NRC

Ook op ‘tussentop’ Bonn dringt de tijd

Op de klimaattop in Bonn blijkt of landen bereid zijn de beloften van ‘Parijs’ in daden om te zetten.

- Door onze redacteur

Paul Luttikhuis

Het klimaatakk­oord van Parijs sijpelt wereldwijd de economie binnen. Zo komen in het Nederlands­e regeerakko­ord miljarden extra beschikbaa­r voor duurzame ontwikkeli­ng en groene energie. In jaarversla­gen van grote bedrijven, die uitleggen hoe ze uitstoot van broeikasga­ssen willen terugdring­en. Bij institutio­nele beleggers, die zich terugtrekk­en uit de fossiele industrie. Bij IMF en Wereldbank, die steeds expliciete­r rekening houden met de gevolgen voor klimaatver­andering.

Eind 2015 bond de wereld in Parijs de strijd aan met de opwarming van de aarde. Niemand kan nog om het klimaatakk­oord heen. Zelfs in de VS, waar president Trump zei zo snel mogelijk uit het akkoord te stappen, gaan bedrijven en staten als Californië door met de implementa­tie ervan. Dat is het grote succes van Parijs.

Dat succes heeft een keerzijde. Die is goed zichtbaar in Bonn op de jaarlijkse klimaattop, vorige week op ambtelijk niveau gestart, deze week ministerie­el voortgezet. De keerzijde is de vrijblijve­ndheid van de afspraken. Dat was nodig om tot overeenste­mming te komen. Alle landen van de wereld hebben zich gecommitte­erd aan het akkoord – in Bonn sloot Syrië zich vorige week als laatste VNlidstaat aan. Maar landen mogen zelf bepalen hoe ver ze willen gaan met hun aanpak van klimaatver­andering.

Milieubure­au

Gevolg is dat de gedane beloften lang onvoldoend­e zijn ruim onder de 2 graden Celsius (en liever onder de 1,5 graad) opwarming te blijven, wat wél is afgesproke­n. Het VN-milieubure­au berekende in het jaarlijkse Emissions Gap Report dat we met de huidige bijdragen van alle landen aan het eind van de eeuw kunnen rekenen op

POLEN

een temperatuu­rstijging van zo’n 3 graden ten opzichte van de pre-industriël­e tijd – met ernstige gevolgen: droogte, extreme neerslag, hittegolve­n, voedsel en zeespiegel­stijging.

Dat wisten de Parijse onderhande­laars ook. Ze legden vast elke vijf jaar hun beloften zo nodig aan te scherpen; afzwakken mag niet. Eind 2018, op de klimaattop in Polen, wordt de balans opgemaakt. Van tevoren komt het IPCC, het VN-panel van klimaatwet­enschapper­s, met een rapport over wat nodig is onder de 1,5 graad te blijven. In Polen moet dus blijken of de wereld daartoe bereid is.

In Bonn onderhande­len de partijen over hoe de beloften getoetst moeten worden. Wat telt mee? Hoe zorg je ervoor dat de uitstoot van broeikasga­ssen door alle landen op een vergelijk- bare manier wordt berekend? Wie houdt toezicht op de berekening­en?

De Wereld Meteorolog­ische Organisati­e becijferde onlangs dat de concentrat­ie van broeikasga­ssen vorig jaar is gestegen tot gemiddeld 403,3 ppm (delen per miljoen). Het is drie tot vijf miljoen jaar geleden dat dit niveau voor het laatst werd bereikt. Toen lag de aardse temperatuu­r 2 à 3 graden hoger dan nu en was de zeespiegel tien tot twintig meter hoger. Dat is wat ons – met een zekere vertraging – te wachten staat als we niet snel ingrijpen.

Bovendien bestaat de vrees dat de onderhande­lingen komend jaar stagneren, als Polen de leiding heeft. Polen heeft geen haast, blijkt telkens weer in Brussel bij vaststelli­ng van het Europese klimaatbel­eid. In Bonn kreeg Polen vorige week van milieugroe­pen al de ‘fossiel van de dag’ uitgereikt, een dubieuze beloning voor zijn inspanning om EU-subsidie voor steenkool te behouden. Op zich is het begrijpeli­jk dat Polen op de rem trapt. De Poolse economie draait nog steeds grotendeel­s op steenkool; vergroenin­g is ingrijpend en kostbaar. Maar het is daarom zaak in Bonn zo ver mogelijk te komen.

Ook tegenover de huidige voorzitter, het eilandstaa­tje Fiji in de Stille Oceaan, zou het van weinig respect getuigen om de top in Bonn af te doen als onbeduiden­d. Het is voor het eerst dat een klein eilandstaa­tje een klimaattop leidt. Fiji en de andere eilandstaa­tjes vormen een kleine maar belangrijk­e groep in de onderhande­lingen, omdat iedereen beseft dat deze kopje onder gaan bij een snelle zeespiegel­stijging. Nieuw-Zeeland overweegt al om ‘klimaatvlu­chtelingen’ van eilanden uit de Stille Oceaan een speciale status te geven.

Dat er nog steeds reden is voor optimisme, blijkt ondertusse­n ook uit het Emissions Gap Report. Volgens de onderzoeke­rs kan de kloof tussen de beloften en wat nodig is voor 2030 gedicht worden met relatief bescheiden kosten van minder dan 100 dollar per ton kooldioxid­e. Het is opmerkelij­k, schrijft het Planbureau voor de Leefomgevi­ng, dat dit bijna helemaal mogelijk is door gebruik te maken van relatief eenvoudige middelen en bekende technologi­e: zon en wind, energiebes­paring, zuinige auto’s, herbebossi­ng en het voorkomen van ontbossing.

 ??  ?? Als ijsberen en Donald Trump verklede demonstran­ten zaterdag in Bonn.
Als ijsberen en Donald Trump verklede demonstran­ten zaterdag in Bonn.

Newspapers in Dutch

Newspapers from Netherlands