Hij is/was
enk Spaan vroeg mij weleens mee naar het voetbal. Dat waren altijd wedstrijden van Ajax tegen Vitesse. Henk zei dan niet zoveel, hij houdt niet van praten tijdens een wedstrijd. Soms een vraag waarin hij zelf het antwoord al had verstopt zodat ik het eigenlijk niet fout kon zeggen. „Jij ziet ook dat Christian Eriksen de beste van het veld is?” Wat ik me herinner, is dat hij niet zoals de rest ging staan en klappen als dat clublied werd gedraaid – „Het is het volkslied niet” – en verder zal ik de uitdrukking op zijn gezicht nooit vergeten toen hij er bij de ingang uit werd gepikt om te worden gefouilleerd. Verder niets dan bewondering. Ik hoorde hem meer dan eens het mooiste voetbalgedicht ooit geschreven voordragen, over zijn gedachten bij keeper Ed de Goeij van Feyenoord. Vier zinnen uit het hoofd: ‘ aan ’s morgens naar je werk/ aan zondags naar de kerk/ aan ’t legen van de vuilnisbak/ een leven dat vanzelf sprak.’
Die Henk Spaan was woensdag even terug in Amsterdam Nieuw-West. Op het Calvijn College, de school van Abdelhak ‘Appie’ Nouri presenteerde hij zijn boek Nouri, de belofte. Over het Ajax-talent dat hij al vanaf zijn negende volgde en aan wiens carrière vorig jaar zo’n treurig einde kwam. De familie Nouri was nadrukkelijk aanwezig. Af en toe keek ik naar vader Mohammed, die ooit naar Nederland kwam om informatica te studeren en ‘Newton’ werd genoemd.