Nu banger? Een vrouw is altijd alert
De dood van Anne Faber heeft veel vrouwen bang gemaakt. „De man in de bosjes is een stereotype dat nu wordt bevestigd.”
Judith Glimmerveen (20) laat haar fietslampen in het donker vaak expres uit. „Voor de veiligheid.” De studente heeft een bijbaan in een hostel in Bunnik en moet weleens ’s nachts door de bosrijke omgeving terug naar haar ouderlijk huis in Utrecht. Zonder lichten zien mensen die kwaad willen haar niet, is de achterliggende gedachte. Haar telefoon houdt ze de hele fietstocht in haar hand, in de aanslag om te bellen als er iets engs te zien is. „Als ik thuiskom, ben ik buiten adem.”
Haar vriendin Barbara Alting van Geusau (20) heeft een andere aanpak. „Ik doe mijn muziek juist heel hard aan, als ik in het donker over straat fiets. Ik wil niet op elk geluidje om me heen hoeven letten. Als er iets ergs gebeurt, gebeurt het.”
Twee weken vermist
Afgelopen donderdag werd in Zeewolde het lichaam van de 25-jarige Anne Faber uit Utrecht gevonden. Zij was bijna twee weken vermist nadat ze van huis was vertrokken om een fietstocht te maken. De 27-jarige Michael P. wordt verdacht van betrokkenheid bij haar verdwijning en dood.
Die gebeurtenis heeft veel mensen „op scherp gezet”, zegt Judith Glimmerveen. Ze besprak het uitvoerig met haar studiegenootjes in Enschede en haar jeugdvrienden in Utrecht. De gebeurtenis is, in de woorden van Glimmerveen, „een wake-upcall”. „Waar je altijd al bang voor bent, kan echt gebeuren.”
Onveiliger dan mannen
Maar, daar zijn de vriendinnen heel duidelijk over, de voorzorgsmaatregelen die zij nemen voor ze in het donker de straat op gaan, die zijn niet nieuw. Ze doen dit al sinds ze ’s avonds alleen buiten komen. Vrouwen voelen zich veel onveiliger dan mannen, staat in de Veiligheids
monitor van 2015, een grootschalige jaarlijkse enquête die in opdracht van het ministerie van Veiligheid en Justitie en het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) wordt uitgevoerd. Meer dan 40 procent van de vrouwelijke deelnemers zegt zich weleens onveilig te voelen, tegenover ongeveer een kwart van de mannen.
Barbara Alting van Geusau en Judith Glimmerveen zitten op een bankje aan het water van het Utrechtse Wilhelminapark. Ze eten druiven en chocoladepepernoten, de zon gaat bijna onder. Het is een stadspark met veel bomen, waar de hele dag door veel mensen sporten en de hond uitlaten. Met het mooie najaarsweer van deze zaterdagavond zijn er verschillende groepjes aan het picknicken. Op tien minuten fietsen van het park wordt het landelijker, nog iets verder wordt het bossig. In de buurten rondom dit park wonen relatief veel jonge vrouwen.
Op het pad dat om de vijver slingert, laat Karin van de Wetering (41) haar teckel Jaggy uit. Verderop staat een man in zijn blote bast met een blikje bier in zijn handen. Hij schreeuwt naar mensen die voorbijkomen. „Hem vind ik niet eng”, zegt ze. „Ik ken hem; hij is vaak dronken, dan doet hij dit.” Ze voelt zich zowel overdag als ’s avonds erg veilig in Utrecht, zegt ze aanvankelijk. Maar als ze er langer over nadenkt, bedenkt ze dat ze verschillende aanpassingen doet om veilig te zijn. Het afsluitende rondje met haar hond doet ze altijd in het laatste avondlicht. Als ze in het donker weer naar huis gaat, beweegt ze zich met een boog om het donkere Wilhelminapark heen – slechts een deel is goed verlicht. Haar man neemt die omweg nooit, zegt ze later nog. Ze heeft het hem thuis gevraagd.
Is het terecht dat vrouwen bang zijn?
Je moet het niet alleen hebben over dat gevoel van onveiligheid, onderstreept Renée Römkens, bijzonder hoogleraar gender based violence aan de Universiteit van Amsterdam. „‘Bang’ is een frame”, zegt zij. „Vrouwen gedragen zich anders, omdat er een realiteit is waarin zij vaker lastiggevallen worden.” Römkens doelt vooral op seksueel geweld.
„In de groep vrouwen onder de 25 jaar is 14 procent ooit gedwongen tot seks. Voor jongens liggen die cijfers veel lager: op 3 procent. Dat is een feit”, zegt Römkens. Bijna driekwart van de vrouwen is ooit seksueel geïntimideerd, en één op de tien vrouwen is ooit in haar leven verkracht, blijkt uit cijfers van Atria, het Kennis- instituut voor Emancipatie en Vrouwengeschiedenis waarvan Römkens directeur is. Volgens het CBS deden in 2016 meer dan 2.200 mensen – voornamelijk vrouwen – aangifte van aanranding, ruim 1.500 mensen deden aangifte van verkrachting. Vrouwen zijn vaker slachtoffer van seksueel geweld, maar mannen vaker van mishandeling en bedreiging, blijkt uit de Emancipatiemonitor uit 2016.
De man in de bosjes
De zaak van Anne Faber, die nu bij vrouwen voor een piek in angstgevoelens zorgt, is een „archetypische zaak”, zegt Römkens. „De man in de bosjes is een stereotype dat nu wordt bevestigd en massaal emoties oproept, terwijl dat een minderheid van de zaken is.” Van ruim 55 procent van de vrouwelijke slachtoffers van geweld is de dader een bekende, blijkt uit de Emancipatiemonitor. Bij mannelijke slachtoffers geldt dat voor bijna 40 procent.
Geen van de vrouwen in het Wilhelminapark hoeft lang na te denken om zich een rot-ervaring in de openbare ruimte te herinneren. Alting van Gesau liep een keer met haar oudere zus naar huis. Een man bood herhaaldelijk 50 euro voor seks met haar zus. Minutenlang liep hij achter hen aan. Ze begonnen te rennen en uiteindelijk schudden ze hem af. Gek genoeg heeft die ervaring haar ook zelfverzekerder gemaakt. „Het was zó ontzettend eng, maar uiteindelijk is er niets gebeurd.” Als zich weer een vervelende situatie voordoet, probeert ze die goede afloop in haar hoofd te houden.