REPORTAGE
Op een ochtend in november doen de politie en andere diensten invallen bij Brabantse drugslaboratoria. Bram Endedijk Martin Kuiper
Een agent steekt zijn hoofd door een gat in het plafond van een rijtjeshuis in Breda. Hij zoekt in een verborgen ruimte naar wapens en drugs. In de ruimte worden twee kilo mdma, twee vuurwapens en patronen gevonden. „Negen millimeter”, roept de politieman.
In de kelder rommelt zijn collega in een kartonnen doosje: „Hé, dit is een patroonhouder”. Een derde agent verkent de woonkamer, die bezaaid ligt met tientallen pakjes vloeitjes. Hij opent een kastje en haalt een voorwerp tevoorschijn, gewikkeld in krantenpapier: een enorme bijl.
Het is niet het enige adres dat de agenten vandaag bezoeken. Ze zijn bezig met een actie tegen drugscriminaliteit in Brabant. Een „veegactie” in jargon. In twee dagen bezoeken politie, OM, Belastingdienst en gemeenteambtenaren zoveel mogelijk aan drugscriminaliteit gerelateerde panden. Doel: de georganiseerde criminaliteit dwarszitten.
Brabant is ‘het mekka’
De politie rolt steeds vaker drugslaboratoria op, blijkt uit politiecijfers opgevraagd door NRC . Sloot de politie in 2014 55 labs, in 2015 waren dat er 59 en 61 in 2016. In het eerste half jaar van 2017 staat de teller op 42. Het merendeel van die laboratoria bevindt zich in Brabant en Limburg. Volgens Wilfred („geen achternaam, die is voor criminelen makkelijk herleidbaar”) van het team synthetische drugs van de landelijke eenheid, is Brabant „het mekka van de synthetische drugs”.
Daar ging een historie van smokkel aan vooraf. Criminelen verdienden hun geld met de handel in alcohol en boter met België. Toen dat minder lucratief werd, zegt de politieman, stapten ze over op drugs, vooral de productie van amfetamine en de xtcgrondstof mdma, zegt hij – jaarlijks wordt ruim 150 miljoen kilo xtc-pillen geproduceerd. „Mdma spant nu echt de kroon.”
Die productie gaat niet altijd goed. Het vervaardigen van drugs is een gevaarlijk chemisch proces. Eerder deze maand overleden twee mannen in het Brabantse Kaatsheuvel, waarschijnlijk na het inademen van giftige gassen. Ze werkten in een drugslab gevestigd in een doorsnee woonwijk; de buren hadden niets in de gaten. En het chemisch afval dat overblijft na de productie wordt gedumpt. In het eerste half jaar van 2017 kreeg de politie daarvan 130 keer een melding, veel meer dan in voorgaande jaren.
De jacht op een drugslab begint op het hoofdkantoor van de politie in Breda. Deze novemberochtend zijn politieagenten, medewerkers van het OM, de Belastingdienst en de gemeente om acht uur ’s ochtends bijeengekomen. Op een beamer verschijnen adressen die bezocht worden. „We kunnen vandaag achter veel voordeuren komen”, spreekt Freek Pecht, coördinator synthetische drugs bij de politie ZeelandWest-Brabant, zijn mensen toe: „Kijk en ruik goed en bedenk waar je zelf dingen zou verstoppen.”
Verdachte adressen in Sint Willebrord
Volgens een melding bij Meld Misdaad Anoniem zit er een drugslab in het Bredase pand. Op het adres staan drie mannen uit Oost-Europa ingeschreven, maar als de politie aanbelt doet niemand open. De politie krijgt toestemming om het slot te forceren. Binnen hangt een chemische lucht en in de keuken staat een weegschaal die volgens de politie vaak door drugsproducenten wordt gebruikt.
Ketels om drugs in te koken
Niet bij alle adressen verlopen de bezoeken voorspoedig. In een nieuwbouwwoning in Tilburg-Noord zoeken agenten met latex handschoenen naar drugs in kartonnen dozen, maar er wordt niets aangetroffen. En in de loods van een man die ketels leverde aan criminelen om drugs in te koken, heeft het team evenmin succes. Het hoort bij het kat-en-muisspel.
„We doen deze acties niet alleen om de drugsproductie te verstoren”, zegt rechercheur Tibor Fijnaut, die de actie in de eenheid Zeeland-WestBrabant coördineert. „We willen laten zien dat als mensen melden, wij er ook echt op afgaan.”
De actie van afgelopen week leidde voorlopig tot drie aanhoudingen. „We pakken flink wat grondstoffen en eindproducten af op de plekken waar we zijn binnengevallen”, vertelt Fijnaut. „Wat het effect is, dat weten we niet, dat is koffiedik kijken. Het zou kunnen dat sommige mensen gewoon actief blijven in de wereld van de synthetische drugs. Maar ho- pelijk wordt de drempel wat hoger.”
Een agent heeft inmiddels een rood-wit politielint om het pand in Breda gewikkeld. Binnen wordt de opbrengst van de actie opgemaakt. Aangetroffen zijn twee pistolen, meerdere patronen, poeder om drugs mee te versnijden en twee kilo mdma. In het schuurtje vinden agenten bovendien de attributen die horen bij een drugslab: overalls, vacuümzakken, een gasmasker.
Op last van de gemeente
Een ambtenaar plakt na de huiszoeking een bord op een raam van de woning. „Deze ruimte is op last van de gemeente Breda tijdelijk gesloten vanwege overtreding van de Opiumwet. Het betreden is strafbaar.”
De vraag is of de wereld van de synthetische drugs er een klap door heeft gekregen. Volgens teamleider Wilfred maakt de politie-inzet criminelen „kopschuw”. Als een partij drugs in beslag wordt genomen hebben criminelen daar last van, zegt hij. Iemand moet er verantwoording voor afleggen. Maar, weet de teamleider, grote drugsbazen blijven bij deze acties vaak buiten schot.
Dat beaamt rechercheur Tibor Fijnaut. Maar, zo zegt hij, toch zijn deze actieweken cruciaal. „De echt grote jongens in de synthetische drugs hebben overal tentakels. Bij acties zoals deze krijgen we informatie binnen waardoor we bij de grote bazen uit kunnen komen. Het is verstoren, en dat moeten we blijven doen.”