Het redelijke midden
Onder de titel Het fiasco van de vrije markt werden twee boeken besproken in NRC (16/3). Beide boeken zijn blijkens de bespreking negatief over de vrije markt en het wordt voorgesteld of die ons niets goeds gebracht heeft. Ze tonen zich daarbij volstrekt eenzijdig in hun benadering van wat we de vrije markt noemen. Ten eerste lijkt verzuimd te worden – gezien de titel van de boekbespreking – de negatieve kanten van de tegenovergestelde ideologie, het communisme, voldoende aan te duiden. Ook in de communistische ‘heilstaat’ was er sprake van ongelijkheid en overschatting van de planbaarbeid van de economie. Tussen die beide extremen, vrijemarkteconomie en communisme, kun je de door de overheid democratisch gereguleerde economie positioneren. Die kan ook door een te grote staatsbemoeienis gekenmerkt worden, met alle nadelen van dien, maar dat is dan wel de uitkomst van een democratisch proces. Beide besproken boeken zijn negatief over privatisering van staats- en nutsbedrijven waartoe echter democratisch besloten werd. We weten niet hoe het de bedrijven vergaan was als ze eigendom van overheden waren gebleven. Ik ben daar persoonlijk niet gerust op. Niet omdat ik tegen staatsbemoeienis ben, maar omdat ik geloof in de gezonde noodzaak van dynamiek en verandering. Waarschijnlijk hebben politici zich rijk gerekend en zijn de voordelen van privatisering te rooskleurig voorgesteld. Maar dat betekent nog niet dat het bij oude laten per se goed was uitgepakt. De waarheid ligt zoals altijd in het redelijke midden. Het gaat om de goede mix van overheidsregulering en vrije markt. Alleen de juiste mix - die zich overigens niet in beton laat gieten - voorkomt extreme ongelijkheid, rechtsongelijkheid en verstarring. Godfried Westen Bovensmilde
Henri Spape