Ik wil schaatsen, roept haar dochter
Het blijft vriezen; dat kan schaatsen op natuurijs worden. In schaatszaken zoals in Ter Aar is het druk. Bij de ijsclubs stijgt de spanning. Heel bijzonder: aan eind kalme winter nog zo’n kou
Schaatswinkel Jan an der Hoorn in Ter Aar. Jan van der Hoorn, overleden in 2016, kwam in de Elfstedentocht van 1956 met vier anderen als eerste over de finish. Zoon Rick is nu eigenaar van de zaak.
NATUURIJS
Arjen Schreuder
Ze heeft op het laatste nippertje afgezien van een skivakantie, volgende week in Italië. „Ik heb op dringend advies van mijn vriend niet gereserveerd. Het leek hem heel erg in Italië te zitten en te weten dat er in Nederland toertochten op natuurijs worden gereden”, zegt Heleen van der Veld uit Amsterdam. Ze is naar Ter Aar gereden, in het Groene Hart.
Hier, bij de schaatswinkel Jan van der Hoorn, laat de lerares Nederlands zich klapschaatsen aanmeten, met een verwarmde schoen die zich naar de vorm van de voet voegt. „Ik ben opgevoed met schaatsen. We woonden in Zwolle, we kochten schaatsen bij Reinier Paping, de winnaar van de Elfstedentocht uit 1963 – de helletocht, zoals die werd genoemd.”
In Ter Aar is het een komen en gaan van klanten met schaatskoorts. „We zijn nu alvast schaatsen gaan kopen, want zometeen loopt het hier storm”, zegt Wim Bergman uit Woubrugge. Hij staat bij de kassa, waar zijn dochter Linda twee paar schaatsen heeft afgerekend voor haar kinderen. Opa Wim: „Na drie nachten flinke kou is de kans groot dat we straks op de Wijde Aa kunnen schaatsen.”
Vermoedelijk hebben de klanten gelijk. „Het ziet er gunstig uit”, zegt KNMI-weerman Harry Geurts. „Het wordt pittig koud, met in de nacht lichte tot matige en lokaal misschien wel strenge vorst. We verwachten volgende week enkele ijsdagen, waarbij de temperatuur overdag niet boven nul komt. Het is trouwens heel bijzonder; aan het einde van een kalme winter toch nog zo’n koude periode.”
De schaatswinkel in Ter Aar is een snoepwinkel voor de liefhebber: een groot assortiment combi-noren en klapschaatsen, accessoires als ondergoed, helmen, sportvoeding en zonnebrillen. Aan de wanden hangen krantenknipsels van Elfstedentochten en een geborduurde spreuk: „Schaatsen is de enige bezigheid waar men met de handen op de rug tot grote prestaties kan komen”.
Vijf man personeel staan de klanten in het met schaatstrofeeën versierde kassencomplex ter beschikking; ze slijpen en ronden de schaatsen en zoeken naar de ideale pasvorm. Aan het hoofd staat eigenaar Rick van der Hoorn, zoon van een van de mannen die in 1956 samen als eersten over de finish van de Elfstedentocht kwamen. Vader Jan was bloemenkweker en had er een schaatsenwinkel naast. „De kosten van de winkel waren destijds soms hoger dan de opbrengsten.” De huidige klanten komen volgens Rick vanuit de regio tot zo’n honderd kilometer. Onder hen ook Nederlandse deelnemers aan de Olympische Winterspelen.
Van der Hoorn (53), zelf marathonrijder, verwacht veel aanloop van jonge kinderen. „We hebben voor het laatst in 2012 echt op natuurijs kunnen schaatsen. Dat betekent dat jonge kinderen vaak nog geen schaatsen hebben.”
Zoals Lexi, dochter van Daniëlle Strijk uit Roelofarendsveen. „Ik weet nog dat ik in januari 2012 in Friesland heb geschaatst”, vertelt moeder. „In oktober dat jaar is Lexi geboren.” Ze wil een ‘mee- Harry Geurts, weerman KNMI
Friesland
In Friesland geldt vanaf zaterdag 17.00 uur een vaarverbod op sloten en vaarten. Daardoor kan het ijs groeien. Het is nog niet sterk genoeg om op te kunnen schaatsen, benadrukt de provincie, die het verbod afkondigde. Het geldt niet voor vaarwegen die belangrijk zijn voor de binnenvaart. Het verbod kan worden uitgebreid als het blijft vriezen. De afgelopen jaren gold in Friesland vaker een vaarverbod, zoals in 2010, 2012, 2013 en 2016. groeimodel’ van de combi-noor kopen. „Ik wil schaatsen!”, roept haar dochter.
Intussen loopt bij ijsclubs de spanning op. Je kunt vermoedelijk al snel schaatsen op skeelerbanen die „laagje voor laagje” van ijs worden voorzien. De primeur gaat in elk geval niet naar Vereniging IJsvermaak in Breda, idyllisch gelegen in een natuurgebied, dat tot veertig centimeter diepte onder water moet worden gezet om overal op het vier hectare grote terrein ijs te krijgen. „Iedereen vraagt mij in de supermarkt en op straat of er dit weekeinde kan worden geschaatst”, zegt voorzitter Henny Koenraads. „Het antwoord is helaas nee.” Op de ijsclub treffen we ijsmeester Joost van Poppel. „Dit valt me tegen”, zegt hij ’s ochtends vroeg, turend over water dat slechts hier en daar een tikje bevroren is. De vereniging, met zevenduizend leden, heeft zes centimeter ijs nodig. „Het ijs moet enkele duizenden mensen kunnen dragen.” Daarvoor moet het vier dagen lang zo’n min tien graden Celsius zijn. Het is vannacht min 3 geweest. „En nu schijnt ook nog de zon.”