Lessen voor nieuw rechts en oud links
E erste indrukken kunnen bedriegen, en dat was woensdag ook het geval bij de lokale verkiezingen. GroenLinks boekte een aardige zege en had een prachtige uitslag in grote steden (zeker voor kandidaat-burgemeester Femke Halsema in Amsterdam), maar toen alle cijfers binnen waren, was het slechts de vierde landelijke partij. Nog steeds kleiner dan D66. De VVD leek dan eindelijk de grootste landelijke partij in de gemeenten te worden. Het werd toch weer het CDA. De lokale partijen groeiden verder.
Dit was kortom een nuttige oefening in nederigheid voor alle professionele politici. En verder voor iedereen die kijk op politiek meent te hebben.
Het interessantste leken me de ontwikkelingen bij nieuw rechts en oud links. Over dit laatste: GroenLinks groeide landelijk met 3,4 procentpunt: het woord ‘historische overwinning’ was een factor-Klaver overdreven.
Vooral ook omdat de gezamenlijke verliezen van PvdA en SP samen groter uitpakten: links schrompelde verder ineen. Ik hoorde een bekende linkse politicus een paar dagen terug het woord ‘blokvorming’ murmelen, en daar kan ik me iets bij voorstellen. D e spectaculairste ontwikkelingen zien we bij nieuw rechts. Wilders’ resultaten in enkele middelgrote gemeenten waren aardig maar in beeldbepalende steden als Den Haag, Rotterdam, Utrecht en Almere presteerde hij ronduit zwak.
Drie jaar terug kondigde hij met grote woorden zijn deelname in Rotterdam aan. Leefbaar Rotterdam, klaagde hij in het
AD, dreef „te veel af van het oude gedachtengoed van Fortuyn”. Maar het afgelopen halfjaar bleek hij zich amper op de Rotterdamse verkiezingen te hebben voorbereid. Het resulteerde in een pias als lijsttrekker. Uiteindelijk bleek Leefbaar met elf zetels verreweg de grootste, en bleef de PVV achter met een schamele twee zetels.
Het laat zien dat het hele model van Wilders, groeien door buiten de macht te blijven, uitgewerkt begint te raken. Leefbaar nam wel het risico van meebesturen en de kiezer hield de partij toch op de eerste plaats. In Den Haag lijkt iets vergelijkbaars te gebeuren nu daar de oud-PVV’er De Mos, volks maar minder radicaal, de grootste werd. Laat het een les voor Thierry Baudet zijn.
Nieuw rechts moet oppassen niet de weg van links in de jaren zestig en zeventig te gaan. Dat verkwanselde zijn agenderende kansen destijds vaak met onderlinge verdeeldheid, waarna het door middenpartijen uit elkaar werd gespeeld. Intussen weigerde het in te zien dat de meeste Nederlanders redelijkheid boven radicaliteit verkiezen. En handelen boven haarkloverijen.
Ook dit laatste is woensdag opnieuw gebleken.
Het model van Wilders, groeien door buiten de macht te blijven, lijkt te zijn uitgewerkt