De ambtenaar die de Turkijedeal uitvoerde, blikt terug
De ‘Turkijedeal’ is geslaagd, vindt de ambtenaar die leidinggaf aan de uitvoering. Maar: „Het is weerbarstig om mensen terug te sturen.”
Vijf minuten voordat de Europese Commissie een persbericht verstuurde waarin de zogenoemde Turkijedeal werd aangekondigd, hoorde Maarten Verwey dat hij dit plan zou gaan uitvoeren: de verschillende Griekse, Turkse en Europese partijen bij elkaar brengen, zorgen dat iedereen wist wat te doen. De Nederlandse Commissie-ambtenaar was al vaak in Griekenland geweest om het land te helpen met het hervormen van de economie – maar van migratie had hij nauwelijks verstand.
De Turkijedeal werd onder grote druk gesloten op 18 maart 2016, in het jaar nadat Europa te maken had gekregen met de grootste vluchtelingencrisis in de recente geschiedenis. Het uitgangspunt: illegale migratie van Turkije naar Griekenland zo snel mogelijk stoppen en legale migratie rechtstreeks vanuit Turkije mogelijk maken. Turkije beloofde Syrische vluchtelingen die geen recht hadden op een status terug te nemen uit Griekenland en kreeg in ruil daarvoor 3 miljard euro aan financiële steun. Voor iedere teruggenomen vluchteling zou Europa een andere ‘legale’ vluchteling uit Turkije opnemen.
Nu, ruim tweeënhalf jaar later, domineert het beeld van overvolle vluchtelingenkampen op de Griekse eilanden. De humanitaire situatie daar is zo slecht, dat de Griekse regering aankondigde vluchtelingen over te brengen naar het vasteland, voor meer ruimte en betere zorg. Hulporganisaties waarschuwen voor de dramatische situatie. In augustus meldde Artsen zonder Grenzen dat zelfs kinderen zich van het leven proberen te beroven om te ontkomen aan de slechte omstandigheden.
„Dit is het punt waarover ik me het meest zorgen maak”, zegt Verwey, die sinds 2011 voor de Europese Commissie werkt en een belangrijke rol speelde tijdens de eurocrisis. „Maar al met al denk ik dat het goed heeft uitgepakt, niemand wil terug naar de situatie van 2015.” Per 1 juli stopte Verwey als coördinator van de Turkijedeal. In zijn Brusselse kantoor wil hij – eenmalig – terugblikken op zijn ervaringen. Is de deal geslaagd? „Als je kijkt naar de doelstellingen: ja. De deal moest de instroom van migranten van Turkije naar de Griekse eilanden sterk verminderen en zorgen dat er geen doden meer zouden vallen in de Egeïsche zee. Ook moest Europese asielwetgeving gerespecteerd worden. Dat is vrij goed gelukt: de instroom verminderde met 97 procent.” In Salzburg spraken Europese regeringsleiders vorige week opnieuw over migratie. Een van de opties is migratiedeals sluiten met Noord-Afrikaanse landen. Dient de Turkijedeal daarvoor als voorbeeld? „Ieder land is verschillend. Cruciaal bij de Turkijedeal was dat het land door Griekenland als veilig werd aangemerkt, zodat migranten ook teruggestuurd konden worden. Dat gaat niet voor ieder land op.
„In algemene zin geldt: als je migratie wilt managen, kun je niet beginnen bij de buitengrenzen van Europa. Daarvoor moet je veel verder, diep het Aziatische en Afrikaanse continent in. Dat vraagt een gezamenlijke opstelling van Europese landen, want individuele landen gaan dat niet voor elkaar krijgen.” Waarom zo ver weg? „Een grote groep mensen die in Griekenland aankomt, komt uit Pakistan. En ook uit Bangladesh. Daar is het geen oorlog, maar de omstandigheden zijn niet goed. Daarover moeten afspraken worden gemaakt, over Europese hulp daar of de terugname van migranten.” Mensenrechtenorganisaties zijn vanaf het begin heel kritisch op de manier waarop er in de Turkijedeal met vluchtelingen wordt omgegaan. „Die kritiek kwam vooral van ngo’s. Maar in termen van de asielprocedures zijn de rechten gerespecteerd: iedereen die binnenkomt, krijgt een individuele asielbehandeling en de mogelijkheid van beroep. Onderbelicht bleef dat de deal de situatie van vluchtelingen in Turkije wel degelijk heeft verbeterd. 1,3 miljoen Syrische vluchtelingen krijgen nu maandelijks zogenoemde cash-benefits, geld dat ze kunnen besteden aan hun eigen levensonderhoud. 500.000 kinderen gaan naar school.
„Kijk, voor de persoon die droomde van Nederland of Duitsland, is stranden in Griekenland een menselijk drama. Dat maakt het zo moeilijk: individuele belangen versus een sterke maatschappelijke wens om instroom te reguleren. Het hangt ervan af: welk perspectief kies je?” Toch bleven – en blijven – er mensen komen. En zijn de vluchtelingenkampen, vooral op Lesbos, nog steeds overvol. „Ja. Het is veel weerbarstiger gebleken dan gedacht om migranten daadwerkelijk terug te sturen. Dat heeft er overigens alles mee te maken dat de procedures wel degelijk zijn gevolgd. Er zijn gewoon heel veel mogelijkheden om uitzettingen te vertragen. Daarnaast: de instroom is nog steeds hoger dan het aantal mensen dat wordt teruggestuurd. Mijn grootste zorg is dat het tot lastige, echt heel moeilijke omstandigheden heeft geleid, vooral op de Griekse eilanden. We hebben vaak aangeboden extra opvangplaatsen te creëren, heel concreet met geld en plannen. Maar daar was geen steun voor. De eilandbewoners vrezen voor een aanzuigende werking, dat gevoel zit heel diep.” Zit daar een weeffout in de deal? „Binnen de huidige verdeling van verantwoordelijkheden is het echt lastig. Het komt echt niet door een gebrek aan inzet van de Europese Commissie of een gebrek aan financiële middelen. We hebben alles beschikbaar gesteld wat we hebben. Maar uiteindelijk zijn we afhankelijk van het Griekse apparaat en dat moest van ver komen.
„Een concreet voorbeeld: in het begin kregen ze het niet voor elkaar EU-geld uit te geven. Daar zijn allerlei Europese standaarden voor, waarbij de Griekse autoriteiten zelf uitgaven moeten doen voor bijvoorbeeld opvang. Dat geld kunnen ze later declareren, maar daar heb je wel een goed functionerend financieel apparaat voor nodig. Dat was er niet.
„Een ander voorbeeld: toen ik in september 2015 in Griekenland kwam en er duizenden mensen per dag binnenkwamen, werd slechts 8 procent geregistreerd. En bij bijna niemand werden security checks uitgevoerd. Al die mensen liepen zo, ongeregistreerd, Europa binnen.” De kampen zitten zo vol omdat mensen op de eilanden hun asielprocedure moeten afwachten. Heeft u daar iets aan kunnen doen? „Die reisbeperking opheffen is geen goed idee. Door mensen op de eilanden te houden, kan worden beoordeeld of ze mogen blijven of naar Turkije worden teruggestuurd. En ik denk dat er ook positieve elementen voor de eilanders zijn: de migrantenstroom was dodelijk voor de toeristenindustrie. Na 2015 stortte het aantal boekingen in 2016 in. In 2017, nadat de deal in werking was getreden, waren de boekingen weer terug op het oude niveau.
„Ik heb het verband daartussen niet duidelijk kunnen maken, maar mijn stellige overtuiging is dat de boekingen terugliepen door wat mensen in 2015 op tv zagen.” Valt er wat te doen aan de soms jarenlange asielprocedures? „Ja, de wetgeving kan worden aangescherpt. In Griekenland is het lastiger om mensen uit te zetten dan strikt noodzakelijk volgens de Europese regelgeving. De bottleneck zit onder andere in de huidige beroepsprocedures. Maar bedenk ook: op de dag dat de deal werd afgekondigd, was er niet eens een asieldienst op de eilanden.
„Dat zoiets opbouwen tijd kost, is niet uniek. Eigenlijk hebben alle landen wel problemen met het uitzetten van migranten.” Trekt u zich de kritiek aan? „Ik gun iedereen zijn eigen mening en ik ga ook niet zeggen dat alles perfect is. Zeker niet vanuit het perspectief van mensen in vluchtelingenkamp Moria. Maar weinig mensen realiseren zich waar we vandaan komen. En daar wil niemand naar terug.”