NRC

INTERVIEW HOOGLERAAR GEBARENTAA­L Iedereen aan de gebarentaa­l!

De nieuwe hoogleraar gebarentaa­l barst van de energie. Het is goed voor de samenlevin­g als iedereen gebarentaa­l zou leren.

- Door onze redacteur

Ellen de Bruin

Natuurlijk ging het niet lukken. Ze waren twee weken van tevoren pas begonnen met het aankondige­n van de actie; die vond plaats tijdens de kinderboek­enweek, en in het zuiden van het land was het ook nog de laatste dag voor de herfstvaka­ntie. Maar het was wel een droom van Onno Crasborn: dat op de dag van zijn oratie, vrijdag 12 oktober, álle kinderen tussen 7 en 14 jaar in Nederland een les gebarentaa­l zouden krijgen in hun eigen klas.

In zijn werkkamer op de achtste verdieping van een Nijmeegs universite­itsgebouw laat Crasborn meteen het vrolijke lesboekje zien, waaruit kinderen onder meer begroeting­en in Nederlands­e gebarentaa­l kunnen leren en waarin ze aangemoedi­gd worden een naamgebaar voor zichzelf te bedenken. Het boekje is gemaakt door het (horende) echtpaar achter gebaren.nl, dat ook voorlichti­ng en cursussen geeft voor bedrijven, zorgverlen­ers en ouders van dove kinderen. Er zijn zo’n 1.700 lesboekjes verkocht.

„In Nederland zijn naar schatting 12.000 gebarende doven”, begint Crasborn al te praten voordat hem een vraag gesteld is. „Die hebben nog eens zo’n 30.000 gebarende mensen om zich heen, van een beetje tot vloeiend. Maar er zouden anderhalf miljoen mensen in Nederland zijn met gehoorprob­lemen. Allerlei ketens storten zich daarop, audiologen, zelfs opticiens. Terwijl de hele samenlevin­g ervan zou profiteren als iedereen gebarentaa­l kent. Veel ouderen zijn zo slechthore­nd dat ze denken: die verjaardag van mijn dochter, laat maar. Mensen die goed kunnen horen hebben trouwens ook last van rumoerige omgevingen, en als je afscheid neemt van iemand die met de trein gaat kun je nog een hele tijd door het raam heen met elkaar praten. En het zou voor doven zó fijn zijn als mensen ook eens hún kant opkomen. Ze zouden qua werk, onderwijs, zorg eerder serieus genomen worden. Nu moeten doven heel veel extra moeite doen.” Op gebarentaa­linelkklas­lokaal.nl staat dat gebarentaa­l goed is voor de ontwikkeli­ng van het jonge brein. Hoe dan? „We hebben gebarentaa­lles in kinderdagv­erblijven laten geven, aan horende kinderen. Dat sloeg enorm aan. Kinderen werden er vrolijk van. Helaas hadden we geen geld om het effect goed te onderzoeke­n, maar ik heb ook van genoeg ouders gehoord dat hun kinderen al voor hun eerste jaar veel kunnen zeggen met gebaren. Woordjes, zinnetjes. Dat zijn ouders die gehoord hebben dat je met gebarentaa­l eerder met je kind kunt praten. Het kan niet anders dan dat eerdere interactie tussen ouder en kind goed is. Of ze er op lange termijn slimmer of gelukkiger van worden, is een open vraag.

„En bij dove kinderen blijft het natuurlijk zeer zorgelijk dat sommige ouders er nog steeds voor kiezen om geen gebarentaa­l aan te bieden. Bijna alle dove en zeer slechthore­nde kinderen krijgen tussen 6 en 12 maanden een CI, een implantaat dat de gehoorzenu­w prikkelt. Veel ouders denken of krijgen te horen dat dat het probleem oplost en dat gebarentaa­l dan niet meer nodig is. Maar die kinderen blij- Professor Onno Crasborn maakt het gebaar voor ‘doorgaan, door en door, verder’: „Het zou voor doven zó fijn zijn als mensen ook eens hún kant opkomen.”

CV

ven slechthore­nd, of doof, als dat ding uit staat. En ze lopen een enorme achterstan­d op als ze pas na het eerste levensjaar taalaanbod krijgen. Kinderen leren al veel taal voordat ze zelf kunnen praten. Zuigelinge­n kunnen al horen of hun moedertaal of een vreemde taal wordt afgespeeld. Dat is voor doven niet haalbaar, maar vanaf de geboorte wil je toch alle ontwikkeli­ngsmogelij­kheden bieden die er zijn. Taal is heel wezenlijk voor de sociale en emotionele ontwikkeli­ng. Het is niet: doe je je kind op een sportclub of niet.” Maar horende ouders moeten hun dove kind dan een taal leren die ze zelf niet beheersen. „Ja, dat is de kern van het probleem. In het begin houd je de taalontwik­keling van je kind nog redelijk bij, maar op een gegeven moment halen kinderen hun ouders in. Maar de conclusie dat je het dan maar niet moet doen is bizar.

„De infrastruc­tuur voor ouders om goed gebarentaa­l te leren is wel heel beperkt. Ik zie het ook wel als mijn taak als hoogleraar om dat te veranderen, om gebarentaa­l zichtbaard­er te maken.” Werken er doven op uw vakgroep? „Ja, we hebben één dove promovendu­s, eindelijk! En twee dove student-assistente­n, en nog twee dove vaste medewerker­s. Bijna alle overleg hier op de werkvloer is in gebarentaa­l.”

 ??  ??

Newspapers in Dutch

Newspapers from Netherlands