Lokale thema’s bepalen nu de stem, niet Rutte III
Landelijke kopstukken deden volop mee in campagne, kiezers trekken zich daar weinig van aan
Als er één ding is opgevallen aan de campagne van de afgelopen weken, is het dit: de lokale verkiezingen zijn lokaler dan ze in tijden zijn geweest.
Vier jaar geleden zei tweederde van de kiezers dat hun stem geheel of gedeeltelijk was bepaald door de landelijke politiek. Deze woensdag geldt dat nog niet eens voor de helft, als we een peiling mogen geloven die onderzoeksbureau I&O Research vorige week hield onder 4.413 kiesgerechtigden.
Niet de Nederlandse identiteit of normen en waarden houden de kiezers deze keer bezig, maar huishoudelijke hulp, een gemeentelijke herindeling of het tekort aan woningen, zo bleek uit een rondgang van NRC . Die voorkeur voor lokale thema’s is straks terug te zien in de uitslag: als de voortekenen niet bedriegen, stemt woensdag een derde van de kiezers op een plaatselijke partij – meer dan ooit te voren.
En dat na een campagne waarin de landelijke kopstukken zich, zoals gebruikelijk, royaal hebben gemengd – en over landelijke onderwerpen spraken. Maar liefst twee stellingen bij het tv-debat van de NOS gingen dinsdagavond over de dividendbelasting, een onderwerp dat helemaal niets te maken heeft met lokale politiek.
Hoe kan dat? Het kabinet-Rutte III is te kort geleden aangetreden om inzet te zijn van een stembusstrijd. Vier jaar geleden waren de raadsverkiezingen een referendum over het heftige pakket aan bezuinigingen en hervormingen van Rutte II.
Vrijwel onzichtbaar
Maar waar kan de kiezer Rutte III op afrekenen? Dat weten we nog niet. Het kabinet houdt zich sinds z’n aantreden koest, de eerste eigen begroting wordt pas dit najaar ingediend. En het regeerakkoord biedt weinig zuur en veel zoet, zoals miljardeninvesteringen in zorg, defen- sie en onderwijs.
Het verschil met 2014 is mooi zichtbaar bij de VVD. Vier jaar geleden was Mark Rutte vrijwel onzichtbaar in de campagne. De partij hield de premier expres buiten beeld: te veel gebroken verkiezingsbeloften, te groot probleem met z’n geloofwaardigheid.
Dit jaar is Rutte dé troef van de VVD: hij is overal op straat en komt naar alle debatten op radio en tv. Het woord ‘geloofwaardigheid’ valt nergens. Rutte is ook het gezicht van de ja-campagne voor de Wet op de inlichtingen- en veiligheidsdiensten.
Deze keer is het niet de VVD maar D66 dat wordt aangesproken op gebroken beloftes. Mede dankzij het referendum is er veel aandacht voor twee politieke draaien van de Democraten: van tegen naar vóór de Inlichtingenwet, en van vóór naar tegen het raadgevend referendum.
Anders dan vier jaar geleden is D66-leider Alexander Pechtold nu geen uitdager: hij vertegenwoordigt de zittende macht, in de gemeenten en aan het Binnenhof. In veel steden dreigt de partij haar koppositie te verliezen aan GroenLinks. Toch lijkt voor Pechtold de klap lang niet zo groot te worden als voor PvdA-leider Diederik Samsom in 2014.
Voor de PvdA dreigt opnieuw een rampzalige uitslag. In de grote steden staat de partij volgens peilingen te halveren en de derde partij op links te worden, na de SP en GL.
Hoewel ze het publiekelijk ontkennen, weten landelijke politici dat de uitslag van woensdag consequenties kan hebben voor de politieke verhoudingen aan het Binnenhof. Wat doet verlies bij één of meer regeringspartijen met het humeur en de dadendrang van de coalitie? En wat betekent een nieuwe pikorde op links voor de toon en bereidheid tot samenwerking in de oppositie?
De kiezer lijkt al deze vragen op het Binnenhof een zorg te zijn: de landelijke politiek komt de volgende keer wel weer.
Weesp past gewoon bij Naarden, Bussum en Muiden, de drie plaatsen die nu samen de gemeente Gooise Meren vormen. Dezelfde grootte, dezelfde sfeer. Een kleine historische kern, met lanen vol laagbouw, omringd door weilanden. En bovendien dezelfde zorg- en onderwijsvoorzieningen. Voor gepensioneerd huisarts J. Verhaar in Weesp was de keuze in het lokale referendum vanochtend makkelijk: vóór aansluiting bij Gooise Meren. En niet, zoals de gemeenteraad wil, bij de gemeente Amsterdam.
Over de toekomst van Weesp, het vestingstadje aan de Vecht dat aan het zuidoosten van Amsterdam grenst, wordt vandaag beslist. Komt de helft van de 14.000 kiesgerechtigden opdagen, dan is de drempel voor het lokale referendum gehaald.
Als de drukte in het stembureau aan de Papelaan deze dinsdagochtend een goede graadmeter is, dan komt de helft van de bevolking zeker. Er staan geregeld mensen te wachten tot het stemhokje vrij is.
Ook Hanneke van den Akker (55), die hier 28 jaar woont, stemt vóór Gooise Meren. „Ik was altijd blij dat de drukte van het grote Amsterdam aan de overkant van het Amsterdam-Rijnkanaal bleef. Maar dat verandert als we de zoveelste buitenwijk van de hoofdstad worden. Volgens onze gemeenteraad biedt Amsterdam meer financiële en bestuurlijke mogelijkheden dan Gooise Meren, maar ik zie dat niet. We zullen ondersneeuwen. Alleen al voor thuiszorg moet je dan naar een loket in Amsterdam in plaats van hier vlakbij.”
Vrachtwagenchaffeur Jesse (36) en zijn vriendin zijn ook tegen aansluiting bij Amsterdam – uit angst opgeslokt te worden door die grote, internationale stad.
In hun keuze voor een nieuwe gemeenteraad laten alle twaalf kiezers die de verslaggever deze ochtend spreekt zich leiden door lokale afwegingen, niet door landelijke. Frans Fischer bijvoorbeeld, chemisch operator bij het chemiebedrijf BASF, vindt dat er te weinig politie is in Weesp. „Als je ze belt, komen ze uit Blaricum of Hilversum. En er wordt in mijn straat veel ingebroken de laatste tijd.”
Hij heeft daarnaast tegen de Wet op de inlichtingen- en veiligheidsdiensten (WIV) gestemd, de sleepwet in de volksmond. „Ik denk dat terreur een minder groot gevaar is dan de schending van je privacy als de overheid in al je computers mag. Nu hebben we nog geen dictatuur, maar als die komt, zijn we de klos.”
Ook musicus W. van Kampen (64) is fel gekant tegen de WIV. „Het is natuurlijk kiezen tussen twee kwaden: terreur of privacyschending. Ik kies voor bescherming van de privacy. Internet heeft alles veranderd, data vliegen de hele wereld over. Daar moet je voorzichtig mee omgaan. Onze overheid is nu nog te vertrouwen, maar in de toekomst?”
Of hij voor Amsterdam of Gooise Meren heeft gestemd, wil hij niet zeggen – dat vindt Van Kampen een privékeus. Weesp is ook een dorp – er wonen 22.000 mensen, heel veel mensen kennen elkaar. Bij de ingang van het stembureau is het een komen en gaan van bekenden. Een vrouw die zegt te kiezen voor Amsterdam, verklaart dat aldus: „Mijn schoondochter is wethouder en haar partij is vóór Amsterdam.”
Uit opiniepeilingen bleek al dat het dorp verdeeld is: ongeveer de helft van Weesp – met name oudere kiezers – wil naar Gooise Meren. De meeste jongeren willen liever bij Amsterdam horen.
Dat geldt dat niet voor gepensioneerd accountant A. Berrevoets en zijn vrouw. Zij zijn vóór Amsterdam omdat ze erop vertrouwen dat het ambtelijk apparaat daar beter en professioneler is dan in Weesp en Gooise Meren. Ze stemmen vandaag ook vóór de WIV. Mevrouw Berrevoets: „Ze weten toch al alles van je.”
Dat is vrachtwagenchaffeur Jesse niet met haar eens: „Ik vind de privacy belangrijker dan terreurdreiging.” Zijn vriendin, voor wie hij vandaag ook stemt, vindt bestrijding van terreur juist belangrijker.
Voor veel Weespenaren die tegen aansluiting met Amsterdam stemmen, is de woningnood in die stad een grote zorg. Zou hun eigen stadje niet worden volgebouwd om het ruimtegebrek in de hoofdstad te compenseren?
A. Mostert, IT’er bij KLM, moet niets weten van aansluiting bij Amsterdam. Hij heeft onlangs campagne gevoerd vóór Gooise Meren. „Als we bij Amsterdam komen, moeten onze kinderen straks meedraaien in de loting voor de scholen in Amsterdam, terwijl ze hier nu nog prima naar de middelbare school kunnen. Dat is toch absurd?”
We zullen ondersneeuwen Hanneke van den Akker ziet aansluiting bij Amsterdam niet zitten