Jaren ’20 relatief stabiel
Heerlijk hoor, die auto Democratie afgeschaft? Bigbank Verzetten van de klok
Ik heb geaarzeld of ik mijn Bentley zou inruilen voor een nieuwe, maar na de test door Bas van Putten ( Deze machine haalt de duivel in je naar boven, 3/11) ben ik overtuigd. Die 635 pk zijn hard nodig, zeker nu je op veel wegstukken 130 mag. Wat een genot dat daarbij de motor zacht sudderend zijn 1600 toeren maakt en dat je het klootjesvolk in hun Hyunda’s en Dacia’s het nakijken geeft; verkeersregels zijn tenslotte voor die sukkels, die weg is voor mij. En dan op weg naar dat restaurant, dat een paar weken geleden werd getest, waar je voor een schamele 300 euro per persoon een fatsoenlijk menuutje kunt wegprikken. Het leven is vurrukkulluk, vooral met een NRC die gevoel heeft voor de wereld van haar lezers. Hugo van Dam Nootdorp In het artikel Wat als we de democratie afschaffen? Klinisch beslissen met een capabele groep (3/11) gaat het over de afschaffing van verkiezingen voor een vertegenwoordigend lichaam, en niet over de afschaffing van de democratie zonder meer. Het is jammer dat de auteur het begrip democratie verengt tot het houden van verkiezingen, want het is rijker dan dat. Waar het om gaat is dat zij die de gevolgen van besluiten dragen bij het nemen daarvan worden betrokken en dat kan ook deels op de manier zoals in het artikel als alternatief wordt geschetst. De democratie wordt hier dus niet afge- schaft maar krijgt een andere vorm. Jan Hendriks Beatrice de Graaf stelt in haar column ( Herdenk het doorgaande geweld van na 1918, 3/11) dat het geweld van de Eerste Wereldoorlog na 1918 op veel plaatsen werd voortgezet, en dat het „eigenlijk idioot” is de jaren ’20 als „relatief stabiel” af te schilderen. Inderdaad zijn de naweeën van 1914-1918 te heftig en verschrikkelijk geweest om over het hoofd te zien. De voorbeelden die ze noemt, dateren echter niet van later dan 1923, en daar is een reden voor. Tussen 1924 en 1929 beleefde de wereld, en zeker Europa, wel degelijk een ‘relatief stabiele’ periode. Aan de hyperinflatie en de reeks linkse en rechtse couppogingen in Duitsland was in 1923 een einde gekomen. Het land sloot verdragen met de vroegere tegenstanders en werd opgenomen in de Volkenbond. Hitler was nog een marginale figuur, Stalin had nog niet zijn moorddadige alleenheerschappij, Japan was nog niet geheel in de greep van het radicale en agressieve nationa- lisme. De Zuid-en Oost-Europese regimes, inclusief Mussolini’s Italië, waren autoritair maar niet totalitair van karakter en ook niet oorlogszuchtig. In de Britse en Nederlandse koloniën werd voorzichtig (en te weinig, en te laat) een begin gemaakt met emanciperende hervormingen. Zeker, ook tussen 1924 en 1929 was het niet overal vrede (in China brak bijvoorbeeld een 1927 een rampzalige burgeroorlog uit) en lagen overal de kiemen van nieuwe conflicten te sluimeren. Toen in 1929 de economische crisis uitbrak, bleek hoe zwak de paar westerse democratieën stonden, en hoe sterk oude ressentimenten waren. Maar dat neemt niet weg dat de jaren 1924-1929 misschien niet ‘ roaring’, maar wél ‘relatief stabiel’ waren, en het zal altijd een vraag blijven of die toestand zich zonder crisis niet had kunnen bestendigen. E.J. van Ginkel Leiden In de Geldzaken-rubriek Toch maar sparen (3/11, p. E17) stond dat de Baltische Bigbank in Nederland geregistreerd staat en daarmee onder ons depositogarantiestelsel valt. Dat klopt niet. Bigbank staat geregistreerd in Estland. In de rubriek Inbox van de redactie (3/11, p. O2) en in de tekstballon bij de brief Tien minuten per keer? (30/10, p. 17) over het afschaffen van de zomertijd staat dat lezer Doedo Hazelhoff het verzetten van de klok wil uitsmeren over zes dagen. Dat is onjuist. Hij wil alleen het een uur eerder of later opstaan over zes dagen uitsmeren.