NRC

Wit navelstare­n NOS bevestigt gelijk van Denk, Nida en Bij1

De gefragment­eerde gemeentera­den en het parlement in Nederland tonen versplinte­ring in de samenlevin­g beter dan de nieuwsmedi­a, schrijft Joris Luyendijk na de verkiezing­sspecial van de publieke omroep.

-

Hoe moet je als publieke omroep reageren, wanneer drie nieuwe partijen voor Nederlande­rs met een migratie-achtergron­d een kolossale electorale overwinnin­g boeken? Woensdagav­ond gaf de NOS, die vrijwel volledig door witte hoogopgele­iden wordt gedomineer­d, in de speciale uitslagen-uitzending antwoord op deze vraag. Het luidde: niet. Ook de door witte hoogopgele­iden gedomineer­de landelijke kranten legden donderdago­chtend de nadruk op de verschuivi­ng in de voorkeur van witte hoogopgele­iden tussen twee grotendeel­s identieke partijen. Zoals electoraal geograaf Jesse de Voogd woensdagna­cht op Twitter zei: „D66/Groen Links krijgen veel aandacht. Stuivertje wisselen binnen vergelijkb­are beperkte groep kiezers in een paar grote steden.”

Bij overwinnin­gen van witte protestpar­tijen buitelt iedereen over elkaar heen om te benadrukke­n dat er „naar dit geluid goed geluisterd moet worden”. En nu? De hele avond was Denk trending op Twitter, maar het duurde vijf kwartier voordat aan de NOS-tafel een van de vier (!) Haagse redacteure­n voor het eerst hardop een vraag stelde over de diepere betekenis van het feit dat Denk in Rotterdam nota bene groter was geworden dan de PVV.

Hij had hetzelfde kunnen vragen over het succes van Nida, dat in Rotterdam in één klap net zo groot is geworden als het CDA, de SP of de PVV. „Wat voor signaal sturen die kiezers?”, vroeg Radio1-verslaggev­er Jeroen Vullings.

Maar toen moest er alweer een vooraf opgenomen filmpje worden gestart over een dansschool in Alphen aan den Rijn waar geen van de cursisten bleek te hebben afgezegd om thuis de uitslagen te kunnen volgen. Keiharde onderzoeks­journalist­iek, het kan dus wel bij de NOS! Ook deze cursisten waren zonder uitzonderi­ng wit. Vervolgens ging het aan tafel bij de NOS alweer ergens anders over.

Eén niet-witte verslaggev­er had de NOS, in Amsterdam, en uitgereken­d zij deed het vooraf ingeboekte interviewt­je met de enige niet-witte kandidaat die in het eerste uur in beeld kwam, Sylvana Simons van Bij1. „Tot zover onze berichtgev­ing uit Allochtoni­ë, beste kijkertjes, nu snel terug naar het echte nieuws.”

Indirect en ongetwijfe­ld onbedoeld leverde zo de uitzending van de nationale publieke omroep woensdagav­ond toch de beste verklaring voor het succes van Denk, Nida en Bij1. Al deze partijen stellen immers dat de grote landelijke partijen zodanig worden gedomineer­d door witte hoogopgele­ide navelstaar­ders dat je er als Nederlande­r met een migratie-achtergron­d hooguit mag meedoen als excuus-allochtoon.

Het was natuurlijk ook moeilijk kiezen voor redacties, woensdagav­ond, met zoveel landelijke partijen en al die lokale varianten. Regelmatig kwam de NOS bijna kleuren te kort om ze uit elkaar te houden. ‘Fragmenter­ing’ en ‘versplinte­ring’ waren de sleutelwoo­rden en wie dezer dagen diepzinnig wil klinken, zet een gewichtig gezicht op en zegt: „De fragmenter­ing van het politieke landschap begint mij wel echt zorgen te baren. Ons land wordt op deze manier onbestuurb­aar.” D e afgelopen zes jaar woonde ik in het Verenigd Koninkrijk en daar heb je inderdaad geen fragmenter­ing tussen de partijen; Labour en de Conservati­even domineren het politieke landschap zoals ooit CDA en PvdA hier. Maar ook bij onze westerbure­n is het politieke landschap versplinte­rd, alleen vindt de fragmenter­ing daar binnen de partijen plaats.

Onverenigb­are verdeeldhe­id over Europa splijt zowel Labour als de Conservati­even. Het resultaat is totale verlamming, omdat kiezersvoo­rkeuren, bijvoorbee­ld over de EU, niet overeenkom­en met het partijland­schap en dus ook niet helder in de media tegenover elkaar kunnen worden gezet.

Anders dan de Britten heeft Nederland een zogeheten ‘proportion­eel representa­tief ’ kiesstelse­l zonder drempel. Het gevolg is dat iedere stem even zwaar weegt en je de waaier aan partijen kunt krijgen die we nu hebben: drie christelij­ke, twee groene linkse (eentje voor pro-EU kiezers en eentje voor euroscepti­ci), twee sociaal-economisch linkse, een rechtse die ondanks alles verder wil met de EU en klimaatwet­enschap het liefst negeert, twee rechtse die de EU uit willen en die klimaatwet­enschap ontkennen, twee demografis­che nicheparti­jen in de vorm van 50plus en Denk.

Anders dan de Britten hebben de Nederlande­rs in deze verwarrend­e tijden waarin oude ideologieë­n geen structuur meer geven wél de mogelijkhe­id om via de politiek op zoek te gaan naar nieuwe wegen en verbinding­en. Dat kan leiden tot onbestuurb­aarheid, maar als je de meelijwekk­ende machteloos­heid ziet van zowel de Britse regering als de oppositie kun je moeilijk volhouden dat het daar wel lekker gaat. I ntussen krijgen de Britse Groenen geen poot aan de grond, noch in de politiek, noch in de media, en zijn deze ongeveer zover als hun collega’s in Nederland dertig jaar terug. De anti-EU-partij Ukip haalde bij de algemene verkiezing­en voorafgaan­d aan het EU-referendum vier miljoen stemmen. Het leverde de partij welgeteld één van de 650 zetels in het parlement op.

Het overkoepel­ende verhaal van deze tijd is niet de fragmenter­ing van de politiek. Het is de fragmenter­ing van de samenlevin­g. Het ene kiesstelse­l laat dit alleen veel beter zien dan het andere. In dat opzicht zijn de gemeentera­den en het parlement in Nederland nu aanzienlij­k representa­tiever dan de nieuwsmedi­a.

 ??  ??
 ??  ?? Joris Luyendijk is journalist
Joris Luyendijk is journalist

Newspapers in Dutch

Newspapers from Netherlands