Geregistreerd partnerschap
Wil je met me trouwen? Nou, liever niet
Een handtekening zetten en na tien minuten de deur uit. Dat was wat Dasja Burkova (29) zich voorstelde bij het afsluiten van een geregistreerd partnerschap. Maar toen zij zich met vriend Daan in ’t Veld (30) bij het gemeentehuis in AmsterdamOost meldde, zag de ambtenaar dat toch anders: „Het is eigenlijk hetzelfde als trouwen.” Dus mocht het stel opstaan, elkaars rechterhand vastpakken en onder toeziend oog van hun getuigen ‘ja’ zeggen tegen de verbintenis. Na afloop dronken ze champagne.
Het geregistreerd partnerschap wint aan populariteit, terwijl de laatste decennia steeds minder huwelijken worden gesloten. Van de bijna 81.000 stellen die in 2016 een verbintenis aangingen, kozen ongeveer 15.000 voor het geregistreerd partnerschap. Bijna één op de vijf stellen dus, tegen één op de tien stellen tien jaar geleden. Waarom kiezen Nederlanders voor deze verbintenis? Zijn we minder romantisch geworden?
Geregistreerd partnerschap heeft een zakelijk imago – satirische nieuwssite De
Speld verwoordde dat zo: ‘Romantisch: man vraagt vrouw ten geregistreerd partnerschap. „Zomaar plotseling ging hij op zijn knieën en vroeg of ik zijn fiscaal partner wilde zijn!”
Het fiscaal partnerschap is slechts een van de consequenties van de verbintenis. Je wordt ook elkaars erfgenaam, mag elkaars naam dragen en moet in elkaars levensonderhoud voorzien. Bovendien zijn beide partners automatisch de juridische ouders van hun kinderen.
Het partnerschap is in 1998 voor „paren van gelijk geslacht” in het leven geroepen als alternatief voor het huwelijk, zegt Wendy Schrama, hoogleraar familierecht en rechtsvergelijking aan de Universiteit Utrecht. Volgens haar is het geregistreerd partnerschap in juridisch opzicht vrijwel gelijk aan het huwelijk. Een verschil is dat het partnerschap niet altijd in het buitenland wordt erkend. En je hoeft niet naar de rechter te stappen om het partnerschap te ontbinden, zegt ze, mits er geen minderjarige kinderen in het spel zijn. Nu het huwelijk is opengesteld voor homostellen, mogen we het geregistreerd partnerschap wat haar betreft afschaffen.
Een slecht idee, vinden Dasja Burkova en Daan in ’t Veld. Hun keuze voor het geregistreerd partnerschap was ook een keuze tegen het huwelijk. Ze leerden elkaar kennen op de universiteit. In ’t Veld studeerde Russisch in Amsterdam, Burkova studeerde Nederlands in Sint Petersburg. Toen zij in Nederland op uitwisseling was, gaf ze een gastles spreekvaardigheid aan de studenten Russisch. Er was een ‘connectie’ en na vier jaar vriendschap besloten ze om ervoor te gaan. Ze sloten een geregistreerd partnerschap om een verblijfsvergunning voor Burkova regelen zodat ze konden samenwonen.
Te vroeg
In ’t Veld vond het te vroeg om te trouwen. „We waren pas een half jaar officieel samen. Trouwen lijkt dan te gewichtig. Dat voelt als iets eeuwigs.” En Burkova heeft nooit willen trouwen, zegt ze. „Ik ben allergisch voor het woord romantisch. We hadden dezelfde vrienden, dezelfde interesses. Onze paden zijn heel natuurlijk in één pad opgegaan. In Rusland is huwelijk belangrijk. Vrouwen dromen over de dag dat ze gaan trouwen met de prins op het witte paard. Mijn ouders waren niet getrouwd en eisten dat ook niet van mij.”
Vooral het idee van de bruiloft staat haar tegen, zegt Burkova, die naar meer dan twintig trouwpartijen is geweest. „Het is leuk voor mijn vrienden, maar het lijkt me vreselijk voor mezelf. Alles draait om het stel. Alles moet perfect zijn. Ik
vind het een beetje nep. Het is zogenaamd de beste dag van je leven maar op andere dagen ben je toch ook samen? De simpele dingen die je dan doet, zoals samen uit eten gaan of naar de bioscoop zijn bijzonder. De bruiloft organiseer je eigenlijk meer voor andere mensen dan voor jezelf.”
Trouwen was vroeger een toegangskaartje voor samenwonen, seksueel actief zijn en kinderen krijgen, zegt Jan Latten, hoofddemograaf van het CBS. „De bedoeling was dat je bij elkaar zou blijven, ook als je elkaar niet meer leuk vond.” Tegenwoordig zijn we individualistischer en bepalen we zelf hoe we onze relatie vormgeven, zegt hij. „Als we al trouwen, doen we dat meestal pas als we al samenwonen en een kind hebben. Samen gelukkig zijn is het doel. In die zin zijn wij romantischer geworden.”
Overbodig
Mensen die het geregistreerd partnerschap aangaan, vinden het huwelijk vaak overbodig, volgens Latten. In tegenstelling tot Schrama vindt hij dat het geregistreerd partnerschap wel bestaansrecht heeft. „Mensen willen hun zaken goed kunnen regelen zonder de zware symboliek van het trouwen, met een groot feest, een witte jurk en de belofte elkaar tot aan de dood trouw te blijven.” Stellen hebben daar uiteenlopende redenen voor, aldus Latten. „Denk bijvoorbeeld aan mensen die al getrouwd zijn geweest.”
Het geregistreerd partnerschap is ook een mooi compromis als een van beide partners niet wil trouwen. Femke Werndly Heutink (28) had stiekem wel in het huwelijk willen treden met vriend Sander Werndly. Maar hij vond dat hij niet hoefde te trouwen om te laten zien dat hij van haar houdt, zegt ze. Vorig jaar is het stel een geregistreerd partnerschap aangegaan. Ook een grote stap, maar ze had een goed argument. Werndly is militair en zou naar Mali worden uitgezonden. Mocht hij overlijden, dan zou ze in ieder geval in hun huis in Hoogeveen kunnen blijven wonen.
Heutink, die werkt als lijstenmaker, heeft er alles gedaan om er een romantische dag van te maken. „Ik heb uitnodigingen gemaakt, een taart geregeld en cadeautjes voor de familie gekocht. In onze tuin hingen lantaarns en brandde het vuur.” Ook haar vriend deed zijn best, zegt ze. Zijn outdoorkleding verruilde hij voor een blouse en een nette broek en na de ceremonie tilde hij haar over de drempel van het gemeentehuis.
Ze wil niks aan die dag afdoen, maar: „Het aanzoekgedeelte heb ik wel gemist. Sander is best gesloten. Het zou mooi zijn om te horen waarom hij zo gek met mij is.” Misschien gaat het nog gebeuren, denkt ze. „Hij wilde vroeger ook geen kinderen en dat is al bijgetrokken. Bovendien hebben we plannen om te emigreren en het geregistreerd partnerschap is dan niet handig.” Uit cijfers van het CBS blijkt dat jaarlijks ruim 1.200 stellen overstappen naar het huwelijk.
In ’t Veld wil ook ooit nog trouwen. Een herkansing, want de ceremonie van het geregistreerd partnerschap was net een slechte film. Bij de deur stond een bodybuilder in pak en de trouwambtenaar had zich niet voorbereid. Burkova: „Ze vroeg telkens of ik het nog kon volgen, terwijl ik prima Nederlands spreek. En ze insinueerde dat ik zwanger was en dat we daarom een geregistreerd partnerschap wilden.” In ‘t Veld: „Daar was ik nog wel een tijdje boos over.”
Een huwelijk zou een mooie volgende stap zijn, vindt hij. „Het lijkt me best leuk om samen een groot feest te geven als we vijftig zijn.” Eerst Burkova nog overhalen. Welke titel hij zijn partner nu geeft? Privé noemt hij haar voor de grap nog weleens ‘mijn GP’, zegt hij, maar op zijn werk en bij nieuwe vrienden introduceert hij Burkova als zijn vrouw. „Ze is nu zwanger, wordt de moeder van mijn kind. Dan voelt ‘vriendin’ toch iets te vrijblijvend.”