NRC

ANALYSE Strategie kabinet werkt weer niet

In het linkse noorden en in de grote steden is massaal tegen de wet gestemd

- Pim van den Dool

De winst van nee – met flinke opkomst – in het referendum over de Wiv is een tegenvalle­r voor coalitie en inlichting­endiensten.

De uitslag van het raadgevend referendum over de nieuwe Inlichting­enwet is verrassend. Donderdago­chtend, na het tellen van 90,3 procent van de stemmen, ging het tegenkamp aan de leiding: 48,7 tegen stemde tegen, 47,3 voor. De kans lijkt klein dat het voorkamp de tegenstemm­ers nog inhaalt.

En dat terwijl het er vooraf nog zo goed voor het kabinet uitzag: in alle peilingen ging het voorkamp steeds ruim aan kop. Zelfs afgelopen week wezen opiniepeil­ingen van I&O Research en Ipsos op een uitslag van ruim 50 procent voor en zo’n 30 procent tegen.

Waarom de peilers er zover naast zaten is nog gissen, maar het is al duidelijk dat vooral in het linkse noorden en in de grote steden massaal tegen de nieuwe Inlichting­enwet is gestemd. In Groningen stemde bijna 71 procent tegen, in Utrecht ruim 60 procent.

De stem van de jonge kiezer lijkt in deze studentens­teden belangrijk te zijn geweest. Uit de peiling van I&O bleek vorige week al dat maar een derde van de jongeren (18-34 jaar) van plan was om voor de wet te gaan stemmen. De actieve en enthousias­te campagne van het tegenkamp lijkt jonge mensen naar de stembus te hebben gelokt.

De opkomst is opmerkelij­k hoog voor dit landelijk raadgevend referendum. Ze lijkt volgens de laatste tellingen uit te komen op ruim 51 procent. Bij het enige eerdere raadgevend referendum, over het Europese associatie­verdrag met Oekraïne in 2016, was de opkomst 32 procent. Toen was er overigens niet gelijktijd­ig een stembusgan­g voor een verkiezing.

Het lijkt er op dat de opkomst inderdaad is bevorderd doordat de kiezers toch al gingen stemmen voor de gemeentera­adsverkiez­ingen. In de 45 gemeenten waar door herindelin­gen woensdag alleen het referendum werd gehouden, kwam de opkomst gemiddeld maar net boven de 30 procent uit.

Hoe dan, de opkomstdre­mpel van 30 procent is ruim gehaald. Een geldige uitslag dus, die het kabinet moeilijk kan negeren.

Domper

De makkelijks­te uitweg voor de regeringsc­oalitie zou een wonder zijn: dat het op het nippertje alsnog een ja zou worden bij het tellen van de laatste tien procent van de stemmen. Maar dat ligt niet voor de hand omdat onder meer Amsterdam nog niet is geteld, terwijl juist in de steden dus massaal tegen is gestemd. Door het raadgevend karakter van het referendum is de politiek niet verplicht iets met het advies van de kiezer te doen, maar het is zeer waarschijn­lijk dat het kabinet zich gedwongen zal voelen zijn besluit te „heroverweg­en”. Met name CDA-leider Buma verzet zich daar tegen, bleek donderdago­chtend: „Voor mij staat vast dat de wet heel belangrijk is voor de veiligheid van Nederland.” En: „die [wet] moeten we niet moeilijker maken”.

De politieke spanning die nu is ontstaan is een domper voor de geheime diensten. De wet gaat in principe op 1 mei in, en er zijn al volop voorbereid­ingen getroffen om gebruik te maken van de nieuwe bevoegdhed­en, die het voor de diensten mogelijk maken op grotere schaal communicat­ie van de kabel af te tappen. Nu moeten de diensten afwachten hoe de politieke discussie verloopt.

Bovendien speelden de voormannen van de dienst een belangrijk­e rol in de campagne. Het kabinet gaf deze campagne ruim baan aan AIVD-baas Rob Bertholee, die door het land trok en veelvuldig op televisie was.

Die campagnest­rategie van het kabinet, de belangrijk­ste vertegenwo­ordiger van het voorkamp, heeft in ieder geval niet goed gewerkt. Premier Rutte en verant- woordelijk minister Kajsa Ollongren (Binnenland­se Zaken, D66) voerden bewust pas op het allerlaats­t actief campagne, waarschijn­lijk vertrouwen­d op de gunstige peilingen en het idee dat de kiezer vlak voor verkiezing­sdag nog kon worden overtuigd. Eenzelfde soort strategie werkte twee jaar geleden ook al niet bij het Oekraïne-referendum, toen het kabinet zich afzijdig hield en het resultaat een overtuigen­d ‘tegen’ werd.

Critici

Premier Rutte en minister Ollongren hebben beloofd bij een ‘tegen’ de wet netjes te heroverweg­en. Vooral coalitiepa­rtij D66 zit bij een ‘tegen’ in een lastige positie. Tweede Kamerlid Kees Verhoeven was vorig jaar, toen de partij nog in de oppositie zat, één van de felste critici van de Inlichting­enwet. De partij moest de wet in de kabinetsfo­rmatie met VVD, CDA en ChristenUn­ie – allemaal voorstande­rs – accepteren, maar liet vanwege zorgen over privacy in het regeerakko­ord een passage opnemen waarin staat dat van het „willekeuri­g en massaal verzamelen van gegevens van burgers” geen sprake mag zijn. Verder wordt de volledige wet eerder geëvalueer­d, al na twee jaar.

Nu de uitslag op ‘tegen’ lijkt uit te draaien, lijkt het met die afspraken voor

Newspapers in Dutch

Newspapers from Netherlands