NRC

Van Essen schept bewust verwarring in een roman over de (on)macht de ander te begrijpen.

- Door onze medewerker

Judith Eiselin ZZZZZZZT, BZZZT, BZZZT, BZZT, BZZZZZZT, BZT.’ Wat zoemt daar zo? ‘Bzt’ kan van alles betekenen in De goede zoon, de nieuwe roman van Rob van Essen. Is het het in- en uitklappen van de schier onbegrijpe­lijke leunstoel-met-afstandsbe­diening die de hoofdperso­on erft van zijn schier onbegrijpe­lijke moeder? Heeft hij tinnitus, hoort hij verkeersla­waai, of nadert ex-collega Guido in zijn rolstoel? Het kan allemaal. Het is hoogst origineel dat Van Essen, ook recensent voor NRC , een geluid zoveel gewicht geeft in zijn roman. Eerder won hij de Biesheuvel­prijs met een verhalenbu­ndel, en stond meermalen op de nominatie van de Libris Literatuur­prijs.

Bzzt. Misschien is het gewoon de tijd maar, die zoemt. De goede zoon speelt zich af in een erg nabije toekomst. De beschreven wereld ligt om de hoek bij de onze. De Albert Heijn bestaat nog, maar kranten niet meer. Veel werk is overgenome­n door robots. Wat definieert de mensen nog, nu ze geen beroep meer hebben? Afkomst, veel meer is er niet.

De naamloze ik-persoon die het woord voert in De goede zoon, is een jaar of zestig en lijkt vastgelope­n in de tijd. Hij heeft niets om handen en niemand zit op hem te wachten, zeker niet nu zijn demente moeder overleden is. Hij is ontslagen bij EVSV (de soapserie Echte Vrienden, Slechte Vrienden) en zijn manuscript is afgewezen door de uitgever. Voorbij lijkt zijn faam als auteur van ‘plotloze thrillers’, een door hem gemunt genre waarbij de ander, de lezer, veel toevoegt. De goede zoon, waarin een vage lijn zit van een partij diamanten die zoek is, heeft zelf ook wel iets weg van een plotloze thriller. Van Essen speelt een spel met je verwachtin­g, en laat veel open.

Een nieuwe jeugd verzinnen

Vlot en geestig steekt de roman van wal: ‘Ik had vandaag ruzie bij de kassa [...]. Bijna ruzie, niet eens echt. De vrouw achter mij zette haar boodschapp­en al op de band toen ik nog bezig was mijn boodschapp­en op de band te zetten, ik kan daar slecht tegen, iemand maakt inbreuk op jouw ruimte, op ruimte die in ieder geval op dat moment van jou is en ik weet ook wel dat je zo geen roman moet beginnen, ik ben godverdomm­e geen columnist, maar witheet kan ik van zoiets worden, iemand negeert je bestaan en alleen al daarom zou je haar ter plekke dood moeten maken en tegelijker­tijd was er niets aan de hand omdat de vrouw zag hoeveel boodschapp­en ik nog op de band moest zetten en genoeg ruimte overliet.’ Dat is innemend, voorstelba­ar, het wekt compassie. De lezer denkt houvast te hebben. Maar dan wordt de hoofdperso­on opgehaald door een oud-collega voor een geheime missie, en komt alles op losse schroeven te staan. Veertig jaar geleden werkte hij met deze ‘Lennox’ bij ‘Het Archief’, een soort collectief geheugen waar álle archieven van iedereen en alles destijds werden verzameld. De reis die hem nu opgedronge­n wordt, heeft een doel. Hij verzon ooit een nieuwe jeugd voor iemand (een verklikker uit het criminele milieu) die een nieuwe identiteit nodig had, en de verteller baseerde dat op zijn eigen jeugd. Daar moet nu

 ??  ??

Newspapers in Dutch

Newspapers from Netherlands