Ploeterende partijleden op plastic stoelen
Jan Banning: Red Utopia. T/m 7/1/’18 in De Fundatie, Zwolle. Het boek ‘Red Utopia, Communism 100 years after the Russian Revolution’ van Jan Banning is verschene bij Ipso Facto en Nazraeli. 4 *#
de foto’s die Jan Banning maakte van communistische partijkantoortjes, zien we veel lege stoelen. Opgestapelde plastic stoelen op een regionaal partijkantoor in India; een uit elkaar vallend exemplaar in een politbureau in Nepal; ongemakkelijke houten stoelen in het districtskantoor in Kirov, waar een struise Russin de scepter zwaait.
Zou je hier ironie op loslaten, dan kun je die stoelen zien als metafoor voor het feit dat het communisme zijn aantrekkingskracht heeft verloren. En van de partijleden die nog wel hun best zitten te doen in hun krakkemikkige kantoortjes, vermoed je soms dat ook zij niet meer helemaal in de rode heilstaat geloven.
In de tentoonstelling Red Utopia, nu te zien in Museum de Fundatie in Zwolle, zien we de foto’s die Jan Banning (63) precies honderd jaar na de Russische Revolutie maakte in zijn zoektocht naar de overblijfselen van het communisme. Zoals we van hem gewend zijn van zijn eerdere projecten als Bureaucratics (2008), Troostmeisjes (2010) en Law and Order (2015), pakt hij dat groots aan. Banning reisde naar Rusland, Italië, Portugal, Nepal en India. Landen waar een communistische partij de macht heeft, zoals Cuba of China, sloeg hij over omdat hij „nieuwsgieriger was naar de plekken waar mensen eerder uit overtuiging partijlid worden dan om carrièreoverwegingen”.
Net als in Bureaucratics, de serie over ambtenaren in hun volgepakte kan- toortjes, koos Banning er ook nu voor de partijleden te fotograferen in hun werkomgeving –tussen vaak afgebladderde muren en computers uit de jaren tachtig.
Natuurlijk ligt het accent in elk land anders, alleen al doordat we de nationaliteit enigszins herkennen aan kleding en huidskleur, en aan het formaat van de buste van Lenin (in Rusland een paar forse maten groter dan in de andere landen). Maar opvallender zijn de overeenkomsten: overal dezelfde rode vlaggen, hamers en sikkels, foto’s van Marx, Lenin, Stalin.
Het zou gemakkelijk zijn deze mensen weg te zetten als sneue utopisten maar daarvoor is Banning een te mild fotograaf. Hij sloot veel van de ploeterende partijleden die hij ontmoette in zijn hart, schrijft hij, „Soms vanwege hun trieste lot en anders wel om hoe zij zich vanuit de gammele huiskamers van het communisme, veelal onbezoldigd, inzetten voor betere leef- en werkomstandigheden.”
Hoewel Banning niet sympathiseert met het communisme, heeft hij wel zijn bedenkingen over wat het kapitalisme ertegenover zet. „Vergis je niet in wat het neoliberalisme nu teweegbrengt. Denk aan het ongebreidelde consumentisme, het milieu, het steeds grotere verschil tussen arm en rijk.” Maar na het zien van Red Utopia heb je niet de illusie dat het déze mensen zullen zijn die daar verandering in gaan brengen. Rianne van Dijck