In een oude school vlakbij het Concertgebouw komen kantoren, oefenruimtes en een concertzaal voor het Concertgebouworkest. ‘Onze studeerplek voor jonge musici’
en „lot uit de loterij” noemt zakelijk directeur David Bazen het 2.160m2 grote oude schoolgebouw aan de Gabriël Metsustraat, pal om de hoek van het Koninklijk Concertgebouw. En hoewel nu nog overal steigers staan snap je meteen: hij heeft gelijk. Dit gebouw, in 1908 door architect H.P. Berlage gebouwd, heropent volgens de planning dit jaar op 3 november in gemetamorfoseerde gedaante als RCO House en biedt dan plaats aan onder meer alle kantoren van het Concertgebouworkest, tien geïsoleerde oefenstudio’s, een acht meter hoge grote ensemblezaal met plaats voor tachtig bezoekers en een ‘huiskamer’ om waar muzikanten en ander personeel elkaar kan ontmoeten.
„Een eigen thuisbasis was een van de grootste wensen”, zegt Jan Raes, algemeen directeur van het orkest. „De afgelopen tien jaar is het orkest voor de helft vernieuwd. En die nieuwkomers zijn jong, want voor doorstromers uit andere orkesten zijn wij met onze proeftijd van twee jaar niet zo aantrekkelijk. En onze salarissen zijn internationaal gezien laag, en wonen in Amsterdam is duur. Gevolg is dat veel van de nieuwe musici thuis geen goede studeerplek meer hebben. Daar wilden we me een RCO House een oplossing voor bieden.”
Zakelijk directeur Bazen zette de volgende stap: hij ging rondjes lopen door de buurt. „Aanvankelijk leek het dat we gewoon te laat waren”, zegt hij. „Beschikbare panden in de buurt waren of te duur, of te onhandig. Tot we gebeld werden dat Berlages voormalige Dagteeken- en Kunstambachtschool voor Meisjes beschikbaar kwam.”
Tweede mazzel: het pand was in bezit van het rijk, dat er vanaf wilde, en kon volgens Bazen op basis van een marktconforme taxatie aan het Concertgebouworkest worden verkocht voor 4,2 miljoen euro. „De plek, de ruimte, de sfeer: we zagen meteen de mogelijkheden. Dit gebouw ligt zo dichtbij het Concertgebouw - drie minuten lopen - dat we er zelfs inleidingen voor concerten kunnen gaan doen, ontvangsten voor relaties, schenkers en educatieve programma’s voor schoolklassen.”
Wanden van 80 centimeter
Aan RCO House wordt op dit moment druk gebouwd door Koninklijke Woudenberg uit Ameide. Het gebouw, pal tegenover het Amerikaanse consulaat aan het Museumplein, heeft een imposant trappenhuis met tegeltjes in mosterdgeel en zeegroen. „Het is een gemeentelijk monument”, vertelt David Bazen. „Maar gelukkig was de gemeente empatisch. Wij wilden graag een grote ensemblezaal op de begane grond, maar dan moesten we een tussenvloer slopen. Als tegenprestatie herstellen wij nu de monumentale dakkapellen aan de achterzijde, worden de gevels weer mooi gemaakt en komt het trappenhuis in volle glorie terug.”
De drie etages van de oude school zullen plaats bieden aan de zeventig werkplekken van het ondersteunend personeel: schoollokalen worden verdeeld in kleinere kantoren of samengetrokken tot een grotere kantoortuin. De directiekamer ligt centraal, met links daarnaast de kamer van chef-dirigent Daniele Gatti, waar nu een twintigtal restaurateurs zit te schaften. Rechts komt de huiskamer, met zitjes, een grote leestafel en „heel goede koffie”. Onder een ruimte voor de fysiotherapeut en een mental coach. En aan de achterzijde van het gebouw, op het schoolplein, verrijst nieuwbouw: een losstaande toren met oefenstudio’s, zes kleine voor vier musici en vier grotere voor groepsrepetities tot zeven spelers.
Die oefenstudio’s en de ensemblezaal – dat worden de troeven van RCO House, Maartje-Maria den Herder van het Concertgebouworkest en bouwvakkers in het RCO House.