Doorbraak in defensiebeleid EU
Na jaren hun defensie te hebben verwaarloosd, gaan EU-lidstaten meer investeren in militaire capaciteit en meer samenwerken. spraken een einde aan moeten maken. Het nieuwe Frans-Duitse project moet de bestaande gevechtsvliegtuigen op termijn gaan vervangen.
Daarnaast wordt gestreefd naar nauwere samenwerking tussen de EU en de NAVO. „Nooit eerder gingen we zo’n grote samenwerking op defensiegebied aan”, zei Ank Bijleveld (Defensie, CDA), met haar Europese collega’s ook aanwezig bij de historische ondertekening van de Pesco.
Ongekend hoog tempo
Al jaren klagen de VS, de grootste geldschieter van de NAVO, over de ‘verslonzing’ van Europa’s defensie: te weinig geld, achterhaalde technologie en niet op elkaar afgestemde gevechtssystemen. Het heeft de slagkracht van de NAVO sterk verminderd, waarschuwde vorige week de Nederlandse Adviesraad Internationale Vraagstukken.
Inefficiëntie en onnodige doublures zijn de grootste problemen. Binnen de EU zijn er 17 tanktypes in gebruik. In de VS slechts één. In Europa vliegen twintig verschillende gevechtsvliegtuigen. In de VS zes.
„Een aanzienlijk deel van de 200 miljard euro die de EU-landen bij elkaar opgeteld jaarlijks uitgeven, is weggegooid geld”, zegt Sven Biscop van het Brusselse Egmont-instituut voor internationale betrekkingen.
Altijd lag wel een land dwars als het om defensiesamenwerking ging, zegt Biscop. „Uit angst voor het verlies van soevereiniteit of om de eigen nationale defensie-industrie te bescher- men, ging men op de rem staan. Dat de afspraken nu in hoog tempo tot stand zijn gekomen is ongekend.”
De dreiging van de Amerikaanse president Trump om „de stekker uit de NAVO te trekken” was volgens Biscop de grootste impuls voor de plotse dadendrang in de EU. Andere factoren zijn de verslechterde verhouding met NAVO-bondgenoot Turkije en de Brexit, waardoor militaire grootmacht Verenigd Koninkrijk de EU verlaat.
Militaire snelweg
Van de eerste voorstellen tot samenwerking springt er één in het oog: het Nederlandse plan om de militaire infrastructuur in Europa te verbouwen. „We hebben een soort militaire snelweg nodig”, zegt minister Bijleveld, „waarover we zonder hindernissen troepen en materieel door Europa kunnen verplaatsen.”
Sinds 1989, het einde van de Koude Oorlog, „verwaarlozen we onze militaire infrastructuur”, zeggen NAVOdiplomaten op het Brusselse hoofdkwartier van het bondgenootschap. „Hoe bizar het ook klinkt: we kampen met de vraag hoe je een tank in Europa van a naar b krijgt.”
Als reactie op de Russische inname van de Oekraïense Krim werd de NAVO-flitsmacht opgericht, die in twee dagen tijd operationeel moet zijn bij een dreiging aan Europa’s oostflank. Maar in de praktijk stuit militair transport op grote logistieke problemen. Aan Europa’s binnengrenzen zijn er wachttijden door vergunningsprocedures. Oude bruggen, die tijdens de Koude Oorlog nog berekend waren op het gewicht van een tank, kunnen het niet langer aan. Treinrails in Europa sluiten niet op elkaar aan. „De Amerikanen schrokken zich onlangs rot toen ze tanks uitlaadden in de Duitse havenstad Bremen”, vertelt een bron bij de NAVO. „De bedoeling was om ze in twee dagen in Oost-Polen te krijgen. Maar de tanks deden er twee wéken over.”