Slecht slapen bij ADHD kan leiden tot obesitas
ADHD’ers die te kort slapen, compenseren hun tekort aan energie met vreetbuien. Dat blijkt uit onderzoek van promovenda Suzan Vogel.
Obesitas komt twee keer zo veel voor bij volwassenen met ADHD als gemiddeld in de Nederlandse bevolking. Bij 30 procent in plaats van 14 procent. Dat blijkt uit het onderzoek van arts-onderzoeker Suzan Vogel, waarop zij maandag aan de Vrije Universiteit in Amsterdam promoveerde.
Vogel, werkzaam bij het Kenniscentrum ADHD bij volwassenen van PsyQ, legt een verband tussen obesitas en slaapduur. 80 procent van de mensen met ADHD kampt met inslaapproblemen, daardoor slapen zij te kort. Dat geldt ook voor kinderen met ADHD, wat eerder al uitgebreid onderzocht was.
„Omdat zij korter slapen, compenseren ze hun energietekort met vreetbuien, waardoor hun gewicht toeneemt”, zegt Vogel. „Uit andere onderzoeken blijkt ook dat mensen met ADHD gemiddeld meer tv-kijken en dus ook minder bewegen. Een derde verklaring is genetisch: er is een verband gevonden tussen ADHD en bepaalde varianten van de klokgenen, die betrokken zijn bij het biologische ritme. Voor die mensen is het heel lastig om vroeg naar bed te gaan. Als ze dat doen, liggen ze uren wakker. De aanmaak van het slaaphormoon melatonine in de avond komt bij hen pas anderhalf uur later op gang.”
Vogel voerde dit deel van haar promotieonderzoek uit met uitgebreide vragenlijsten onder drie groepen: mensen met ernstig overgewicht, mensen met ADHD en een controlegroep. Hierin speurde Vogel naar verbanden tussen symptomen van ADHD, obesitas en slaapproblemen. Omdat het gaat om zelfrapportage geven de conclusies een eerste indicatie. Die moet bevestigd worden in een langlopend vergelijkend onderzoek.
Vogel heeft meer aanwijzingen verzameld dat een verstoorde biologische klok en ADHD met elkaar verweven zijn. Uit analyse van vragenlijsten van een studie naar psychiatrische klachten onder volwassenen blijkt dat ADHD-symptomen in het voorjaar en de zomer verergeren ten opzichte van de herfst. Specifieke symp- tomen als hyperactiviteit of onoplettendheid zijn nadrukkelijker aanwezig in de lente en zomer – als het ’s avonds dus lichter blijft waardoor slapen lastiger kan worden. Het is volgens Vogel belangrijk dat onderzoekers rekening houden met deze seizoensvariatie bij het stellen van een nieuwe diagnose.
Overigens kwam in andere landen – op een andere breedtegraad dan Nederland en dus met een andere lengte van seizoenen – juist het omgekeerde naar voren: ADHD-symptomen zijn minder prominent in de zomer dan in de winter. Vogel: „Maar dat was met name onderzoek met kinderen. Bij die groep heeft de lange zomervakantie waarschijnlijk tot gevolg dat eventuele symptomen minder als een last ervaren worden.”
Patiënten met ADHD krijgen vaak methylfenidaat (ritalin) of andere stimulantia voorgeschreven om hun klachten te doen verminderen. Maar dragen die medicijnen zelf niet bij aan een slaaptekort? „De literatuur is daar wisselend over”, zegt Vogel, „Het ene onderzoek zegt inderdaad dat de medicijnen leiden tot inslaapproblemen en dat je ze dus niet meer in de middag of avond zou moeten innemen, andere studies concluderen juist dat de middelen bijdragen aan de nachtrust omdat je minder vaak wakker wordt.”
Vogel vindt dat er meer aandacht moet komen voor slaapproblemen en het slaapritme bij volwassenen met ADHD. „Het is belangrijk om te onderkennen dat het effect beide kanten op kan gaan. ADHD-symptomen kunnen namelijk verergeren bij een verstoorde slaap. Slaaptekort geeft concentratieproblemen, en hyperactiviteit kan een reactie van het lichaam zijn op het energietekort. Behandeling van het slaapprobleem vermindert op de lange termijn het risico op obesitas, en daarmee het risico op diabetes en hart- en vaatziekten. Of ADHD kan ontstaan door slaapproblemen is nog geen uitgemaakte zaak. Er is een longitudinaal onderzoek voor nodig om te achterhalen wat nu precies kip en ei is in deze kwestie.”
Hoe is het slaapprobleem te behandelen? Vogel: „Mensen kunnen ’s avonds melatonine innemen of ’s ochtends lichttherapie krijgen, waarbij het heldere licht het verstoorde biologische ritme weer gelijkschakelt met het dag-nachtritme van de omgeving. Daarnaast is het belangrijk dat deze patiënten een goede slaaphygiëne aanleren. Dat betekent: strakke regelmaat in slaap- en eettijden aanhouden, voldoende verduisterende gordijnen om te zorgen dat het niet te licht is in de slaapkamer en voor het slapen geen licht van schermen, zoals van telefoon of televisie.”
Mensen met ADHD kijken gemiddeld ook meer tv, en bewegen dus minder Suzan Vogel promovenda