Tuur eens niet naar dat scherm (en andere nieuwe etiquette)
REGELTJES De nieuwe versie van het etiquetteboek Hoe hoort het eigenlijk is uitgebreid met moderne inzichten. Wees online geen trol bijvoorbeeld.
Wat doe je als een collega een onaangename geur verspreidt? Niets zeggen en er stiekem grapjes over maken? Of de collega apart nemen en het bespreekbaar maken? Dat laatste is de beste optie. Kritiek is immers ook een vorm van loyaliteit.
In haar nieuwe versie van het etiquetteboek Hoe hoort het eigenlijk? geeft historica Reinildis van Ditzhuyzen weer tal van tips en adviezen hoe we met elkaar moeten omgaan. Het voorbeeld van de stinkende collega stond ook al in een eerdere editie – het oorspronkelijke boek van Amy Groskamp-ten Have uit 1939 herschreef Van Ditzhuyzen in 1999 en is vele malen herzien – maar er staan ook nieuwe tips in het boek. Zoals wanneer het gepast is iemand te tutoyeren (minder u, meer jij), hoe je te kleden (minder jasje/dasje) en hoe op een beschaafde manier sociale media te hanteren. „Wees geen trol”, zegt Van Ditzhuyzen. „Dat is echt zo’n fenomeen van de laatste tijd. Ik adviseer: doe het niet. Verspreid geen leugens of provocaties op internet.” Ook vindt ze ruziemaken via WhatsApp onverstandig. „Waarom niet even langs gaan of gewoon de telefoon pakken om wat meer toe te lichten? Dat is toch veel beter?” En een eetafspraak kort tevoren afzeggen via WhatsApp of mail? Ook dat is af te raden. „Iemand rekent er toch op? Dan moet je ook de moeite nemen om even te bellen en uit te leggen waarom je niet kunt komen.”
Voor de laatste versie van haar boek heeft Van Ditzhuyzen de etiquette hier en daar aangepast en nieuwe passages toegevoegd. Haar boek heeft telkens zo’n update nodig omdat de samenleving, en daarmee de trends, razendsnel veranderen. „Een gedragsvorm kan zomaar ineens verdwijnen of veranderen. Mijn adviezen moeten wel actueel blijven.” Ze legt uit dat veel mensen nog altijd denken dat etiquette vooral te maken heeft met strenge regeltjes. „Maar dat is niet zo. Ik ben geen strenge schooljuffrouw die zegt hoe het hoort.”
Hoe hoort het eigenlijk? moet volgens haar dan ook niet worden gezien als een ‘tuttige gids’, maar eerder als een relativerend boek over omgangskwesties. „Het doel is een aangename samenleving te creëren. Het middel daartoe zijn regels, te vergelijken met verkeersregels. Deze zijn er om botsingen te voorkomen. Bij etiquette gaat het over het verkeer tussen mensen. Dat is er vooral om geestelijke botsingen te voorkomen.”
Gedraag je ook online fatsoenlijk
Zo kijkt ze bijvoorbeeld naar de gevolgen van onze smartphoneverslaving en wat dat eindeloze gebel, getik en geveeg op die apparaatjes met de samenleving als geheel doet. Ze schrijft hierover: „Wil je echt rekening houden met anderen? Bel dan niet met ongegeneerd harde stem in een winkel, trein of op straat, tuur in de bioscoop of bij theater niet op je scherm en gedraag je online net zo fatsoenlijk als in het gewone leven.”
Het zijn simpele, niet altijd verrassende adviezen, maar wat de gids aantrekkelijk maakt, zijn daarnaast de talrijke observaties die in puntige kaders door het boek heen zijn verwerkt.
Zo legt Van Ditzhuyzen niet alleen regels uit, maar verklaart ze ook hoe een etiquetteregel is ontstaan. Het huidige genderdebat, en het belang van inclusiviteit, is daarvan een goed voorbeeld. In de laatste versie staat hoe deze discussie inmiddels heeft geleid tot veranderingen binnen het beleid van de NS. „Sinds eind 2017 spreekt de NS ons in stations en op perrons niet meer aan met ‘Geachte dames en heren’, maar met ‘Beste reizigers’.” Zoiets noemt Van Ditzhuyzen onvermijdelijk, want aanspreektitels gaan immers met hun tijd mee. „Wie spreekt een jong meisje of een oudere, ongehuwde dame nog aan met ‘Juffrouw’?”
Ook legt ze uit welke gebruiken de islam kent – van geen varkensvlees eten tot aan het op de wc ontlasten in tegenovergestelde richting van Mekka – en stelt ze de vraag hoe er op school moet worden omgegaan met leerlingen die tijdens de vastentijd te moe zijn om op te letten. Antwoord op die laatste kwestie geeft ze overigens nog niet, maar dat is ook niet erg, meent Van Ditzhuyzen. „Ik hoop in de volgende versie van het boek daar een antwoord op te geven.”
Wil je echt rekening houden met anderen? Bel dan niet met ongegeneerd harde stem in een winkel, trein of op straat Reinildis van Ditzhuyzen