De tandarts zat onnodig lang aan ze
Merel Thie andaag wordt de strafzaak tegen tandarts Jamrad P. (32) behandeld. Twee patiënten betichten hem ervan dat hij ze met seksuele intenties heeft aangeraakt. Zijn broer, die orthodontist is, staat ook terecht voor het lastigvallen van (andere) patiënten. Maar dat gebeurt in een aparte zaak. De vraag die vrijwel iedereen zich zal stellen – is het toeval dat twee broers hiervan worden beschuldigd? – blijft in de rechtszaal buiten beschouwing.
Jamrad is door het medisch tuchtcollege al, voor grotendeels dezelfde feiten, twaalf maanden geschorst, waarvan tien voorwaardelijk.
De twee patiëntes zijn zussen. Ze dachten aanvankelijk dat ze zich iets inbeeldden, zo terloops waren de aanrakingen door Jamrad. Hij haalde ze bijvoorbeeld op uit de wachtkamer, sloeg een arm om hen heen en liet dan zijn hand zakken naar hun billen. Of hij legde een servet op hun borst voorafgaand aan de behandeling en streek dat dan net wat te uitgebreid glad. Bij het laatste bezoek, vertelt één van de zussen, ‘masseerde’ hij haar rechterborst.
Jamrad P., ontkent. Als zoon van Afghaanse vluchtelingen „uit een gerespecteerde familie” is hij op 10jarige leeftijd in Nederland gekomen en „dankbaar voor de kansen” die hem hier geboden zijn. Hij noemt het „verschrikkelijk hoe verhalen worden omgedraaid”.
Zijn advocaat, Anno Huisman, vraagt zich af waarom de vrouwen voor vervolgafspraken naar de tandarts gingen als ze zijn aanrakingen dubieus vonden.
De zussen zijn niet bij de zitting, maar tegen de rechter-commissaris zei de ene dat ze twijfelde aan haar eigen waarneming. Pas bij haar laatste bezoek, in december 2016, wist ze het zeker: ze beeldde zich het niet in.
Hoewel zelfs de officier van justitie zegt dat „er weleens ergere dingen” voorbijkomen in dit soort zaken, ligt het leven van de twee vrouwen volgens hun slachtofferverklaring volledig in puin als gevolg van de aanrakingen door de tandarts. Een medewerker van Slachtofferhulp leest die voor. Eén van de twee vrouwen heeft nu „veel angst” voor mannen in het algemeen. In de supermarkt vermijdt ze de rij waar een man achter de kassa zit. Ze is blij als de dag voorbij is en ze „niemand heeft hoeven zien”.
Ook het leven van haar zus is totaal gederailleerd door de aanrakingen van de tandarts. „Ik liet het gebeuren en daardoor ben ik mezelf kwijtgeraakt.” Ze kan, zegt ze, niet meer de spontane moeder zijn die ze was. Ze gaat ook „liever de deur niet meer uit”. Zij en haar zus eisen ieder 600 euro smartegeld.
Zijn advocaat probeert de zussen neer te zetten als labiele vrouwen, die Jamrad niet nodig hadden om in de war te raken. Bovendien, suggereert hij, zijn hun verklaringen volledig op elkaar afgestemd. Hij heeft zelfs een motief bedacht: „Het kwartje viel bij mij toen ik hoorde dat één van de zussen nog een openstaande rekening had.” Maar ook twee assistentes hebben gezegd dat Jamrad vrijpostig was, niet zozeer door ze aan te raken (al ‘stoeide’ hij met één van hen) maar vooral door opmerkingen over hun figuur of seksuele voorkeuren. De officier van justitie eist zes maanden onvoorwaardelijke gevangenisstraf tegen Jamrad.
Advocaat Huisman vindt dat zijn cliënt al bijzonder is gestraft als gevolg van de publiciteit. Van de tweeduizend patiënten uit zijn praktijk zijn er na de publiciteit 160 opgestapt. Overigens heeft van die tweeduizend patiënten niet één zich na de publiciteit gemeld met vergelijkbare verhalen. „Dat zie ik als ontlastend”, stelt Huisman.
De rechtbank heeft „geen aanknopingspunten waaruit zou blijken dat aangeefsters liegen”. Dat de zussen in eerste instantie twijfelden aan wat hen was overkomen, vindt de rechtbank „gezien de setting van arts-patiënt en het soort ontuchtige handelingen niet vreemd”. De rechters vinden dat de gevolgen van de negatieve publiciteit voor Jamrad strafverlagend moeten werken, net als de schorsing door het tuchtcollege. Ze leggen een werkstraf van 180 uur op en een voorwaardelijke celstraf van twee maanden. Ook moet hij de slachtoffers 1.200 euro betalen. De zaak tegen de broer van Jamrad wordt aangehouden omdat de rechter nog een getuige wil horen.