De ouderenarts Bert Keizer, werkzaam voor Levenseindekliniek
„In het artikel beschrijft NRC , tot mijn opluchting, dat het goed mogelijk is om een effectieve overdosis te bemachtigen voor een zachte zelfdoding. Wat mij erg meeviel was de houding van de autoriteiten wanneer je als familielid na het overlijden eerlijk meldt wat er gebeurd is. Het is echt niet zo dat je maar eens moet zien te bewijzen dat je je moeder níét hebt omgebracht. Er is ook een onoplosbaar probleem: wat te denken van de onterechte suïcides van veelal jonge mensen die het gevolg zijn van de beschikbaarheid van deze middelen? Philip Nitschkes commentaar: ‘Je moet een balans vinden,’ is nogal onhandig. Je kunt niet 250 mooie overlijdensgevallen wegstrepen tegen één hartverscheurende zelfdoding.”
Pijnloos sterven met een drankje uit Peru; dit weekend liet NRC zien langs welke wegen dodelijke middelen aangeschaft kunnen worden waarmee mensen zich tenslotte het leven kunnen benemen. Dat is, onomwonden gesteld, een goede zaak. Al sinds het pleidooi van de jurist Huib Drion in 1991 voor een onder voorwaarden verkrijgbaar dodelijk middel (met ‘ingebouwde’ bedenktijd) lijkt eigen verantwoordelijkheid van de autonome burger de beste oplossing voor het steeds weer oplaaiende debat over het vrije levenseinde.
Met nadruk: het gaat niet om vrije verkrijgbaarheid. De reportage laat ook zien dat vrije aanschaf van barbituraten zelfdoding mogelijk maakt voor bijvoorbeeld jonge mensen, voor wie het leven nog van alles in petto kon hebben. Of had behoren te hebben. Zelfdoding moet dus niet iets worden dat vrij verkrijgbaar is – daar is het leven te kostbaar en te waardevol voor.
Daar staat tegenover dat voor mensen op leeftijd voor wie door een opeenstapeling van ouderdomsklachten het leven onleefbaar is geworden, de fysieke beschikbaarheid van zo’n middel al een rust kan betekenen. Als een soort noodrem op het leven, voor het geval dat. Dat zij dus via een consulent de postorderroute naar China vinden of zelf een neef naar Peru sturen, valt te billijken. Al was het maar omdat het vorige week gepresenteerde regeerakkoord de burger op dit punt in de kou laat staan.
Niet alle eigenrichting is laakbaar, in het bijzonder als het om het eigen leven gaat
A an een ‘vrijewilpil’ en een stervensbegeleider die de VVD-PVDA-COALITIE op de valreep in het vooruitzicht stelde aan diegenen die een consistente, vrijwillige en weloverwogen beslissing namen, heeft de nieuwe coalitie van VVD, CDA, D66 en CU geen boodschap. Het initiatief zal aan de Kamer worden gelaten, waar D66 een initiatiefwet in voorbereiding heeft. Dat betekent in de praktijk vermoedelijk een politieke impasse. Het juridisch kader voor de vrijwillige dood blijft dan beperkt tot de euthanasiewet, die in de praktijk overigens met de ontwikkelingen blijkt mee te groeien. En daarover is meer consensus.
Dat niet alles geregeld kan en hoeft te worden is overigens niet erg. D66 kreeg herhaaldelijk kritiek te ‘drammen’ dan wel getuigenispolitiek te bedrijven met dit thema. Afgezien van de vraag of dit waar is en of het dan erg is, het laat wel zien hoe verdeeld Nederland is. En hoe weinig we van elkaar op dit punt kunnen hebben. Hoewel die kans niet overschat moet worden, zou het goed zijn als de politiek polarisatie op dit thema zou weten te vermijden. Liever een pas op de plaats en rust op dit thema dan politieke veldslagen met glorieuze winnaars of bittere verliezers. Daar heeft niemand baat bij. M isschien moet de conclusie zijn dat de vrijwillige dood uiteindelijk niet wettelijk te vangen is in een collectieve regel waar iedereen mee kan leven. Dat laat dus ruimte voor praktische oplossingen van gemotiveerde burgers, die daar dan wel iets voor moeten doen. En daar niet al te zeer bij gehinderd moeten worden. Niet alle eigenrichting is laakbaar, in het bijzonder als het om het eigen leven gaat.