Herkend worden
e deden voor het eerst iets cultureels in het nieuwe gebied, uit eten en naar de film in een filmhuis in Zaandam dat ‘De Fabriek’ heet. We zaten achter een glimmende bak kaasfondue aan een tafeltje bij het raam en deden ons best om te genieten. „Kijk dan”, zei ik, „schitterend industrieel erfgoed.” Een tafeltje verderop werd naar ons geloerd. Een man, NRC in de hand, kwam naar ons toe. Zijn vrouw of vriendin erachteraan.
Er stond die dag een paginagrote tekening van mezelf in de krant, naast een artikel over de gemeenteraad van Wormerland. Hij: „Ben jij dit? Ben jij Marcel van Roosmalen?” Ik keek naar de tekening, ik hing hangend met een kladblok over het plaatsnaambordje Wormer. Er stond ook nog een recente foto bij. Ja, dat was ik, Marcel van Roosmalen uit Wormer. Zijn vriendin tegen mijn vriendin: „En ben jij dan die Eva Hoeke?” „Ja”, zei Eva Hoeke, „ik ben Eva Hoeke, ook uit Wormer, haha.” Nou, ze hadden het gelezen hoor, ze lazen alles en wisten alles. Hij vond dat ik de bewoners van Wormer goed getroffen had, hij was geen fan van ze. Ze hadden ook in Wormer gewoond, de man was er zelfs geboren en getogen.
Zijn vrouw: „Wij zijn in het huis van zijn moeder gaan wonen, we zijn daar weggepest.” Hij: „Sneeuwballen tegen de ruit enzo.” Ik: „Waarom?” Hij: „Lang verhaal…”