Sleepwet zet 25 jaar DNA-strafwetgeving bij oud vuil
De AIVD mag ook profielen uitwisselen met Interpol
Ons DNA dreigt straks onvoldoende afgeschermd te worden, waarschuwen hoogleraren tigde inbreuk op de rechten van burgers, burgers van wie het profiel in de databank is opgenomen nadat ze een strafbaar feit hebben begaan, en is daarom zeer zorgvuldig afgeschermd voor derden. De DNA-databank valt onder de verantwoordelijkheid van de minister van Justitie en Veiligheid, maar het NFI beheert de databank en is gehouden aan hoe de informatie wettelijk gebruikt mag worden.
De nieuwe Wet op de inlichtingen- en veiligheidsdiensten ondergraaft de waarborgen voor de DNA-databank. De AIVD kan aan de hand van gevonden voorwerpen een DNA-profiel opstellen. Met dit DNA-profiel heb je nog geen identiteit. Hiervoor is een vergelijking in een DNA-databank cruciaal. Hoewel het zeker niet gezegd is dat de ‘target’persoon van de AIVD verdacht is, laat staan een strafblad heeft, biedt een vergelijking met de DNA-databank altijd een kleine kans op een match. In geval van een match moet het NFI de gegevens van die persoon (naam en toenaam en het DNA-profiel) met de AIVD delen.
Hoewel de minister van Binnenlandse Zaken verantwoordelijk is voor het DNA-onderzoek van de AIVD, is de minister van Justitie en Veiligheid verantwoordelijk voor de vergelijking met de DNA-databank. De AIVD gaat een eigen DNA-databank inrichten op basis van de DNA-profielen die hij verzameld heeft en de persoonsgegevens die hij van het NFI heeft gekregen. De AIVD mag ook DNA-profielen uitwisselen met buitenlandse diensten zoals Interpol. Dit betekent tevens dat Interpol bij de AIVD de persoonsgegevens van zijn ‘target’ kan opvragen die de AIVD op zijn beurt via het NFI heeft gekregen – en dit alles zonder tussenkomst van de verantwoordelijke minister van Justitie en Veiligheid. Hiermee wordt een achterdeur in de ‘strafrechtelijke’ DNA-databank opengezet. De proportionaliteit van het middel, DNA dat onder dwang is afgenomen van een verdachte, staat weer ter discussie.
Het probleem is nog complexer wanneer het NFI niet alleen informatie verstrekt bij een match, maar ook bij een ‘bijna match’. Een ‘bijna match’ betekent dat het DNA niet afkomstig is van de persoon in de databank, maar dat er een kans bestaat dat het van een verwant persoon afkomstig is. Op die wijze komt de familie van die persoon in het vizier van de AIVD. n, het wordt nog erger. De door het NFI beheerde DNA-databank bevat ook DNA-profielen van zijn eigen medewerkers, medewerkers van andere forensische DNA-laboratoria en politiemedewerkers: de zogenaamde eliminatiedatabank. Deze databank is cruciaal om besmetting van sporenmateriaal met DNA van betrokken medewerkers vroegtijdig te detecteren. In de Amade M’charek is hoogleraar antropologie van de wetenschap. Peter de Knijff, hoogleraar populatie- en evolutiegenetica, LUMC. practice en good