Batman gromt zijn heldenteam bij elkaar
Winterkleuren.
Een fluisterliedje. Skinheads die een islamitische groenteboer terroriseren. Een zwerver met het bordje ‘I tried’. De intro van superheldenfilm Justice League snikt nog na over de dood van Superman. Zonder hem is het een tranendal. Met hem trouwens ook.
Spektakelregisseur Zack Snyder kreeg een paar jaar geleden van DC Comics de taak om rap een superheldenteam rond zijn uitgewoonde steunpilaren Batman en Superman te formeren dat moest wedijveren met The Avengers, de hitmachine van rivaal Marvel. Snyder koos in Batman v Superman voor grimmig messianisme, een broeierige toon en duistere esthetiek: de antithese van de kleurrijke, jolige ironie van Marvel. Superman stierf voor onze zonden, verder bleek zijn film een gehaast rommelpotje.
De tweede film van DC Comics, Wonder Woman, koos een lichtere toon, die Zack Snyder nu volgt, ondanks zijn sombere intro. In Justice League gromt Batman een heldenteam bijeen om de wereld te redden van een standaard wereldverwoester: de gehoornde Steppenwolf met zijn legioen ‘parademonen’. Maar Batman, Wonder Women, ruwe spierbundel Aquaman, techneut Cyborg en The Flash, een rappe, maar stuntelige fanboy, hebben Superman nodig. Dat hij uit zijn graf herrijst, is net zomin een spoiler als dat Gal Gadot nog altijd niet kan acteren.
Voor zijn doen maakt Snyder in Justice League veel grappen. Niet erg goede: de zelfrelativerende ironie van Marvel is hem vreemd. Het is winst dat hij beseft zijn plechtstatige toon uit de mode is bij mannen in spandex en vrouwen met gouden bh’s. Maar dat was wel Snyders toon, die in Justice League een coherente, maar plichtmatige film aflevert zonder durf, ambitie of eigen smoel. Coen van Zwol