Het korte verhaal wint het altijd
n de afgelopen Week van het Korte Verhaal maakte ik een reis door mijn boekenkast om me op het lezen van dat bijna vergeten genre te storten. Het korte verhaal doet het immers slecht, wat ik niet zo goed begrijp. Want in het Netflix-tijdperk, waarin het kijken naar een goede televisieserie vaak wordt vergeleken met het lezen van een goed boek, maar dan in veel minder tijd, zou het juist een opleving moeten doormaken.
Om mijn stelling te bekrachtigen begon ik mijn reis met de Tsjech Vladislav Vancura (1891-1942), van wie drie verhalen zijn gebundeld in Herberg ‘De goede luim’. De derde zin van het titelverhaal gaat zo: ‘De waarheid – lijkt het – heeft haar hoefjes verloren en strompelt nu achter de leugen aan, waarvan men toch altijd al zei dat die snel wordt achterhaald.’ In een week waarin minister Zijlstra moest aftreden vanwege een kleine leugen met grote gevolgen, is zo’n zin een verademing.
Vancura is een vergeten grootheid uit het interbellum, die met veel ironie en gevoel voor humor over de liefde schrijft. Zo vechten in het titelverhaal een zigeuner en een opschepperige varkensfokker om een meisje, dat het met die liefde niet zo nauw neemt. De zigeuner bakt de varkensfokker een poets, met dodelijke afloop.
In het verhaal ‘De scharensliep’ strijden een arme scharensliep en een rijke kaartspeler ook om een vrouw, maar dan een van het type dat altijd voor de hoogste bieder kiest. De scharensliep wordt onverwacht die hoogste bieder. Vancura beschrijft het in vrolijke zinnen, zoals: ‘Ze pasten echter bitter weinig bij elkaar. De scharensliep had een flinke haakneus en juffrouw Josefina een piepklein neusje, dat zeker niet zou misstaan bij een bontjas.’