OPEC weerstaat oproep van Trump
De olieprijs blijft stijgen en dat komt de Amerikaanse president nu slecht uit. Maar de OPEC weigert de kraan verder open te draaien.
Erik van der Walle
Donald Trump mag dan ruim 54 miljoen volgers hebben, de tweets van de Amerikaanse president over de olieprijs missen vooralsnog hun effect. Donderdag herinnerde hij de olieproducerende landen in het Midden-Oosten eraan dat zij hun veiligheid aan Amerika te danken hebben, maar tegelijkertijd tegen zijn zin niet ophouden de olieprijs voortdurend te ‘pushen’. „Dat zullen we niet vergeten. Het monopolie van de OPEC moet voor prijsverlaging zorgen”, stelde Trump.
De olieprijs steeg na afgelopen donderdag stug verder. Inmiddels kost een vat Brent-olie meer dan 80 dollar (68 euro), en dat niveau is in vier jaar niet behaald. Opvallend is dat juist Trumps beleid bijdraagt aan de gestage stijging van de olieprijs.
Vooral de Amerikaanse boycot van Iran wordt immers als drijvende kracht gezien achter de olieprijs. De oliesancties voor de vijfde producent van de wereld gaan begin november in, maar nu al spelen marktpartijen in op een mogelijk tekort. Vraag is vooral hoeveel landen de boycot van Amerika zullen volgen. „De olieprijs ging vier jaar geleden van 120 naar 30 dollar door een overschot van zo’n 1 miljoen vaten. Dat staat gelijk aan ongeveer 1 procent van de dagelijkse productie”, zegt ABN Amro-analist Hans van Cleef. „Het is dan niet gek dat sancties voor Iran, met een productie van bijna 4 miljoen vaten, grote gevolgen kunnen hebben.”
De timing van Trumps tweet was niet toevallig. Afgelopen weekend kwamen de olieproducerende landen in Algiers bij elkaar. En de OPEC besloot daar met andere olieproducenten (zoals Rusland) geen gehoor te geven aan de Amerikaanse oproep. De productie, vorig jaar beperkt met 1,8 miljoen vaten, gaat niet opnieuw omhoog.
De olieproducenten zijn dus niet van plan om de problemen op te lossen die deels door Amerika worden veroorzaakt. Het is volgens Van Cleef overigens ook de vraag of de olieproductie momenteel substantieel omhoog kan. „Daar komt bij dat de prijs nu rond de 80 dollar ligt en dat is precies het doel van de OPEC. Dus waarom zouden ze de productie opschroeven?” De OPEC sprak zondag na de vergadering van „een gezonde balans tussen vraag en aanbod”.
Niet alleen de positie van Iran is in het geding. De politieke situatie in zowel Venezuela – ooit goed voor 2 miljoen vaten – als Libië is zo labiel, dat het elke dag weer de vraag is hoe groot hun productie is. Tegelijkertijd loopt de wereldwijde reservecapaciteit, door de hogere mondiale vraag, al lange tijd terug. Saoedi-Arabië, de grootste OPEC-producent, stelt zelf 1,5 miljoen vaten per dag extra te kunnen produceren. zo’n 1,5 procent van de wereldproductie. Maar energieminister Khalid al-Falih verklaarde zondag dat dit nu niet nodig is. „Er is volop aanbod voor elke klant die het nodig heeft”, zei hij tegen verslaggevers. Ook Rusland heeft een snelle ophoging van de productie expliciet afgeserveerd.
Het is de vraag hoe lang Trump ontevreden is over de stijgende olieprijs. Hogere benzineprijzen zijn in de aanloop van de Amerikaanse tussentijdse verkiezingen in november vervelend, maar er zit ook een goede kant aan: de exploitatie van Amerikaanse schalieolie wordt zo eerder rendabel. En daardoor kan Amerika de komende jaren met deze prijzen zijn positie als grootste olieproducent van de wereld alleen maar verder uitbouwen.