‘Aantal wilde dieren is sinds 1970 met 60 procent gedaald’
Dat schreven diverse media, waaronder
De aanleiding
Op 29 oktober verscheen een nieuw editie van het Living Planet Report over biodiversiteit. Daarin geeft het Wereld Natuur Fonds (WNF) elke twee jaar een inschatting hoe het ervoor staat met de soortenrijkdom op aarde. In de samenvatting staat: „ The Living Planet Index has recorded an overall decline of 60% in species population sizes between 1970 and 2014 .” Diverse media namen het bericht over. Onder andere NOS, NRC en de Volkskrant berichtten dat het aantal wilde dieren met 60 procent is afgenomen in nog geen vijftig jaar.
Waar is het op gebaseerd?
Er bestaan meerdere manieren om biodiversiteit te berekenen. De door het WNF ontwikkelde Living Planet Index (LPI) is er daar een van. Op basis van wetenschappelijk onderzoek en online databanken hebben biologen een lijst samengesteld van populatiegroottes van allerlei soorten zoogdieren, vissen, reptielen en amfibieën. De LPI maakt gebruik van een ‘gewogen gemiddelde’: vogels en zoogdieren zijn oververtegenwoordigd in de gebruikte data. Daarvoor wordt gecorrigeerd. Dit jaar gaat het om 16.704 populaties van 4.005 soorten, twee jaar geleden om 3.706 soorten. Aan het rapport werk- ten 59 experts van 19 instituten. Het WNF benadrukt dat het hierbij om een gemiddelde afname in populatiegrootte gaat, en niet om het verlies van exacte aantallen. Stel: je hebt eerst 25 vogels, 50 beren en 20 haaien. Daarvan blijven 5 vogels, 45 beren en 8 haaien over. Dan is in totaal 39 procent van de dieren verdwenen, maar de populatiegrootte is gemiddeld afgenomen met 50 procent, rekent het WNF in een bijlage bij het Living Planet Report voor. Cor Pierik van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS): „De LPI verandert niet als er evenveel soorten achteruitgaan als vooruitgaan. Nemen er meer soorten af dan toe, dan zakt de LPI; nemen er meer toe dan stijgt de LPI. Het is dus niet per se zo dat alle soorten in omvang zijn afgenomen; het kan ook betekenen dat een aantal soorten in omvang is gestegen en een groter aantal is gedaald.”
En, klopt het?
, vorige week dinsdag op basis van een rapport van het Wereld Natuur Fonds. De term ‘wilde dieren’, die de media gebruiken, zorgt voor verwarring. In het WNF-rapport gaat het om ruim 4.005 soorten zoogdieren, vogels, reptielen, vissen en amfibieën. Maar strikt genomen zijn insecten en weekdieren óók wilde dieren – je ziet immers vaker een wesp of een kwal in de vrije natuur dan in gevangenschap. Die 60 procent is niet zomaar te extrapoleren: als je de ongewervelden zou meeberekenen, zou het percentage ongetwijfeld veranderen. Los daarvan: klopt die 60 procent? Monique Grooten van het WNF: „In de media wordt omwille van eenduidigheid vaak alleen een percentage gecommuniceerd – in dit geval 60 procent.” Voor de wereldwijde LPI is de betrouwbaarheidsinterval 50 procent tot 67 procent, wat erop neerkomt dat als je 100 keer de LPI zou kunnen bepalen, die dan 95 keer valt binnen dat interval. „Het zou nauwkeuriger zijn om te spreken van 60 procent afname van wilde gewervelde dieren”, zegt Pierik van het CBS. Het CBS berekent de Nederlandse LPI, waarin de ongewervelden wél zijn opgenomen. „Om de LPI mondiaal te berekenen, zoals het WNF dat wil, is een buitengewone inspanning. Ze beperken zich daarom noodgedwongen tot gewervelde dieren, omdat daar nog het meeste aan data over te vinden is. Maar van veel gewervelde diersoorten zijn de trends op wereldniveau onbekend. Van ongewervelde dieren zijn er mondiaal helemaal veel te weinig data voorhanden.” Maria Dornelas, ecoloog bij de Schotse universiteit St. Andrews, schreef in 2015
waar
een artikel over vijftien manieren waarop ecologen biodiversiteit kunnen meten. Ze was niet betrokken bij de totstandkoming van de LPI en prijst het goede en uitgebreide databestand : „Ze doen hun best om het zo representatief mogelijk te maken, maar deze index wordt vaak verkeerd geïnterpreteerd. In mijn eigen werk, met andere data en een andere methode, hebben we niet zo’n achteruitgang kunnen vaststellen. Daaruit blijkt juist dat het aantal soorten waar ook ter wereld gemiddeld genomen recent niet is toe- of afgenomen.”
Conclusie
Uit de gegevens van de Living Planet Index blijkt dat wereldwijd de populatiegrootte gemiddeld is afgenomen met 60 procent. Het gaat hierbij echter alleen om wilde gewervelde dieren; het is niet mogelijk iets te zeggen over de afname van het totale aantal dieren, omdat er te weinig data beschikbaar zijn. Wij beoordelen de uitspraak daarom als niet te checken. Gemma Venhuizen Ook een bewering zien langskomen die je gecheckt wilt zien? Mail nrccheckt@nrc.nl of tip via Twitter met de hashtag #nrccheckt