Zorgpremies verder uiteen
Het loont om van zorgverzekeraar te wisselen, blijkt uit een analyse van de nieuwe zorgpremies.
Situaties genoeg waarin het loont om even niks te doen (dip in beurskoers, misverstand in de familieapp, regenbui). Maar in het geval van zorgverzekeringen loont het steeds vaker, en steeds meer, om in beweging te komen en over te stappen naar een andere zorgverzekeraar.
Ook al scheelt het nog niet honderden euro’s per jaar, de zorgpremies kruipen wel steeds verder uiteen. Of het verschil groot genoeg is om de honkvaste ‘consument’ nu eindelijk in beweging te krijgen, moet nog wel blijken.
Zondagavond moesten alle zorgverzekeraars hun premie voor 2018 bekend hebben gemaakt. Traditiegetrouw was eind september DSW de eerste: 107,50 euro per maand voor het basispakket. Prijsvechters als Anderzorg en Univé Zekur, de goedkoopste, wachtten tot vlak voor de deadline, zondag middernacht.
Wie de tot nu toe bekende polissen die voor iedereen toegankelijk zijn op een rij zet en er wat basisberekeningen op loslaat, ziet een paar opvallende zaken:
Eén: zo veel stijgen de premies niet. Het kabinet hield rekening met een stijging van 6 euro per maand, maar de meeste polissen worden maar 2 à 3 euro per maand duurder. De Amersfoortse, waarvan de polis met 8 euro per maand stijgt, is een uitzondering. Volgens de verzekeraars blijft de stijging beperkt, omdat ze moedwillig interen op hun reserves. Een paar kleine verzekeraars, waaronder DSW, schroeven de premie zelfs ietsje omlaag.
Twee: het verschil tussen de hoogste en de laagste polis groeit. Dat effect is te zien als je alle polissen met elkaar vergelijkt, dus naturapolissen waarbij de verzekeraar de klinieken en artsen selecteert en de doorgaans duurdere restitutiepolissen, waarbij de verzekeraar de zorg van alle aanbieders volledig vergoedt (en de consument dus vrij is in zijn keuze voor een zorgaanbieder). Het effect is ook te zien als je alle goedkoopste polissen van iedere verzekeraar op een rij zet, of alleen de restitutiepolissen.
Drie: dat toenemende verschil ligt niet alleen aan een paar gekke uitschieters. De polissen liggen samen, gemiddeld gezien, verder af van het gemiddelde dan vorig jaar. Ook dat geldt voor alle soorten polissen. Kortom: de zorgpremies groeien uit elkaar.
De vraag is of hierdoor meer mensen zullen overstappen dan de 1,17 miljoen die de Marktscan Zorgverzekeringsmarkt 2017 van de zorgautoriteit NZA vermeldt. Dat was 6,8 procent van het totaal aantal verzekerden, inclusief kinderen.
Hoogleraar gezondheidsbeleid en zorgeconomie Erik Schut van de Erasmus Universiteit in Rotterdam weet dat die groep overstappers bovengemiddeld jong, gezond en hoogopgeleid is. „Zij zijn gewend aan prijsvergelijkingssites, zo kopen ze ook hun mobieltjes. Zij durven wel te wisselen.” Deze groep is prijsgevoelig, weet Schut. Best kans dat zij switchen naar een prijsvechter.
Oud en chronisch ziek
Maar op een andere, veel grotere groep, heeft een verlaging van de premie voor het basispakket matig effect, weet Schut ook. „Een grote groep is betrekkelijk inert. Meer dan de helft van de verzekerden zit sinds het begin van de zorgverzekeringswet in 2006 nog bij dezelfde verzekeraar.” Deze honkvaste groep is bovengemiddeld oud en chronisch ziek, zegt Schut. Voor hen is de aanvullende verzekering veel belangrijker. „Zij zijn bang om over te stappen. Nu weten ze wat ze hebben. Maar dekt die andere aanvullende verzekering straks alles nog wel?”
En willen de verzekeraars wel meer overstappers? De jonge, gezonde groep die makkelijk van verzekeraar wisselde was altijd een interessante groep om „uit de markt te plukken”, zegt Schut. Die was rendabel. Maar daarin komt in 2018 verandering. „De compensatie die verzekeraars krijgen voor chronisch zieke verzekerden wordt verhoogd, ten koste van de winst die zij maken op gezonde verzekerden. De mobiele groep gaat voor verzekeraars dus minder opleveren.”
Bovendien: het systeem is helemaal niet ingericht op veel overstappers. Schut: „Bij 20 procent wordt het echt een probleem.” Sommige populaire verzekeraars zullen opeens te weinig verplichte financiële buffers hebben, of te weinig mankracht. Anderen zullen opeens moeten krimpen.
Voor de klant kan het in ieder geval lonen om komende weken eens kritisch te kijken naar de eigen polis. Sommige polissen met volledige keuzevrijheid zijn inmiddels stukken goedkoper dan naturapolissen. En een collectieve verzekering met flinke korting kan duurder uitpakken dan een particuliere verzekering.