen, is ’s lands snelste marathonloper aller tijden. „En dan vergeet je alles. Nou ja, bijna alles dan”, zei Nageeye na afloop met een bevrijdende glimlach op zijn gezicht.
Nageeye verbaasde zich over de Afrikaanse lopers die croissants aten