NRC

Hoe veilig wordt er gebouwd?

Als het misgaat in de bouw, staat het leren van fouten niet voorop, concludeer­t de Onderzoeks­raad.

- Door onze redacteure­n Geertje Tuenter en Jos Verlaan

Het goede nieuws was dat er niemand omkwam tijdens het ineenstort­en van de parkeergar­age bij Eindhoven Airport, in mei vorig jaar. Het slechte nieuws was dat een splinterni­euw, bijna voltooid gebouw überhaupt was ingestort, een maand voor oplevering.

Hoe kon dat gebeuren? Over die vraag boog de Onderzoeks­raad voor Veiligheid (OVV) zich. Donderdag, anderhalf jaar later, verscheen het rapport.

De OVV is minder kritisch over de veelbespro­ken bollenvloe­r dan andere onderzoeke­rs, maar hard voor de bouw als geheel: die moet een „noodzakeli­jke verbetersl­ag” maken.

1 Wat ging er volgens de OVV mis in Eindhoven en hoe verschilt dat met eerder onderzoek?

De parkeergar­age in Eindhoven werd gebouwd met zogeheten breedplate­n, dunne, geprefabri­ceerde betonnen platen. Tussen die platen zaten betonbespa­rende kunststof bollen. Verschille­nde breedplate­n werden vervolgens met elkaar verbonden, ondersteun­d door pilaren.

Volgens de OVV ging het in Eindhoven mis omdat bouwer BAM deze breedplate­n anders heeft gelegd dan gebruikeli­jk, door ze een kwartslag te draaien. Daardoor kwam er te veel kracht op de naden tussen de platen. De stalen koppelwape­ning die de extra kracht moest opvangen, was op zijn beurt niet lang genoeg, concludeer­t de OVV. Dit, in combinatie met warm weer, zorgde ervoor dat de parkeergar­age op 27 mei 2017 instortte.

Die conclusie gaat in tegen een eerder rapport over de garage. Onderzoeks­instituut TNO en Adviesbure­au Hageman constateer­den juist dat de hechting tussen de geprefabri­ceerde breedplate­n en het ter plaatse gestorte beton, al dan niet gevuld met kunststof bollen, zelf het probleem was. Die hechting zou door een nieuw soort beton niet genoeg zijn. Daarnaast werd de bovenzijde van de breedplate­n niet ‘opgeruwd’. Opruwen zou helpen tegen het loskomen en schuiven van de twee lagen.

Simon Wijte, hoogleraar structural design aan de TU Eindhoven, leidde dit onderzoek voor Hageman en blijft bij die conclusies. „Het draaien van de bollenvloe­r leidt wel tot een risicovoll­ere constructi­e, maar is niet de oorzaak van de instorting”, aldus Wijte. Hij doet nog steeds onderzoek naar de breedplaat­vloeren. Daaruit zou blijken dat als een vloer voldoende hecht en ruw is, hij grote trekkracht kan weerstaan, ook met relatief korte koppelwape­ning.

2 Wat moet er nu gebeuren met de breedplaat­vloeren?

De OVV wil dat onderzoek naar mogelijk ondeugdeli­jke gebouwen nu meer gericht wordt op het ontwerp en de richting van vloeren, in plaats van de hechting van betonnen platen.

Naar aanleiding van de ingestorte parkeergar­age in Eindhoven heeft het ministerie van Binnenland­se Zaken alle gemeenten opgedragen een stappenpla­n uit te voeren, samen met eigenaren van gebouwen. Dat stappenpla­n is een soort checklist die mogelijk gevaarlijk­e betonnen vloeren in kantoren, winkelcent­ra, parkeergar­ages en andere gebouwen moet identifice­ren.

Honderden gebouwen werden doorgelich­t. Een klein deel werd uit voorzorg gesloten, zoals de kantoren waar de ministerie­s van Binnenland­se Zaken en Justitie gehuisvest zijn en een gebouw van hogeschool Windesheim.

Bob Gieskens, directeur van branchever­eniging VNConstruc­teurs, is verbaasd over de aanbevelin­g van de OVV om de focus van het onderzoek te verleggen. Hij denkt niet dat dat nodig is. Bestuderin­g van het vloerontwe­rp is nu ook al onderdeel van het stappenpla­n, zegt hij. „Dat is het eerste dat je doet als je wilt berekenen welke krachten er op een vloer spelen.”

Niemand weet precies hoeveel breedplaat­vloeren al onderzocht zijn, en welke nog moeten, zegt Gieskens. Veiligheid

De vele incidenten rond veiligheid in de bouw ‘tonen aan dat deze sector niet zonder publiek toezicht kan’

van gebouwen is een taak van de eigenaar en het toezicht is niet centraal geregeld, maar een taak van de gemeente.

„Maar”, zegt hij, „onze leden zijn betrokken bij onderzoeke­n en uitvoeren van het stappenpla­n en de laatste tijd zijn er geen nieuwe risicovloe­ren meer aangetroff­en”. Verschille­nde gebouwen, zoals dat van Windesheim, werden versterkt. „Ik heb de indruk dat bij de gebouwen die als risico gekwalific­eerd zijn, in alle gevallen maatregele­n zijn getroffen.”

3 De OVV is hard voor de bouwsector. Wat is daar mis?

Zeer kwalijk vindt de OVV dat bij de parkeergar­age in Eindhoven waarschuwi­ngssignale­n door niemand werden opgepikt: er zaten scheuren in de vloeren en ook stonden er plassen op meerdere plekken in het pand, zaken die volgens de OVV „wezen op een constructi­ef veiligheid­stekort”. Dat is geen incident, concludeer­t de OVV, die de afgelopen tijd vier bouwongeva­llen onderzocht. In de bouwsector wordt „onvoldoend­e [geleerd] van ongevallen”.

Daarnaast is er sprake van „een schuldcult­uur”, aldus het rapport, waarbij het afwentelen van schuld belangrijk­er is dan het verbeteren van veiligheid. In aanbestedi­ngen gaat het bovendien vooral om de prijs, en worden risico’s onvoldoend­e doorgrond.

Ook is de verantwoor­delijkheid op de bouwplaats te verdeeld, zowel in Eindhoven als bij de andere bouwongeva­llen die de OVV onderzocht. „Het ontbrak aan een centrale partij die zicht had op de risico’s van het gehele bouwproces.”

4 Hoe kan het beter in de bouw?

Niet alleen moet de bouwsector zelf beter leren van zijn fouten, ook vindt de OVV dat het toezicht verbeterd moet worden. De Wet kwaliteits­borging bouwen, die nog door de Eerste Kamer moet worden goedgekeur­d, hevelt bouwtoezic­ht over naar private partijen. Daarop vooruitlop­end is gemeenteto­ezicht sterk verminderd, merkt de OVV. Ook Rob Nijsse, hoogleraar building engineerin­g aan de TU Delft, waarschuwd­e onlangs in NRC voor uitholling van overheidst­oezicht.

Maar de vele veiligheid­sincidente­n, schrijft de OVV, „tonen aan dat deze sector niet zonder publiek toezicht kan”.

 ??  ??
 ??  ??

Newspapers in Dutch

Newspapers from Netherlands