Matig zijn, dat helpt. Toch?
aarom zou iemand veganistisch eten? Dat is niet zo moeilijk: in de eerste plaats om dierenleed te verminderen. En ten tweede om het milieu minder te belasten, want de grootschalige veeteelt legt daar een onevenredig grote druk op. En op de derde plaats nog uit gezondheidsoverwegingen: veel vlees, boter en room eten verhoogt het risico op kanker en hart- en vaatziekten.
Er zijn dus wel redenen om geïnteresseerd te zijn in veganisme, ook als men niet van plan is om geheel en al veganistisch te gaan eten: minder dierlijke producten gebruiken lijkt in alle opzichten een goed idee.
Maar hoe te werk te gaan? Wat gaat er in de koffie als je geen melk meer zou gebruiken, hoe maak je pudding of bechamelsaus zonder room, of moeten we dat vergeten? En de kaas! Ook vergeten? En hoe bak je een cake zonder ei? Friet mét is heerlijk, maar hoe kom je aan de mayonaise?
Niet alleen de eetgewoonten, ook de kookgewoonten zullen drastisch moeten veranderen.
Miki Duerinck en Kristin Leybaert die het boek Vandaag Vegan! maakten, werden daar zelf ook mee geconfronteerd. Ze hebben naar oplossingen gezocht met allerlei soorten ‘melk’ en ‘room’, zoals sojaroom, havermelk, kokosmelk. Die gedragen zich anders dan koeienmelk en dat is soms weer een voordeel, zo blijkt. Van sojaroom maak je ‘bechamel’ zonder boter en meel. Cake zonder ei kan met goed plakkend maismeel, mayonaise fabriceer je van sojaroom. Over pasta gebruik je geen parmezaanse kaas maar gistvlokken, meringue kan zonder eiwit van kikkererwtenwater geslagen worden – de schrijfsters van Vandaag Vegan! hebben echt veel uitgezocht en zijn erg inventief.
Al smaakt het allemaal heel anders en niet per se lekkerder. Maar denk aan al die melkkoeien in al die stallen die een rotleven hebben omdat wij zo veel zuivel eten. Denk aan de sneue legkippen.
Al denk je ook vaak: waarom zo enorm puristisch? Het zou al geweldig helpen als er geen zes kasten met onzinnige zuiveltoetjes en yoghurt in duizend smaken in de supermarkten stonden. Geen batterij-eieren eten. Weinig vlees. Af en toe een visje. Gewoon matig zijn. Want als maar veel mensen zo doen, dan verandert er wat.
Zou je denken. Totdat je in deze krant leest wat consumptiesocioloog Hans Dagevos van de Universiteit van Wageningen zegt. Er worden helemaal geen dieren gespaard als wij een dag geen vlees eten: „Als er een vleesoverschot in Nederland zou ontstaan, wordt het gewoon naar het buitenland geëxporteerd.” Want in de rest van de wereld eten ze almaar meer vlees.
De consument, tegen wie altijd wordt gezegd dat hij zo machtig is, staat dus machteloos? Gauw gebeld. Maar nee, zegt Dagevos. Zo is het niet. Eén dag geen vlees eten maakt weinig uit, omdat hoe dan ook 70 à 80 procent voor de buitenlandse markt wordt geproduceerd. Zuivel daarentegen gaat voor ongeveer 50 procent naar de binnenlandse markt, dus daar zou het effect heel wat groter kunnen zijn.
Vandaag havermelk in de koffie. Marjoleine de Vos