INTERVIEW MUSICALWETENSCHAPPER ‘Annie M.G.-musicals zijn uniek Nederlands’
Musical moet hier een boodschap hebben
Tapdans en glittergordijn in Foxtrot (1977).
SANNE THIERENS
Op haar 15de werd Sanne Thierens (28) gegrepen door musicals. Vrijdag promoveert ze in Engeland op haar studie over de musicals van Annie M.G. Schmidt, waarin Broadway en Holland elkaar ontmoeten. Henk van Gelder
De zeven musicals die Annie M.G. Schmidt en Harry Bannink tussen 1965 en 1984 hebben geschreven, bewijzen hun betekenis als „historische documenten die onderdeel zijn van het Nederlandse cultureel erfgoed”.
Dat concludeert theaterwetenschapper Sanne Thierens (28) in haar proefschrift The Dutch Don’t Dance waarop ze vrijdag promoveert aan de universiteit van Winchester. Ze is de eerste die academisch onderzoek heeft verricht naar het rijk geschakeerde musical-oeuvre van Schmidt en Bannink. En de eerste die daarop afstudeert.
Maar waarom aan een Engelse universiteit – en waarom in het Engels?
„Omdat het onderwerp in Nederland werd afgewezen. Het probleem is dat de musical binnen de studie theaterwetenschappen in Nederland niet eens een vak is. Op musicals rust een stigma. Ik zou hier ook geen begeleider op academisch niveau kunnen vinden. In Engeland wel. Mijn promotor is professor in musical theatre – dat bestáát daar.”
De aanstaande musical-doctor zag haar eerste musical op haar vijftiende. „Een vriendin wilde dat ik mee ging naar Beauty and the Beast. Dat leek me niks, ik had er helemaal geen zin in. Maar ik vond het prachtig. Toen ben ik meer musicals gaan bekijken. En ik heb gelezen wat erover is geschreven. Dat was niet veel, maar ik stuitte natuurlijk wel op het feit dat Annie Schmidt en Harry Bannink voor de Nederlandse musical heel belangrijk zijn geweest. Zo is het begonnen.”
Hete hangijzers, niet ‘I love you’
I love you het in dit land nóg belangrijker vinden dat er in de tekst een boodschap zit.” In haar proefschrift legt de promovenda dan ook directe verbanden tussen de thema’s die Annie Schmidt in haar musicals aansneed en de kwesties die in die jaren het maatschappelijk debat bepaalden.
Broadway in Nederland
Foxtrot
Over het van ironie doordrenkte taalgebruik van Annie M.G. Schmidt gaat deze studie niet. En evenmin over de verrassende rijmen („de heren van de junta in Bolivia / zijn zo aardig voor hun moeder en d’r clivia”). waarin zij excelleerde. „De taal was niet mijn uitgangspunt”, zegt Thierens. „Mijn uitgangspunt was de inhoud – en het beeld dat deze musicals geven van wat er zich op dat moment in de Nederlandse maatschappij afspeelde.”
Ze werkt nu aan een Nederlandstalige publieksuitgave van haar studie en hoopt verder onderzoek te doen naar de allereerste aarzelende schreden die in Nederland al vóór Schmidt en Bannink in het musicalgenre zijn gezet. „Er valt nog veel te onderzoeken. De musical is de populairste theatervorm van Nederland, maar wordt nog lang niet door iedereen even serieus genomen. Kijk eens hoe angstvallig Soldaat van Oranje aanvankelijk werd gepresenteerd als ‘muziektheater’ – alsof het woord musical verdacht was. Ik hoop dat mijn onderzoek een beetje meewerkt aan de erkenning van een volwaardig theatergenre. Want dat is het.”