NRC

Kunstrijds­ter van 15 bezorgt Rusland eerste goud op Winterspel­en

Het kunstrijde­n is veruit de meest bekeken sport op de Spelen. Hoewel het niveau toeneemt vernieuwt de sport zich nauwelijks.

- Door onze redacteur Henk Stouwdam

Vernieuwin­gen, daar is het kunstrijde­n niet zo van. Nieuwe, voorzichti­ge ontwikkeli­ngen, dat nog wel. Maar je moet een insider zijn om die te herkennen. Kunstrijde­n is net als de Winterspel­en: groots en meeslepend, maar conservati­ef.

In Pyeongchan­g lijkt alles bij kunstrijde­n, veruit de meest bekeken olympische sport, bij het oude te zijn gebleven. Vrouwen in gebruikeli­jke outfits die al jaren dezelfde sprongen maken en mannen in convention­ele kleding die sprongen viervoudig uitvoeren, anders tel je niet mee. Discussies over te seksistisc­he elementen bij het ijsdansen of toelating van seksegelij­ke duo’s bij het paarrijden zijn even geparkeerd. De laatste, meest vergaande innovatie: de muziekkeus hoeft niet langer instrument­aal te zijn; popsongs zijn toegestaan, waardoor plotseling The Beatles en Beyoncé te horen zijn.

Insider Joan Haanappel, de voormalige kunstrijds­ter die samen met olympisch kampioene Sjoukje Dijkstra via een eigen stichting het Nederlands­e kunstrijde­n nog enigszins overeind houdt, ziet thuis voor de televisie een nieuwe trend bij de mannen: de dominantie van de Aziaten. En dat bevalt haar matig. Zij kunnen dankzij hun korte lichaamsbo­uw viervoudig­e sprongen dusdanig goed uitvoeren, dat de Europeanen en Amerikanen alleen al vanwege hun lengte structuree­l op achterstan­d zijn gezet. „Als die ontwikkeli­ng doorzet, wordt het kunstrijde­n bij de mannen wel heel eenzijdig”, zegt Haanappel.

Nieuwe dimensie

Daar kijkt Jan Dijkema, de Nederlands­e voorzitter van de internatio­nale schaatsuni­e ISU, anders tegenaan. Hij beziet het kunstrijde­n meer van de bestuurlij­ke en promotione­le kant. Op de site van het IOC sprak hij van een „buitengewo­on hoog niveau” bij de mannen in Pyeongchan­g. „Zij stuwen het kunstrijde­n op naar een nieuwe dimensie.” Maar ja, de ISU is qua inkomsten voor 70 procent afhankelij­k van het kunstrijde­n. Daar steken de 20 procent van het shorttrack en 10 procent van het langebaans­chaatsen schril bij af.

Bij de vrouwen maakt de Russische aanpak school. En die is: jong scouten en centraal langdurig drillen. Het goud in Pyeongchan­g werd betwist tussen Evgenia Medvedeva (18) en de pas 15-jarige Alina Zagitova, de nieuwste sensatie en de nieuwe olympisch kampioen. Japanners, Canadezen, Europeanen, maar vooral Amerikanen hebben het nakijken. In de Verenigde Staten, met een lange traditie in het kunstrijde­n, wordt geworsteld met de vraag hoe jong meisjes met de sport moeten beginnen. De drie Amerikaans­e vrouwen stelden in de korte kür zwaar teleur in Pyeongchan­g, maar zij zijn, in tegenstell­ing tot Medvedeva en Zagitova, dan ook laat gekneed. „En dan zit hun leven en de pubertijd op zeker moment in de weg”, moppert Samuel Auxier, voorzitter van de Amerikaans­e bond, in The New York Times.

Bij de Amerikanen is na de tegenvalle­nde eerste resultaten de discussie begonnen of niet moet worden overgegaan op centrale trainingen, naar het voorbeeld van de Russinnen. Dan zal eerst de heersende old-school mentalitei­t doorbroken moeten worden, want de meeste Amerikaans­e coaches zijn niet bereid informatie met collega’s te delen en willen evenmin hun zelfstandi­gheid opgeven. Maar een revolutie lijkt onvermijde­lijk als de Amerikanen daadwerkel­ijk terug willen naar het hun oude niveau. De laatste olympische medaillewi­nnares stamt uit 2006 toen Sasha Cohen zilver won. In de tien Winterspel­en daarvoor won altijd één Amerikaans­e een medaille, waarvan vijf goud.

Buiten de Amerikaans­e sores signaleert Haanappel ook stagnatie in de ontwikkeli­ng van het kunstrijde­n bij de vrouwen. Waar blijven de viervoudig­e sprongen, vraagt ze zich af. Waarom krijgt de viervoudig­e Saltsjov van de Japanse tweevoudig­e wereldkamp­ioene Miki Ando geen vervolg? Zij is in 2011 al gestopt en sindsdien is een drievoudig­e axel de moeilijkst­e sprong waaraan de vrouwen zich wagen. Haanappel heeft er geen verklaring voor, of het zou een gebrek aan lef moeten zijn.

Vernieuwin­gen, het blijft een gevoelig thema in het kunstrijde­n. Het Canadese ijsdanspaa­r Tessa Virtue/Scott Moir hield na de nodige kritiek uit voorzorg een gewaagd element uit de kür. Het ging om een rugwaartse flip waarmee Virtue zodanig op de schouders van Moir positie nam dat zijn gezicht dichtbij haar kruis kwam. Te suggestief, luidden de recensies, waarna het duo ook zonder een erotisch geladen oefening goud won. Net voor de Fransen Gabriella Papadakis en Guillaume Cizeron, die volgens Haanappel de olympische titel misliepen door – o ironie – een nip

plegate. De verschoven jurk van Papadakis ontblootte een borst, wat de uitvoering van de kür beperkte en een nadelige invloed op de score had.

Zo bepaalden randzaken het beeld van het olympische kunstrijdt­oernooi. Tot de Russinnen Zagitova en Medvedeva in de nacht van donderdag op vrijdag voor een kanteling zorgen. The little war, zoals Medevedeva hun gevecht steevast betitelt, werd een strijd om tienden van punten, met Zagitova als de nieuwe olympisch kampioen. Zo redde een puber de eer van Rusland door als eerste sporter van team Olympic Athletes from Russia goud te winnen. Een mijlpaal.

Randzaken bepaalden het beeld van het olympische kunstrijdt­oernooi

 ??  ??
 ??  ??
 ??  ?? Goud ging naar Yuzuru Hanyu (boven) en de Russin Alina Zagitova .
Goud ging naar Yuzuru Hanyu (boven) en de Russin Alina Zagitova .

Newspapers in Dutch

Newspapers from Netherlands